Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Verordening op de heffing en de invordering van Marktgelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van Marktgelden 2012
CiteertitelVerordening Marktgelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229, lid1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201101-01-2013Onbekend

02-11-2011

De Kennemer, 21-12-2011

Raadsstuk 2011/45784
16-12-201001-01-2012Onbekend

02-11-2010

De Kennemer, 15-12-2010

Raadsstuk 2010/51698

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Marktgelden 2012

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 september 2011, nummer 2011/45784;

 

gehoord het Comité Generaal d.d. 11 oktober 2011;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en bvan de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van Marktgelden 2012

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een dag: de dag waarop de markt gehouden wordt, waarbij de voor de markt bestemde dagen afzonderlijk worden beschouwd;

  • b.

    een maand: een kalendermaand;

  • c.

    een jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgelden” worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene die van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, gebruik maakt of laat maken.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De rechten worden geheven naar de frontbreedte met een diepte van ten hoogste twee meter van de standplaats in strekkende meters, ingenomen langs de voorzijde van de kraam of standplaats.

Artikel 5 Tarief

De rechten bedragen per strekkende meter frontbreedte met een diepte van ten hoogste twee meter of gedeelte daarvan, ongeacht de mate van gebruik:

a.

voor een standplaats, per dag of gedeelte daarvan:

€ 4,51

b.

voor een vaste standplaats, per kalendermaand of een gedeelte daarvan:

€ 13,22

c.

voor een vaste standplaats, per kalenderjaar of een gedeelte daarvan:

€ 153,11

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar voor artikel 5c.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag of middels een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld

  • 1.

    De rechten als bedoeld in artikel 5.a zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De rechten als bedoeld in artikel 5.b en 5.c zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5.c in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5.c in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1.

    De in artikel 5.a. bedoelde rechten moeten worden betaald op het moment waarop de in artikel 7 bedoelde kennisgeving wordt uitgereikt.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet vereenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 en minder is dan € 1.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening marktgelden 2011 van 2 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Marktgelden 2012”.

Beverwijk, 3 november 2011

de raad voornoemd,

de griffier,de voorzitter,