Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.Wok: Wet op de kansspelen 
- b.speelautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30, lid a van
                                    de Wok; een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel,
                                    dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld
                                    mechanisme, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het
                                    resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke
                                    uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht
                                    om gratis verder te spelen. 
- b.behendigheidsautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30,
                                    lid b van de Wok; een speelautomaat waarvan het spelresultaat
                                    uitsluitend kan leiden tot een verlengde spelduur of het recht
                                    op gratis spelen en het proces, ook nadat het in werking is
                                    gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of
                                    vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik
                                    van de daartoe geboden middelen afhangt of in welke mate de
                                    spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen
                                    wordt. 
- c.kansspelautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30, lid c
                                    van de Wok; een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat
                                    is. 
- d.hoogdrempelige inrichtingen: Een inrichting als bedoeld in
                                    artikel 30, lid d van de Wok; een inrichting als bedoeld in
                                    artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet, waarin
                                    rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikel en lid
                                    wordt uitgeoefend; - 1.De ruimte dient als café of als restaurant in gebruik te
                                            zijn en daarvoor een geldige drank- en horecavergunning
                                            te bezitten, en; 
- 2.Het café- of restaurantbezoek dient op zichzelf te staan
                                            en er mogen geen activiteiten plaatsvinden waaraan een
                                            zelfstandige betekenis kan worden toegekend.
                                            Zelfstandige betekenis houdt in dat de activiteiten niet
                                            uitsluitend ter ondersteuning van het cafébezoek dient,
                                            maar een zelfstandige stroom bezoekers trekt, en; 
- 3.De activiteiten die in de inrichting plaatsvinden moeten
                                            in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar
                                            en ouder. Deze eis is een duidelijk voorbeeld van de
                                            achtergrond van de wetgeving, namelijk het voorkomen van
                                            gokverslaving bij jongeren.  
 
- e.laagdrempelige inrichtingen: Wanneer is er sprake van een
                                    laagdrempelige inrichting? - 1.Alle inrichtingen die niet voldoen aan de eisen voor
                                            hoogdrempeligheid zijn laagdrempelig. 
- 2.Een laagdrempelige inrichting wordt gezien als een
                                            inrichting die het publiek niet in eerste instantie
                                            pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcohol en / of
                                            maaltijden. 
- 3.Aansluiting wordt gezocht bij de jurisprudentie van het
                                            College voor Beroep voor het Bedrijfsleven. 
- 4.Daarnaast is een laagdrempelige inrichting een
                                            inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en
                                            waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven
                                            is bij het Bedrijfschap Horeca & Catering. Bij de
                                            beoordeling van de aanvragen moet iedere eer gekeken
                                            worden naar de feitelijke situatie in de inrichting en
                                            niet alleen naar de benaming van de inrichting.   Voorbeelden van een laagdrempelige inrichting zijn:
                                            snackbar, cafetaria, discotheek, lunchroom, sportcomplex
                                            en pizzeria. 
 
- f.samengestelde inrichtingen: Indien een inrichting bestaat uit
                                    meerdere verschillende ruimten betreft het een samengestelde
                                    inrichting. In dat geval zal door de gemeente achtereenvolgend
                                    moeten worden vastgesteld: - -Of er sprake is van één of meerdere inrichtingen (in
                                            bijna alle gevallen is echter sprake van één
                                            inrichting) 
- -Of de inrichting hoog- of laagdrempelig is. Als er
                                            sprake is van twee of meer inrichtingen wordt separaat
                                            de drempeligheid van die inrichting op basis van de
                                            hierboven aangegeven criteria beoordeeld. 
- -Of, als de inrichting laagdrempelig is, er toch sprake
                                            kan zijn van een voldoende afgescheiden en
                                                zelfstandig
                                                deel, dat als hoogdrempelig beschouwd
                                            kan worden en waar dus voor twee kansspelautomaten
                                            vergunning moet worden verleend indien daarom wordt
                                            gevraagd. 
 
Artikel 2. Aantal speelautomaten
- a.De burgemeester kan geen vergunning verlenen voor het aanwezig
                                hebben van kansspelautomaten in een laagdrempelige inrichting. 
- b.De burgemeester kan per hoogdrempelige inrichting vergunning
                                verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee speelautomaten,
                                waarvan maximaal twee kansspelautomaten. 
- c.De burgemeester kan per laagdrempelige inrichting vergunning
                                verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee
                                behendigheidsautomaten. 
Artikel 3. Aanwezigheidsvergunning
- a.Het is verboden, behoudens het in de Titel Va van de Wok bepaalde,
                                kansspelautomaten te hebben, tenzij daarvoor door de burgemeester
                                een aanwezigheidsvergunning is verleend (artikel 30b Wok) - §op of aan de openbare weg. 
- §op voor het publiek toegankelijke plaatsen. 
- §in niet voor het publiek toegankelijke inrichtingen,
                                        waarvoor ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet een
                                        vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf is
                                        vereist of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is bij
                                        het Bedrijfschap Horeca & Catering. 
 
- b.De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld en
                                is niet overdraagbaar 
- c.In de aanwezigheidsvergunning is ten minste opgenomen - §De naam van de ondernemer 
- §Het adres van de inrichting waar de automaat aanwezig
                                        is 
- §De verplichting op of aan een speelautomaat een waarschuwing
                                        tegen gokverslaving en overige risico´s van overmatig gokken
                                        te bevestigen.  
- §De verplichting dat speelautomaten alleen mogen worden
                                        opgesteld als zij het eigendom zijn van personen die
                                        daarvoor een exploitatievergunning bezitten 
- §Kansspelautomaten dienen zodanig te worden opgesteld dat
                                        door de beheerder voortdurend toezicht kan worden gehouden.
                                     
 
Artikel 4. Weigeringsgronden
- a.De aanwezigheidsvergunning moet door de
                                burgemeester worden geweigerd - §als wordt afgeweken van de eisen ik artikel 30c Wok 
- §als niet wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn ten
                                        aanzien van zedelijk gedrag 
 
- b.Een aanwezigheidsvergunning kan door de
                                burgemeester worden geweigerd - §Als de aanvragen een van de bepalingen uit Titel Va Wok in
                                        drie jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag heeft
                                        overtreden. 
- §Als er ernstige vrees is dat de vergunningverlening ernstig
                                        gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal
                                        opleveren.  
 
Artikel 5. Intrekkingsgronden
- a.De vergunning wordt ingetrokken - §Indien de gegevens, die met het oog op het verkrijgen van de
                                vergunning zijn verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig blijken,
                                dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de
                                beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren
                                geweest. 
- §Indien de inrichting geen geldige vergunning bezit die daarvoor is
                                vereist. 
- §Indien niet (meer) wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn ten
                                aanzien van het zedelijk gedrag door de aanvrager, bedrijfsleider(s)
                                of beheerder(s). 
 
- b.De vergunning kan worden ingetrokken - §Indien de vergunninghouder een van de bepalingen uit Titel Va Wok
                                heeft overtreden. De burgemeester kan een termijn stellen waarbinnen
                                naleving van vermelde bepalingen door de vergunninghouder plaats
                                dient te vinden. Per geval wordt bekeken of de ernst van de
                                overtreding de intrekking van de vergunning rechtvaardigt.  
- §Indien er ernstige vrees is dat het van kracht blijven van de
                                vergunning ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid of
                                zedelijkheid zal opleveren. Alleen in dat geval van dringende
                                omstandigheden kan de vergunning direct worden ingetrokken.  
 
- c.Voordat de burgemeester tot intrekking van de vergunning overgaat
                                wordt de vergunninghouder bij aantekende brief onder opgave van
                                reden daarvan op de hoogte gesteld. De vergunninghouder wordt in de
                                gelegenheid gesteld zijn verhaal te doen. 
Artikel 6. Duur vergunning
De vergunning wordt verleend voor een periode van 12 maanden. 
Artikel 7. Kosten
De kosten voor het aanvragen van een vergunning voor het in behandeling
                            nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
                            aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de
                            kansspelen zijn opgenomen in de tarieventabel van de Legesverordening
                            gemeente West Maas en Waal. 
Artikel 8. Speelautomaten met een kermiskarakter
Speelautomaten met een kermiskarakter met zowel het karakter van een
                            kansspelautomaat als dat van een behendigheidsautomaat worden gebruik en
                            zijn bestemd voor kermissen en vallen niet onder de werking van Titel Va
                            Wok. De minister van Economische Zaken wijst automaten aan als zijnde
                            kermisautomaten, waarvoor geen aanwezigheidsvergunning van de
                            burgemeester is vereist (artikel 30a, lid 2 jô artikel 30b, lid 2
                            Wok).
Artikel 9. Speelautomatenhalverordening
Op het toestaan van speelautomatenhallen voorziet de
                            Speelautomatenhalverordening West Maas en Waal, vastgesteld bij
                            raadsbesluit van 2 juni 2005. 
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie. Op
                            deze dag vervalt de Notitie Speelautomatenbeleid gemeente West Maas en
                            Waal, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2000.
Artikel 11. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Speelautomatenverordening gemeente
                            West Maas en Waal 2012.