Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2012. |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2012. |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | subsidie, kleine, infrastructuur |
De regeling vervalt op 1-1-2014
Algemene subsidieverordening provincie Noord-Holland 2011, artikel 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2013 | 12-07-2014 | intrekking | 09-07-2013 Provinciaal blad, 2013, 99 | 213003-213473 | |
13-06-2012 | 17-07-2013 | nieuwe regeling | 12-06-2012 Provinciaal blad, 2012, 80 | 2012-26915 |
Subsidie wordt verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.
Bij subsidies van minder dan € 10.000, - gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Bij verkoop of teniet doen van het project binnen de instandhoudingtermijn van 10 jaar, dient de subsidieontvanger 10 % van de verleende subsidie, vermenigvuldigd met het aantal resterende jaren van deze termijn, terug te betalen aan gedeputeerde staten.
Haarlem, 12 juni 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Beoordelingsmethodiek behorende bij Uitvoeringsregeling subsidie BDU Kleine Infrastructuur Noord-Holland 2013
De beoordelingsmethodiek voorziet in een tweetal stappen:
Scoren (rangorde bepalen) van projecten per beleidsthema door ze te scoren op criteria voor het primaire beleidsthema, maar ook de andere criteria;
Gekozen is voor de thema’s veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid.
De te hanteren criteria in het prioriteringsmodel
Hierboven zijn de thema’s aangegeven. De effecten van projecten moeten worden beoordeeld aan de hand van criteria in het prioriteringsmodel. Hieronder geven we de definities van de criteria weer.
Criteria bij het thema leefbaarheid
Onder leefbaarheid verstaan we ‘geschikt om erin of ermee te leven’. In dit geval (de uitvoering van infrastructuurprojecten) gaat het vaak om de mate waarin de omgeving (bijvoorbeeld een dorp of stad) leefbaar is of leefbaarder wordt. Aspecten die dit beïnvloeden zijn:
Aantasting landschap: de aanleg, het onderhoud en het gebruik van de infrastructuur zorgen voor aantasting van het landschap. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur kan de aantasting van landschap worden voorkomen (door bijvoorbeeld ondergronds bouwen) en bij bestaande infrastructuur kan de aantasting van het landschap mogelijk worden teruggedrongen;
Criteria bij het thema bereikbaarheid
Onder bereikbaarheid verstaan we in het prioriteringsmodel ‘de actieradius’. Dit is de afstand die in een bepaalde tijdsperiode kan worden afgelegd.
Criteria bij het thema veiligheid
Onder veiligheid verstaan we in het prioriteringsmodel ‘de mate waarin het verkeer in een veilige staat (zonder doden, gewonden, etc) kan plaatsvinden’.
Schoolroute: het project draagt bij aan het tot stand brengen van verkeersveilige fietsroutes van en naar scholen.
Stap 1: Projecten toedelen aan de beleidsthema’s
De eerste stap in de methodiek is het toedelen van projecten aan de primaire beleidsthema’s. Voor de verdeling is het belangrijk dat er voor projecten op een eenduidige manier informatie wordt aangeleverd. Hiervoor zal een aanvraagformulier worden opgesteld. Dit geldt voor projecten van de provincie zelf als van aanvragen van gemeenten. De provincie ontvangt van de verschillende projecten gegevens. Deze gegevens moeten consistent en vergelijkbaar zijn. Ze worden ingevoerd in het tabblad projectgegevens onder het betreffende thema.
Stap 2: gewichten toekennen aan criteria en scoren (rangorde) projecten
Het prioriteren van projecten start met het toewijzen van de gewichten.
Figuur 3.2 De ‘gewichten’ van de criteria in de verschillende thema’s
Met behulp van de gewichten en aan de hand van de projectgegevens worden nu de projecten geprioriteerd. Per thema wordt elk project gescoord op de aspecten leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid. Per criterium kunnen de waardes 1-10 worden toegekend waarbij geldt dat hoe hoger de score hoe beter dat is voor het betreffende criterium. Een ‘10’ op het criterium ‘geluid’ betekent dat de geluidsoverlast maximaal wordt teruggedrongen door dat project. Zie figuur 3.3 voor het model. Nadat alle projecten zijn 'gescoord', berekent het model de rangorde van de projecten.
Figuur 3.3 De ‘scores’ per criteria in de verschillende thema’s