De raad van de gemeente Edam-Volendam,
gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders d.d. 16 december 2003,
155-2003c;
gelet op de artikelen 58 en 61 van de Wet werk en bijstand;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende HANDHAVINGSVERORDENING
Artikel 1 Voorlichting en communicatie
Burgemeester en wethouders geven informatie over de rechten en plichten die
aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden alsmede over de consequenties
van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het college maakt hierbij gebruik van
de lokale media, brochures en correspondentie. Het doel hiervan is het
voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Artikel 2 Intensieve controle bij aanvraag
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een beleidsplan vast waarin
een hoofdstuk over “handhaving” wordt opgenomen. Hierin beschrijven
burgemeester en wethouders de wijze van controle en beoordeling van de
aanvraag.
Artikel 3 Terugvordering van bijstand
- 1.
Burgemeester en wethouders vorderen de kosten van bijstand boven een
nader te bepalen bedrag terug in de gevallen die in de artikelen 58 en
59 van de Wet Werk en Bijstand zijn aangegeven, voor zover zich hier
geen andere wettelijke regeling tegen verzet.
- 2.
De kosten van bijstand bedoeld onder het eerste lid worden
teruggevorderd indien bij herhaling de inlichtingenplicht bedoeld in
artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand door de belanghebbende niet
is nagekomen. 2.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen van terugvordering afzien indien
hiervoor dringende redenen aanwezig zijn.
- 4.
Burgemeester en wethouders stellen nader vast in welke situaties er
sprake kan zijn van dringende redenen.4.
- 5.
Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent de
terugvordering van de kosten van bijstand, in aanvulling op artikel 58
lid 4 van de Wet Werk en Bijstand.
Artikel 4
- 1.
Burgemeester en wethouders verhalen de kosten van bijstand tot het
tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de Wet Werk en Bijstand in
werking treden in de gevallen en overeenkomstig de regels aangegeven in
de artikelen 92 lid 2 en lid 3 tot en met 105 en 141 Abw, voor zover
zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.
- 2.
Burgemeester en wethouders stellen nadere regels in de gevallen waarin
wordt afgezien van verhaal, waaronder begrepen de regels ten aanzien van
dringende redenen.
- 3.
Burgemeester en wethouders stellen naast de bestaande maatstaven ten
aanzien van de hoogte van de verhaalsbijdrage nadere beleidsregels met
betrekking tot een vast te stellen systematiek vast.
Artikel 5
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen zich ten doel om de teruggevorderde
en de op derden verhaalde bijstand maximaal terug te vorderen voor zover
zich hier geen andere regeling tegen verzet.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten van gehele of gedeeltelijke
invordering af te zien en tot kwijtschelding van een vordering over te
gaan.
- 3.
Burgemeester en wethouders stellen voorwaarden aan de in lid 2 bedoelde
kwijtschelding.
- 4.
De in lid 3 bedoelde voorwaarden worden in beleidsregels nader
uitgewerkt.
- 5.
Burgemeester en wethouders ziet af van de in lid 2 bedoelde
kwijtschelding indien de terugvordering bij herhaling het gevolg is van
het niet of niet behoorlijk na te komen van de verplichting bedoeld in
artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand.
- 6.
Lid 2 is niet van toepassing indien een opgelegde periodieke
onderhoudsverplichting nog niet is beëindigd.
Artikel 6
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een beleidsplan vast waarin
een hoofdstuk over debiteurenbeleid wordt opgenomen. Hierin worden criteria
gesteld voor categorieën van vorderingen, personen en termijnen voor het
verrichten van heronderzoeken.
Artikel 7
Burgemeester en wethouders nemen op basis van het beëindigingonderzoek
uiterlijk drie maanden na de laatste maand waarin reguliere betaling van de
uitkering heeft plaatsgevonden, een besluit met betrekking tot de
wederzijdse verplichtingen tussen de gemeente en de belanghebbende en de
afhandeling hiervan.
Artikel 8
- 1.
In het in artikel 2 bedoelde hoofdstuk betreffende handhaving
beschrijven burgemeester en wethouders tenminste de wijze van controle,
de werkwijze bij de beoordeling van inlichtingen die door de
belanghebbende zijn verstrekt.
- 2.
Burgemeester en wethouders maken ter controle gebruik van
bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen
die hieruit voortkomen.
- 3.
Burgemeester en wethouders onderzoeken overige signalen en tips die
relevant zijn voor de betaling van bijstand.
Artikel 9
- 1.
Burgemeester en wethouders verlagen de bijstand en de
langdurigheidtoeslag indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of
in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn voor de
bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering.
- 2.
De duur en de hoogte van de verlaging zijn vastgesteld in de
Afstemmingsverordening.