Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een baatbelasting voor de aansluiting op de riolering van panden in het buitengebied, deel II |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering buitengebied, deel II |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 222
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2001 | nieuwe regeling | 27-06-2000 Onbekend. | Onbekend. |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 juni 2000;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het ‘Bekostigingsbesluit riolering buitengebied’, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 oktober 1997, nr. 9;
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING VOOR DE AANSLUITING OP DE RIOLERING VAN PANDEN IN HET BUITENGEBIED, DEEL II.
Onder de naam ‘Baatbelasting riolering buitengebied, deel II’ wordt de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2001 gebaat zijn door de aanleg van riolering.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
De belasting bedraagt 50 % van de per onroerende zaak voor rekening van de gemeente blijvende aanlegkosten, tot een maximumbedrag van ƒ 5.000,00 per aansluiting.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.