Organisatie | Hengelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening sportieve en culturele activiteiten 2009 |
Citeertitel | Verordening sportieve en culturele activiteiten 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 16-12-2008 Hengelo's Weekblad, 29-12-2008 | Onbekend |
Artikel 10 - Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Artikel 13 - Onvoorziene situaties
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Toelichting op de verordening sportieve en culturele activiteiten
Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Hengelo kent voor mensen met een laag inkomen. De nieuwe verordening vervangt de verordening sport- en cultuurfonds 2005
Deze verordening is een verdere vertaling van de armoedenota ‘Koers op kansen’, die in mei 2008 door de raad is vastgesteld.
Met de bijstandsnorm wordt altijd bedoeld de norm, vermeerderd met de maximale toeslag. Voor een alleenstaande is dat 70%, voor een alleenstaande ouder 90% en een echtpaar 100% van het netto minimumloon. Er wordt geen rekening gehouden met kostendeling of wel of geen woonkosten.
Mensen met een inkomen tot en met 120 % van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Voor mensen, die met hun inkomen net boven deze grens zitten, wordt een glijdende schaal ingevoerd. Het inkomen, meer dan 120%, wordt op (het totaal van) de bijdrage in mindering gebracht.
Studenten vallen niet onder het begrip rechthebbende.
Artikel 3. Sportieve en culturele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve en culturele activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. De rechthebbende of zijn ten laste komende kinderen dienen lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting. De rechthebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Per persoon verstekken burgemeester en wethouders maximaal € 103,00 per subsidiejaar. Met ingang van 1 augustus 2009 is de bijdrage verhoogd naar € 110,00 per persoon per subsidiejaar. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.
Als iemand geen bijdrage ontvangt voor sportieve en culturele activiteiten, dan kan die persoon in aanmerking komen voor een vergoeding van gebruik van mediavoorzieningen. Een voorbeeld hiervan kan zijn een abonnement op een regionaal dagblad.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten van hun kinderen verstrekken. Het volgen van onderwijs gaat gepaard met extra kosten. Hierbij moet gedacht worden aan de kosten van excursies, verplichte sportkleding, ouderbijdrage en schoolfonds.
Het onderdeel studiekosten is speciaal gericht op het vergroten van de participatie van kinderen en jongeren. Ouders met kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar kunnen een bijdrage voor schoolkosten krijgen. Deze bijdrage is gedifferentieerd op grond van de onderwijsvorm.
Ouders kunnen voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar die naar de basisschool gaan een bedrag van € 110,00 per jaar per kind ontvangen voor schoolkosten. Voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar, die naar het voortgezet onderwijs gaan, kan men voor de schoolkosten € 200,00 per jaar per kind ontvangen.
Ouders hoeven niet aan te tonen, dat ze inderdaad kosten hebben gemaakt. Uitgangspunt is, dat kinderen, die naar school gaan, extra kosten maken.
Voor de vaststelling van de leeftijd van een kind gaan we uit van de leeftijd, die het kind in een bepaald subsidiejaar bereikt. Voor een kind, dat aan het begin van het subsidiejaar (1 augustus) nog 11 jaar is, maar voor het einde van het subsidiejaar (1 augustus van het jaar daarop volgend) 12 jaar wordt, wordt voor het gehele subsidiejaar aangemerkt als 12 jaar. De ouders ontvangen dus een bedrag van € 200,00 voor het kind.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstekken in de kosten van zwemlessen. Zij verstrekken de bijdrage indien de ten laste komende kinderen tot en met 12 jaar van de rechthebbende niet beschikken over de zwemdiploma's A, B of C. Burgemeester en wethouders verstrekken de bijdrage als de rechthebbende heeft aangetoond dat hij de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt.
Artikel 6. Abonnementskosten bibliotheek
Met het basisabonnement kan de rechthebbende op jaarbasis 50 materialen (boeken, muziek-cd's, cd-rom's, dvd's en videobanden) bij de bibliotheek Hengelo lenen. Als de rechthebbende voor een abonnement kiest waarbij hij meer materialen kan lenen, dan zijn de meerkosten voor rekening van de rechthebbende.
De kosten van een abonnement voor kinderen in de leeftijd van 16 en 17 jaar is lager dan die voor volwassenen. Daarom is deze leeftijdsgroep apart vermeld.
Kinderen tot 16 jaar komen in aanmerking voor het jeugdabonnement, hieraan zijn geen kosten verbonden.
De vergoeding van deze kosten wordt rechtstreeks aan de bibliotheek betaald.
Artikel 7. Voorstellingen schouwburg
Elk gezinslid kan in aanmerking komen voor een vergoeding van de helft van de kosten van maximaal 5 voorstellingen in de schouwburg.
De bijdrage in de kosten van deze voorstellingen wordt rechtstreeks aan de schouwburg betaald.
Artikel 8. Vakantie(activiteit)
Elk gezinslid kan in aanmerking komen voor een bijdrage van € 50,00 per jaar voor de kosten van een vakantie of vakantieactiviteit in Nederland. Onder een vakantieactiviteit kan worden verstaan een bezoek aan een pretpark, een dagkaart van de NS, etc.. Men moet aantonen, dat men de kosten heeft gemaakt of gaat maken.
Burgemeester en wethouders kunnen aan ouders ten behoeve van hun schoolgaande kinderen tot 18 jaar een computer verstrekken. Uitvoering hiervan zal in 2009 worden geregeld.