Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Beleidsregels invordering van gemeentelijke belastingen Leeuwarden 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingBeleidsregels invordering van gemeentelijke belastingen Leeuwarden 2009
CiteertitelBeleidsregels invordering Leeuwarden 2009
Vastgesteld door
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, lid 1, onderdeel b, 249, 250, 252 t/m 257
  2. Invorderingswet 1990
  3. Belastingverordeningen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-09-200915-12-2011nieuwe regeling

28-08-2009

Huis aan Huis; 9 september 2009

-

Tekst van de regeling

Beleidsregels invordering Leeuwarden 2009

Artikel 1 Reikwijdte

Deze beleidsregels gelden bij de invordering van de gemeentelijke belastingen, waaronder mede begrepen de door de gemeente geheven rechten.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. De door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de hand van de Rijksleidraad invordering opgestelde Leidraad invordering gemeentelijke belastingen (hierna genoemd de Leidraad) wordt van toepassing verklaard voor zover in en krachtens de Gemeentewet en de hierna volgende artikelen geen afwijkende regels zijn gesteld.

  • 2. Onder de aanslag wordt mede begrepen de met toepassing van artikel 239 van de Gemeentewet op één aanslagbiljet samengevoegde aanslagen.

Artikel 3 Afwijkingen van de Leidraad

  • 1.

    De opties in de Leidraad opgesteld door de VNG worden overgenomen voor zover hier niet in het onderstaande van wordt afgeweken.

  • 2.

    Artikel 3.5, ‘Faillisementsaanvraag’ wordt vervangen door:

Bij een faillisementsaanvraag wordt vooraf toestemming gevraagd aan het college. Dit geldt ook bij een eventuele steunvordering voor het aanvragen van een faillissement.

  • 3.

    Aan artikel 7.3, ’Teveelbetaling’ wordt toegevoegd:

    ‘(Gecombineerde) belastingaanslagen van minder dan € 6,00 en aanslagen waarvan de kosten van de invordering hoger zijn dan het aanslagbedrag (bijvoorbeeld betalingen in andere valuta) worden niet opgelegd. Zo worden terugbetalingen van minder dan € 6,00 niet uitgevoerd.’

  • 4.

    Aan artikel 7.4, ‘Rente en kosten bij afboeking betalingen’ wordt toegevoegd:

    ‘Invorderingsrente van minder dan € 25,00 wordt niet in rekening gebracht.’

  • 5.

    Artikel 7.9, ‘Mededeling afboeking betaling’ wordt vervangen door:

De ontvanger stelt de belastingschuldige van de afboeking van een betaling waarbij invorderingsrente of invorderingskosten in rekening is gebracht schriftelijk op de hoogte, tenzij het een slotbetaling betreft op een belastingaanslag waarbij geen kosten en rente worden afgeboekt.

Een kennisgeving blijft achterwege als betaling plaatsvindt op grond van een machtiging tot automatische afschrijving en daarbij geen vervolgingskosten worden afgeboekt.

  • 6.

    Artikel 7.11, ‘Ontvangen bedragen uit de wettelijke

    schuldsaneringsregeling en faillissement’ is niet van toepassing.

  • 7.

    Artikel 9.8, ‘Automatische incasso’ wordt vervangen door:

  • 1.

    De automatische incasso geldt alleen voor aanslagen vanaf

    belastingjaar 2003.

  • 2.

    De automatische incasso geldt voor de aanslag Gemeentelijke

    heffingen: (onroerende-zaakbelastingen, hondenbelasting,

    afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en rioolheffingen).

  • 3.

    De machtiging kan vooraf plaatsvinden, maar moet uiterlijk

    plaatsvinden binnen één maand na dagtekening van het

    aanslagbiljet.

  • 4.

    De machtiging wordt eenmalig verleend. Daarna worden alle

    aanslagen die ervoor in aanmerking komen automatisch in

    maandelijkse termijnen van het opgegeven bankrekening

    afgeschreven.

  • 5.

    De deelname aan de automatische incasso wordt ieder jaar

    stilzwijgend verlengd.

  • 6.

    Het termijnbedrag wordt berekend in (nagenoeg) acht gelijke

    maandtermijnen.

  • 7.

    Het termijnbedrag wordt zoveel mogelijk aan het einde van de maand afgeschreven.

  • 8.

    Indien gedurende twee achtereenvolgende termijnen geen

    toereikend saldo op de rekening staat, wordt de automatische incasso gestopt en dient het resterende bedrag direct te worden betaald.

  • 9.

    Bij overlijden loopt de automatische incasso door. De erven

    kunnen eventueel de automatische incasso stoppen.

  • 10.

    Indien de automatische incasso worden beëindigd dient het

    resterende bedrag direct te worden betaald.

  • 8.

    Aan artikel 11.3, ‘Achterwege laten van tussentijdse vervolging en aanmaning’ wordt toegevoegd:

    ‘Aanmaningen voor een openstaand bedrag van minder dan € 6,00 worden niet opgelegd,’

  • 9.

    Artikel 11.5, ‘Betalingsherinnering’ is niet van toepassing.

  • 10.

    Aan artikel 12.1, ‘Onderwerp van dwangbevel’ wordt toegevoegd:

    ‘Een dwangbevel per post blijft achterwege wanneer het openstaande bedrag minder dan € 6,00 bedraagt. Een dwangbevel betekent door de belastingdeurwaarder blijft achterwege wanneer het openstaande bedrag minder dan € 25,00 bedraagt’.

  • 12.

    In artikel 25.1.3, ‘Redenen afwijzing verzoek om uitstel’ wordt

    onderdeel k vervangen door:

    • k.

      het een bezwaar betreft tegen de WOZ-waarde;

  • 13.

    Artikel 25.2.1 ‘Bezwaar tegen hoogte belastingaanslag’ wordt

    vervangen door:

    ‘De belastingschuldige kan bezwaren tegen de hoogte van een belastingaanslag door middel van een bezwaarschrift kenbaar maken. Een in verband daarmee gevraagd uitstel van betaling kan de ontvanger verlenen tot het moment waarop de inspecteur uitspraak op het bezwaarschrift doet.

Het in artikel 25.2 van deze leidraad beschreven uitstelbeleid heeft uitsluitend betrekking op het door de belastingschuldige bestreden deel van de belastingaanslag waarvoor uitstel is verzocht of verleend.

Er wordt eveneens geen uitstel van betaling verleend wanneer het bezwaar is gericht tegen de waarde op de WOZ-beschikking en in de (hoger) beroepfase en cassatiefase.’

  • 14.

    Artikel 25.2.2, ‘Bezwaarschrift geldt als verzoek om uitstel; beroepschrift niet’ wordt vervangen door:

    ‘Als de belastingschuldige een gemotiveerd bezwaarschrift tegen een belastingaanslag indient, merkt de ontvanger het

    bezwaarschrift aan als een verzoek om uitstel van betaling.

    Een beroepschrift tegen de uitspraak van de inspecteur op het

    bezwaarschrift en een door de belastingschuldige ingesteld beroep tegen een rechterlijke uitspraak over de juistheid van een dergelijke uitspraak, gelden niet als een verzoek om uitstel van betaling. In beginsel wordt in de (hoger) beroepfase en cassatiefase geen uitstel van betaling verleend.

    Als de belastingschuldige bij de ontvanger een verzoek

    om uitstel indient in verband met een op korte termijn in te dienen bezwaarschrift, dan licht de ontvanger de inspecteur daaromtrent in en wordt dit verzoek ook aangemerkt als een pro-

    formabezwaarschrift.’

  • 15.

    Artikel 25.3.2, ‘Berekening van het uit te betalen bedrag bij

    uitstel’,

    artikel 25.3.3, ‘Beslissing op het verzoek om uitstel in verband met een uit te betalen bedrag’, en

    artikel 25.3.4, ‘Verrekening en uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag’, zijn niet van toepassing.

  • 16.

    In artikel 25.5.1 ‘Duur betalingsregeling particulieren’, 25.5.10 ‘Belastingschuldige stelt zelf een betalingsregeling voor’,

    25.5.11 ‘Betalingsregeling langer dan twaalf maanden’,

    25.6.1 ‘Duur betalingsregeling ondernemers’, dient twaalf maanden gelezen te worden als acht maanden.

  • 17.

    Aan artikel 26.1.2 ’Het indienen van een verzoek om kwijtschelding’

    en 26.1.3, ‘Niet ingevuld of onjuist ingevuld verzoekformulier

    om kwijtschelding’ wordt toegevoegd:

    Wanneer een verzoek op deze grond is afgewezen is het te

    allen tijde mogelijk opnieuw een volledig verzoek in te dienen.

  • 18.

    Artikel 26.1.12 wordt toegevoegd en bevat de volgende inhoud:

    Het normbedrag voor de kwijtschelding is 100% van de bijstandsnorm.

  • 19.

    Aan artikel 26.2.3, ‘De auto en kwijtschelding

Particulieren’ wordt toegevoegd:

‘De onmisbaarheid van de auto in verband met invaliditeit of ziekte kan aannemelijk gemaakt worden met een verklaring van een vertrouwensarts niet zijnde huisarts of een afschrift van de invalidenparkeerkaart.

  • 20.

    Artikel 26.4.1, ‘Administratief beroep tegen de

    afwijzing van een verzoek om kwijtschelding’ wordt vervangen door:

    ‘Als de belastingschuldige zich niet kan verenigen met de beschikking van de ontvanger op het verzoek om kwijtschelding, kan hij een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de ontvanger. Wanneer de belastingschuldige binnen 10 dagen na de afwijzingsbeschikking van het verzoek tot kwijtschelding, in plaats van administratief beroep, opnieuw een kwijtscheldingsformulier indient, wordt dit formulier aangemerkt als administratief beroep.

  • 21.

    Artikel 26.6 ‘Geautomatiseerde kwijtschelding’ wordt vervangen door:

Afhankelijk van het in het najaar gedane onderzoek vindt de geautomatiseerde kwijtschelding plaats òf door toetsing door het Inlichtingenbureau òf door zelf opvragen van gegevens.

Inlichtingenbureau

Het inlichtingenbureau toetst in het laatste kwartaal voorgaand aan het belastingjaar waarvoor eventueel kwijtschelding wordt verleend. De toetsing vindt plaats aan de hand van door het Ministerie van Financiën jaarlijks vastgestelde criteria.

Zelf opvragen van gegevens

De toetsing vindt plaats aan de hand van de gegevens op 1 januari van het belastingjaar van de Rijksbelastingdienst,

Gemeenschappelijke Kredietbank en Sociale Zaken van de gemeente Leeuwarden.

De Rijksbelastingdienst levert gegevens van belastingplichtigen van 65 jaar en ouder met alleen AOW.

De Gemeenschappelijke Kredietbank levert gegevens van belastingplichtigen

die in een schuldsaneringstraject verkeren.

Sociale Zaken levert gegevens van belastingplichtigen die een

bijstandsuitkering ontvingen en een vermogen van minder

dan € 1000 hebben.

Eigenaren van een woning komen niet in aanmerking voor geautomatiseerde

kwijtschelding.

Als op grond van de toetsing geen recht bestaat op geautomatiseerde kwijtschelding kan in een later stadium alsnog een individueel verzoek worden ingediend.

  • 22.

    Artikel 28.8 ‘Drempelbedrag’, wordt vervangen door:

    Rentebedragen van minder dan € 25 worden bij een slotbetaling op een belastingaanslag niet in rekening gebracht.

  • 23.

    Aan artikel 73.4.4, ‘Schuldsanering en faillissementsaanvraag’, bladzijde 141, wordt toegevoegd:

    Schulden aan bedrijven die niet aangesloten zijn bij het NVK (Nederlandse Vereniging Kredietverlening) worden niet meegenomen in het faillissement of WSNP).

  • 24.

    Artikel 80.1, ‘Tenuitvoerlegging termijndwangbevel’, is niet van toepassing.

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels invordering Leeuwarden 2009”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    De Beleidsregels invordering Leeuwarden 2008, vastgesteld op 8 november 2007, worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum, met dien verstande dat deze van toepassing blijven op feiten welke zich voor deze datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld op 28 augustus 2009.

Sectormanager Financiële Dienstverlening,

drs. R.W.J. Westerveld.