Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden 2013 is vanaf  de datum van inwerkingtreding van toepassing op alle aanvragen die na de datum van inwerkingtreding worden ingediend. Het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Leeuwarden 2012 is van toepassing op alle aanvragen die voor 14-02-2013 worden ingediend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-201316-01-2014nieuwe regeling

18-12-2012

Huis aan Huis; 13 februari 2013

376765
01-01-201214-02-2013nieuwe regeling

15-11-2011

Huis aan Huis; 28 december 2011

-
19-11-200929-09-200928-12-2011nieuwe regeling

29-09-2009

Huis aan Huis; 11 november 2009

-
08-07-2015

30-06-2015

overheid.nl: 6 juli 2015; huis aan huis 8 juli 2015

Tekst van de regeling

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Norminkomen

De norminkomens bedragen in 2013:

     
LeefvormNorminkomen  
 
Gehuwden beiden tot 65 jaar€ 16.037,04  
Alleenstaande ouder tot 65 jaar€ 11.225,88  
Alleenstaande tot 65 jaar€ 8.018,52  
Gehuwden, één partner 65 jaar of ouder€ 16.952,52  
Gehuwden beiden 65 jaar of ouder€ 16.952,52  
Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder€ 15.499,20  
Alleenstaande 65 jaar of ouder€ 12.316,20  
Gehuwden in inrichting€ 6.645,48  
Alleenstaande in inrichting€ 4.143,12  
Alleenstaande ouder in inrichting€ 4.143,12  

 

Artikel 2 Afwijkende inkomensvaststelling bij gewijzigd inkomen

  • 1.

    Indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste 10% of meer lager is dan het inkomen in het peiljaar wordt, op aanvraag van belanghebbende, het geschatte inkomen over een later jaar dan het peiljaar in aanmerking genomen.

  • 2.

    Bij toepassing van lid 1 wordt het norminkomen afgeleid van het jaar van de inkomensterugval.

Artikel 3 Berekening eigen bijdrage

De eigen bijdrage wordt berekend door het CAK (Centraal Administratie Kantoor). Betrokkene ontvangt van het CAK een beschikking waarin de eigen bijdrage is opgenomen.

Artikel 4 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1.

    Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken.

  • Het percentage van het inkomen boven € 23.208,- boven dit bedrag per vier weken bedraagt 15 %.

 

  • 2.

    Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken. Het percentage van het inkomen boven € 16.257,- boven dit bedrag per vier weken bedraagt   15 %.

     

  • 3.

    Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken. Het percentage van het inkomen boven € 22.676,- boven dit bedrag per vier weken bedraagt 15 %

  •  

  • 4.

    De bovengenoemde bedragen zijn gebaseerd op artikel 4.1 lid 1van het landelijk Besluit maatschappelijke Ondersteuning zoals geldend per 1 januari 2013. Indien de bedragen en percentages in artikel 4.1 lid 1van het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning worden gewijzigd, worden de bedragen en percentages in lid 1 tot en met 4 geacht op gelijke wijze te zijn gewijzigd.

  •  

  • 5.

    Voor aanvullende regels wordt verwezen naar de artikelen 4.1 leden 3 tot en met 8, 4.2, 4.3, 4.4 en 4.5 van het Besluit maatschappelijke Ondersteuning.

  • 6.

    Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 26,60  per vier weken. Het percentage van het inkomen boven € 28.733,- boven dit bedrag per vier weken bedraagt 15 %

Artikel 5 Periode waarover de eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd

  • 1.

    De periode waarover voor een voorziening een eigen bijdrage is verschuldigd bedraagt maximaal 39 perioden van 4 weken voor:

  • a

    een scootmobiel, voorziening op spierkracht met uitzondering van rolvoorzieningen, aanpassing aan auto of ander verplaatsingsmiddel, collectief vervoer en medisch noodzakelijke begeleiding volgens artikel 14, lid 3 van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden

  • b.

    een financiële tegemoetkoming in de verhuis-en en herinrichtingskosten volgens artikel 12, lid 3 onder a  van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden

  • c.

    een financiële tegemoetkoming voor een woningaanpassing volgens artikel 12, lid 3 onder b, c en d  van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden

  • d.

    een  in eigendom te verschaffen woonvoorziening van niet bouwkundige of woontechnische aard.

  • 2.

    De eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden is verschuldigd zolang van de voorziening gebruik wordt gemaakt.

Artikel 6 De kostprijs van een voorziening

  • 1.

    De eigen bijdrage en het eigen aandeel kunnen niet meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening.

  • 2.

    De eigen bijdrage voor zowel een persoonsgebonden budget als zorg in natura mogen niet meer dan 60% van het totaal van de kosten van een voorziening zijn.

  • 3.

    Een jaar bestaat uit 13 perioden van 4 weken.

  • 4.

    Het uurtarief voor hulp bij het huishouden in natura bedraagt voor:

  • a.

    Zorg in natura                                                     € 22,44 per uur

  • b.

    Hulp bij het huishouden HH3                                   € 37,55 per uur

  • 5.

    De kostprijs hulp bij het huishouden in natura (Zorg in Natura en Hulp bij het huishouden HH3) is het product van het aantal uren geleverde hulp en het uurtarief van die hulp zoals vermeld in het vierde lid.

  • 6.

    Het uurtarief voor hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget bedraagt voor:

  • a.

    Persoonsgebonden budget – dienstverlening aan huis: € 15,50 per uur

  • b.

    Persoonsgebonden budget:                                     € 17,95 per uur

  • 7.

    De kostprijs hulp bij het huishouden in de vorm van een PGB- dienstverlening aan huis en persoonsgebonden budget is het product van het aantal uren geïndiceerde hulp en het uurtarief zoals vermeld in het zesde lid.

  • 8.

    De kostprijs van een woonvoorziening wordt afgeleid van een vastgesteld normbedrag, een goedgekeurde kostenbegroting dan wel de overeengekomen prijs van de voorziening met de gecontracteerde leverancier.

  • 9.

    De kostprijs van een vervoermiddel wordt afgeleid van de nieuwprijs van de voorziening inclusief de kosten van aanpassing en accessoires.

 

Hoofdstuk 2 Te verstrekken individuele voorzieningen

Artikel 7 Financiele tegemoetkoming

Het college betaalt de financiële tegemoetkoming  uit op de bankrekening van belanghebbende  of op de bankrekening van een derde als daarvoor door belanghebbende een schriftelijke machtiging is gegeven.

Artikel 8 Algemene bepalingen bij persoonsgebonden budget

  • 1.

    Indien de gebruiksduur van de voorziening waarvoor een persoonsgebonden budget is verstrekt nog niet is verstreken kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:

  • a.

    er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de voorziening  noodzakelijk maken

  • b.

    er is sprake van een calamiteit die belanghebbende niet is te verwijten.

  • 2.

    Indien een belanghebbende die een persoonsgebonden budget voorziening heeft en hij de voorziening niet meer gebruikt in de gemeente Leeuwarden, dient de belanghebbende of de nabestaande(n) binnen een redelijke termijn de restwaarde van de voorziening aan de gemeente terug te betalen.

  • Het persoonsgebonden budget voor de instandhoudingskosten wordt verrekend voor de nog niet verstreken termijn.

  • 3.

    De restwaarde van de nieuwwaarde van de voorziening bedoeld in het 2e lid wordt berekend volgens onderstaande methodiek;

  • 0 - < 1 jaar: 70 %

  • 1 - < 2 jaar: 60 %

  • 2 - < 3 jaar: 45 %

  • 3 - < 4 jaar: 35 %

  • 4 - < 5 jaar: 25 %

  • 5 - < 6 jaar: 15 %

    • - < 7 jaar: 5 %.

  • 4.

    Indien belanghebbende met een persoonsgebonden budget-voorziening, deze voorziening binnen de  afschrijvingstermijn van 7 jaar niet meer gebruikt omdat deze niet meer adequaat is, wordt de restwaarde van de voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget.  De restwaarde van de

  • voorziening wordt berekend volgens de afschrijvingsmethodiek zoals verwoord in lid 3. Het persoonsgebonden budget voor de instandhoudingskosten wordt verrekend voor de nog niet verstreken termijn.

  • 5.

    Bij een woningaanpassing in de vorm van vervanging van een keuken

  • wordt de hoogte van de vergoeding volgens onderstaande methodiek berekend:

  • 0 - < 5 jaar: 100 %

  • 5 - < 10 jaar: 75 %

  • 10 - < 15 jaar: 50 %

  • 15 - < 20 jaar: 25 %

  • >20 jaar: 0% (in verband met economische afschrijving)

Hoofdstuk 3 Resultaat: het kunnen voeren van een huishouding

Artikel 9 Hoogte van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

Het bedrag dat per uur wordt vergoed voor hulp bij het huishouden bedraagt voor een:

  • a.

    Persoonsgebonden budget – dienstverlening aan huis:   € 15.50 per uur

  • b.

    Persoonsgebonden budget:                                      € 17.95 per uur

Uitbetaling vindt vooraf per 4 weken plaats, het CAK berekent en int de eigen bijdrage.

Artikel 10 Omvang hulp bij het huishouden

Het aantal uren en minuten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld aan de hand van de noodzakelijk te verrichten werkzaamheden op basis van een gestelde indicatie.

Onder bepaalde voorwaarden kan er sprake zijn van een indicatievrije toekenning. In dat geval is er sprake van een toekenning van max. 3 uur per week voor max. 3 maanden.

 

Artikel 11 Verantwoording besteding persoonsgebonden budget huishoudelijke hulp door belanghebbende

  • a.

    De belanghebbende dient binnen 6 weken na elk kalenderjaar, een verantwoordingsformulier in te dienen.

  • b.

    Indien een persoonsgebonden budget de duur heeft van minder dan 1 jaar, dan dient 6 weken na beëindiging van het persoonsgebonden budget, een verantwoordingsformulier ingediend te worden.

  • c.

    Als het persoonsgebonden budget betrekking heeft op een periode korter dan een halfjaar, moet het verantwoordingsformulier binnen 6 weken na afloop van die periode worden ingediend.

  • d.

    De belanghebbende dient schriftelijke overeenkomsten af te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde hulpverleners en dient bewijs van betaling aan te leveren.

  • e.

    Het volledige persoonsgebonden budget dient verantwoord te worden. Er is geen sprake van een verantwoordingsvrij bestedingsbedrag.

Hoofdstuk 4 Resultaat: het normaal gebruik kunnen maken van een woning.

Artikel 12 Verplichtingen

De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.

Artikel 13 Hoogte forfaitair bedrag woonwagens en woonschepen

Het forfaitaire bedrag voor aanpassing van woonwagens of woonschepen die niet voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in paragraaf 3.3.2. van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden bedraagt € 1018,-.

Artikel 14 Hoogte verhuiskostenvergoeding

De tegemoetkoming in verhuis-en herinrichtingskosten bedraagt maximaal: € 3.045,-.

 

Artikel 15 Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de adequate en financieel voordeligste woonvoorziening.

  • 2.

    De adequate en financieel voordeligste woonvoorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

  • 3.

    Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten worden toegekend.

  • 4.

    Het persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de  technische levensduur van de woonvoorziening.

Artikel 16 Hoogte tegemoetkoming bij bouwkundige woonvoorzieningen

De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor bouwkundige woonvoorzieningen wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college goedgekeurde offerte. Hierbij mogen de volgende kosten worden meegenomen:

  • 1.

    De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.

  • 2.

    Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991.

  • Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • 3.

    Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;

  • 4.

    De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is (bijv. bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • 5.

    De leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

  • 6.

    De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

  • 7.

    Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • 8.

    De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 16 van dit besluit;

  • 9.

    De door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 10.

    De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • 11.

    De kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

  • 12.

    De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voor zover de kosten, bedoeld onder l tot en met 11 van dit artikelonderdeel meer dan  €1.017,- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van € 362,-.

  • 13.

    Met (organisaties van) professionele verhuurders kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt over de uitvoering en financiering van aanpassingen indien de kosten €750,- of minder bedragen.

 

Artikel 17 Hoogte bezoekbaar maken woning

Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in artikel 12, lid 10, onder 3 van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden bedraagt  € 3.045,-.

 

De te verlenen vergoedingen kunnen volgens de onderstaande tabel worden vastgesteld:

  • -

    nieuwer dan twee jaar                        100 %

  • -

    tussen de twee en vier jaar                  75 %

  • -

    tussen vier en zes jaar                         50 %

  • -

    tussen zes en acht jaar                        25 %

Artikel 18 Hoogte tegemoetkoming aantal vierkante meters bouwen/grond en verharden van paden en terrassen

  • 1.

    Het maximale aantal m2 per vertrek in een zelfstandige woning, wat in aanmerking wordt genomen op grond van artikel 4 onder nummer 8 van dit besluit, is in onderstaand overzicht aangegeven:

    [Klik hier om het document te downloaden] Aantal m2

   

 

 

 

  • 2.

    Het maximale aantal m2 verhard pad dat in aanmerking komt voor vergoeding bedraagt 20 m2, bij:

  • -

    Het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte;

  • -

    Het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort.

  • 3.

    Ten behoeve van de aanleg van een nieuw terras dan wel aanpassing van een bestaand terras direct bij een woonruimte, dat ten hoogste voor financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 12, lid 3 onder b van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden in aanmerking komt, bedraagt 6 m2.

Artikel 19 Hoogte tegemoetkoming kosten van onderhoud, keuring en reparatie

Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de hieronder genoemde producten of onderdelen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming:

  • a.

    trapliften;

  • b.

    rolstoel- of plateauliften;

  • c.

    woonhuisliften;

  • d.

    hefplateauliften;

  • e.

    de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, blad of wastafel;

  • f.

    elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

  • g.

    toiletten met onderspoel-föhninrichting.

Artikel 20 Hoogte tegemoetkoming bij tijdelijke huisvesting

  • 1.

    De tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting bedraagt  maximaal € 664,66 per maand.

  • 2.

    Het in lid 1 genoemde bedrag is gebaseerd op artikel 13, lid 1 van de Wet op de huurtoeslag. Indien het bedrag in artikel 13, lid 1 wordt gewijzigd, wordt het bedrag in lid 1 geacht op gelijke wijze te zijn gewijzigd.

 

Artikel 21 Voorrang verhuizing boven woningaanpassing

De voorrang van verhuizing geldt als de aanpassing van de huidige woning meer bedraagt dan €10.000.

Artikel 22 Voorschrift losse woonunit

Een losse woonunit wordt in bruikleen verstrekt.

Artikel 23 Huurderving

Het minimale bedrag van de kosten van huurderving zijn €50,- per maand.

 

Artikel 24 Hoogte tegemoetkoming bij cara-sanering

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming voor woningsanering betreft uitsluitend kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in verband met cara of allergische aandoeningen. De maximale financiële tegemoetkomingen worden gebaseerd op de in punt 2 en 3 van dit artikel genoemde bedragen en afschrijvingspercentages.

  • 2.

    Voor vloerbedekking en raambedekking gelden de volgende normbedragen per m2 inclusief bijkomende kosten als egaliseren, leggen, ophangen etc.

  • a. Vinyl (PVC) vloerbedekking (rolstoelgeschikt) per strekkende meter van 4 meter breed: € 70,15

  • b. Gordijnen/lamellen per m2 raamoppervlak: € 24,42

  • 3.

    Afschrijvingspercentages: Bij het bepalen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen stoffering, door toepassing van de volgende afschrijvingspercentages op de in lid 2 genoemde normbedragen

 

GebruiksduurTot 2 jaarTot 4 jaarTot 6 jaarTot 8 jaarOuder 8 jaar
Vergoeding100%75%50%25%Nihil *)

*) Omdat de artikelen economisch zijn afgeschreven.

Artikel 25 Aanvang werkzaamheden en controle financiele tegemoetkoming

Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming indien:

  • a.

    Niet reeds een begin met de werkzaamheden is gemaakt voordat het college op de aanvraag heeft beschikt;

  • b.

    De door het college aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing zal worden verricht;

  • c.

    Aan de onder b genoemde personen inzicht wordt geboden in de vereiste bescheiden en tekeningen welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

  • d.

    De onder b genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing.

Artikel 26 Gereedmelding, rechthebbenden en vaststelling en uitbetaling persoonsgebonden budget

  • 1.

    Bouwkundige voorzieningen

  • a.

    Direct  na voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na de datum van toekenning van de voorziening, verklaart degene aan wie het persoonsgebonden budget is uitbetaald, dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • b.

    Deze gereedmelding gaat vergezeld van de op de werkzaamheden betrekking hebbende facturen. De gereedmelding leidt niet tot nabetaling.

  • 2.

    Niet bouwkundige voorzieningen

  • a.

    De belanghebbende dient, voor zover het persoonsgebonden budget is gebruikt voor de aanschaf van roerende zaken, binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

  • b.

    Daarnaast dient hij, indien van toepassing, jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

  • c.

    Voor zover het bedrag is gebruikt voor een verhuizing, geldt de adreswijziging als verantwoording.

 

Artikel 27 Gereedmelding, rechthebbenden en uitbetaling financiele tegemoetkoming

Bouwkundige voorzieningen

  • 1.

    Na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een woningaanpassing als bedoeld in artikel 12, lid 3 onder b, van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na het toekennen van een financiële tegemoetkoming, verklaart degene aan wie de financiële tegemoetkoming  wordt betaald dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2.

    De gereedmelding als bedoeld onder lid 1 gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend.

  • 3.

    De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming.

  • 4.

    Het bedrag van de vaststelling mag maximaal 10% hoger zijn dan het bij de toekenning begrote bedrag van de kosten. Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de verwachting bestaat dat de kosten meer dan 10% zullen afwijken van het begrote bedrag, dient de belanghebbende hierover onverwijld in contact te treden met het college.

  • 5.

    De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 12, lid 3, onder b, c en d van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden wordt toegekend en uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte.

  • 6.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 12, lid 3, onder a van de Verordening individuele voorzieningen gemeente Leeuwarden wordt rechtstreeks aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.

 

Hoofdstuk 5 Resultaat: het zich kunnen verplaatsen in en rond de woning

Artikel 28 Verplichtingen

De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is het daarnaast verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het hulpmiddel. De normale gebruiksduur van een hulpmiddel is 7 jaar.

 

Artikel 29 Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.

    De hoogte van het PGB voor aanschaf van een voorziening is gelijk aan de kostprijs van de adequate en financieel voordeligste voorziening.

  • 2.

    De adequate en financieel voordeligste voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

  • 3.

    Indien een PGB voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een PGB voor onderhoud, service en verzekering worden toegekend.

  • 4.

    Het PGB voor onderhoud, service en verzekering wordt jaarlijks betaald gedurende de  technische levensduur van de voorziening.

 

Artikel 30 Verantwoording persoonsgebonden budget

  • 1.

    De belanghebbende dient binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

  • 2.

    Daarnaast dient hij jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

 

Hoofdstuk 6 Resultaat: het zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 31 Opstaptarief en OV-tarief collectief vervoer

  • 1.

    De kosten voor een pashouder jonger dan 65 jaar zijn: per zone € 0,50

  • 2.

    De kosten voor een pashouder van 65 jaar en ouder zijn: per zone € 0,35

 

 

Onderstaand overzicht biedt inzicht in de situatie beleidsregels 2013 t.o.v. beleidsregels 2012.

 

Beleidsregels 2012(vastgesteld op 15-11-2011) Beleidsregels 2013Ingangsdatum
Vervoersgebied 6 zones vanaf woonadres  Vervoersgebied 5 zones vanaf woonadres (tenminste 1500 km.)Ingangsdatum nieuw contract vervoerder
Vrije zone binnen gemeenteGeen vrije zone binnen gemeenteIngangsdatum nieuw contract vervoerder  
Eigen aandeel       Kosten pashouder < 65 jaar: € 0,45 per zone   Kosten pashouder > 65 jaar: € 0,30 per zone  Eigenaandeel OV tarief per zone     Kosten pashouder < 65 jaar: per zone  € 0,50   Kosten pashouder > 65 jaar: per zone € 0,35 Ingangsdatum nieuw contract vervoerder
Medereizigers: Gratis  Medereizigers: Kostendekkend tariefIngangsdatum nieuw contract vervoerder
Begeleider op indicatie: gratis  Begeleiding op indicatie: gratis  Ingangsdatum nieuw contract vervoerder  
PGB collectief vervoer: € 571,-  PGB collectief vervoer: € 586,-Ongewijzigd beleid
Geen inkomenstoets  Geen inkomenstoetsNog niet bekend

 

 

Artikel 32 Gebruikskosten eigen auto of vervoer door derden

  • 1.

    Collectief vervoer in persoonsgebonden budget

  • De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de belanghebbende die in aanmerking kan komen voor deelname aan het collectieve vervoer, maar die op grond van artikel 14 lid 3, onder 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden kiest voor een persoonsgebonden budget, bedraagt € 586,- per jaar.

  • 2.

    Kilometervergoedingen.

  • De hoogte van het persoonsgebonden budget voor belanghebbenden die geen gebruik van het collectief vervoer kunnen maken en die recht hebben op een individuele kilometervergoeding bedraagt:

  • 1. bij het gebruik van een particuliere auto:          €    648,- per jaar;

  • 2. bij gebruik van een taxi:                                € 3.131,- per jaar;

  • 3. bij gebruik van een rolstoeltaxi:                      € 4.808,- per jaar.

  •  

Artikel 33 Uitzonderingen bij verstrekken van collectief vervoer

  • 1.

    Belanghebbenden die collectief vervoer én een scootmobiel in gebruik hebben, ontvangen 50% van de in artikel 31lid 1 en 2 genoemde financiële tegemoetkoming;

  • 2.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de tegemoetkoming volgens lid 1 en de vervoersbehoefte vrijwel geheel samenvalt, wordt de financiële tegemoetkoming beperkt tot 1500 km.

  • 3.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de tegemoetkoming en de vervoersbehoefte gedeeltelijk samenvalt, zal nader worden bepaald welk deel samenvalt en welk deel voor een aanvullende tegemoetkoming in aanmerking kan komen.

Artikel 34 Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.

    De hoogte van het PGB voor aanschaf van een voorziening is gelijk aan de kostprijs van de adequate en financieel voordeligste voorziening.

  • 2.

    De adequate en financieel voordeligste voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

  • 3.

    Indien een PGB voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een PGB voor instandhoudingskosten worden toegekend.

  • 4.

    Het PGB voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de  technische levensduur van de voorziening.

 

Hoofdstuk 7 Resultaat: de mogelijkheden om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Artikel 35 Hoogte tegemoetkoming voor sportvoorziening

De tegemoetkoming voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt maximaal € 2.682,- per 3 jaar.

Hoofdstuk 8 Slothoofdstuk

Artikel 36 Inwerkingtreding

Dit besluit is vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Leeuwarden van 18 december 2012 en treedt in werking 1 dag na publicatie.

 

Artikel 37 Intrekking oude regeling en overgangsrecht

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie.

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden 2013 is vanaf  de datum van inwerkingtreding van toepassing op alle aanvragen die na de datum van inwerkingtreding worden ingediend. Het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Leeuwarden 2012 is van toepassing op alle aanvragen die voor 14 februari 2013 worden ingediend.

Artikel 38 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden’.