Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Havengeld 2010
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van Havengeld 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp221 binnenhavens en waterweg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

671A

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

De datum van ingang van de heffing van de 1e wijziging is 15 juli 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet , art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-07-201001-01-20111e wijziging, art. 1, 4, 5, 7 en 11 en vervangen tarieventabel

05-07-2010

Gemeenteblad 2010=29a

2010 10.17307
31-12-200922-07-2010nieuwe regeling

15-12-2009

Gemeenteblad 2009=44c

2009 09.54026

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Havengeld 2010

 

Corsaregistratienummer: 09.54026

 

De Raad van de gemeente Hoorn;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de:

VerordeningopdeheffingeninvorderingvanHavengeld2010(1ewijz)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt, voorzover niet anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende goederen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb.548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • c.

    schip: een binnenschip of een vissersschip;

  • d.

    bedrijfsvaartuig: een schip dat in hoofdzaak voor de uitoevening van een beroep wordt gebruikt en/of bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;

  • e.

    historisch schip: een vaartuig dat als varend monument te boek staat en in het bezit is van een geldige "blauwe pas" uitgegeven door de Landelijke Vereniging tot Behoud Historische Bedrijfsvaartuig (LVBHB);

  • f.

    aanhorigheden: die zaken die aan de oorspronkelijke staat van het voertuig zijn verbonden en voorheen geen vast onderdeel van het schip uitmaakten;

  • g.

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • h.

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik als bedoelde in artikel 2 plaatsvindt:

  • -

    dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur;

  • -

    7 dagen: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

  • -

    maand: een kalendermaand;

  • -

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "havengeld" worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene, die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen havengeld wordt geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen van het rijk, de provincie Noord Holland, waterschappen en de gemeente;

  • 2.

    vaartuigen, die in opdracht van de gemeente worden gebruikt voor werkzaamheden ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en inrichtingen;

  • 3.

    open roeiboten en kano's;

  • 4.

    woonschepen als bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting;

  • 5.

    reddingsvaartuigen;

  • 6.

    hospitaalschepen, bedoeld in de wet van 30 december 1905, Stb.383;

  • 7.

    vaartuigen waarvan de lengte niet groter is dan 6 strekkende meters;

  • 8.

    vaartuigen die, ten gevolge van storm, ijsgang of andere weersomstandigheden, e.e.a. ter beoordeling van de havenmeester, gedwongen zijn gebruik te maken of te blijven maken van de openbare gemeentelijke wateren, gedurende het tijdvak van dat gebruik;

  • 9.

    bedrijfsvaartuigen die, zonder te lossen of te laden, gebruik maken van de openbare gemeentelijke wateren ter verkrijging van geneeskundige behandeling voor zich aan boord bevindende zieken, mits het gebruik niet langer duurt dan voor het e.e.a. noodzakelijk is en de duur van één maand per jaar niet te boven gaat;

  • 10.

    opleidingsvaartuigen voor zee- en binnenvaart voor zolang zij voor dit doel gebruikt worden;

  • 11.

    vaartuigen welke niet laden of lossen en gebruik van de haven maken tussen 10.00 uur en 16.00 uur.

     

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Grondslag voor de berekening van het havengeld wordt bepaald aan de hand van de lengte inclusief aanhorigheden van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zolang deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 6 Tarieven

De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende binnenvaart meetbrief;

  • 2.

    wordt een gedeelte van een eenheid van een lengte of van een tijdsduur voor een volle eenheid gerekend;

  • 3.

    wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij bij de aanmelding het gebruik voor een langere termijn is gevraagd.

Artikel 8 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Met betrekking tot het per bezoek geheven havengeld neemt de belastingplicht een aanvang, zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren wordt gemaakt.

  • 2.

    Indien havengeld bij wijze van abonnement of per jaar wordt geheven, wordt teruggaaf verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin geen gebruik van de haven wordt gemaakt.

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

Zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren een aanvang neemt is de belastingplichtige gehouden zulks te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1.

    Het recht moet, behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    Het recht moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 wordt toegezonden binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van havengelden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening havengeld 2009" van 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening havengeld 2010 geen rechtskracht krijgt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening havengeld 2010".

Artikel 15 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad. Alsmede wordt in een huis-aan-huisblad meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.

Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

TARIEVENTABEL 2010

BEHORENDE BIJ DE VERORDENING HAVENGELD 2010

 

 

 

 

Excl. BTW €

Incl. BTW €

1.

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde vrachtschepen met een vaste ligplaats, per meter lengte per jaar

80,15

95,40

2.1

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats, per meter lengte per dag

0,88

1,05

2.2

Het havengeld bedraagt voor bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats, per meter lengte per dag

1,08

1,30

3.

Het havengeld bedraagt voor bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats, bij abonnement in de maanden oktober tot en met april: per meter lengte per maand

4,66

5,55

4.

In afwijking van het bepaalde onder 2 bedraagt het havengeld voor meerrompschepen anderhalf maal het onder 2 aangegeven tarief

 

 

5.

In afwijking van het bepaalde onder 2 bedraagt het havengeld voor vaartuigen, die op aanwijzing van burgemeester en wethouders in de Buitenhaven achter de Middeldijk ten anker moeten gaan, een derde gedeelte van het onder 2 aagegeven tarief

 

 

6.

Voor charterschepen en passagiersschepen, voor welke schepen de mogelijkheid van reservering van een ligplaats bestaat, bedraagt de verhoging van het havengeld, per reservering

106,60

126,85