Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Overbetuwe

Wijzigingsverordening Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008 (tweede wijziging)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Overbetuwe
Officiële naam regelingWijzigingsverordening Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008 (tweede wijziging)
CiteertitelWijzigingsverordening Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008 (tweede wijziging)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201231-12-2012art. 5

20-12-2011

Hét Gemeente Nieuws; 28-12-2011

11rb000153
01-01-2009art. 3

16-12-2008

Hét Gemeente Nieuws; 24-12-2008

08rb000444
01-01-200801-01-2009nieuwe regeling

18-12-2007

Hét Gemeente Nieuws; 27-12-2007

07RB000207

Tekst van de regeling

Onderwerp: Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008

Ons kenmerk: 07rb000207

Nr. 12a

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2007;

gelezen het advies van de commissie GFZ van 4 december 2007;

gelet op artikel(en) 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening hondenbelasting

gemeente Overbetuwe 2008

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor honden:

  • a.

    die worden gehouden als hulp voor visueel en/of lichamelijk gehandicapte personen, voor zover de honden met succes zijn opgeleid door een erkend of daarmee gelijk te stellen instituut en de honden kosteloos in bruikleen zijn gegeven;

  • b.

    die in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c., van het Honden- en kattenbesluit 1999, verblijven, voor zover het asiel is opgenomen in het centraal register als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van voormeld besluit;

  • c.

    die uitsluitend voor de verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, en voor zover de inrichting is opgenomen in het centraal register als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van voormeld besluit;

  • d.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij samen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

1.De belasting bedraagt per belastingjaar:
 a.voor een eerste hond:47,00;
 b.voor een tweede hond:70,50;
 c.voor iedere hond boven het aantal van twee:94,00.
2.In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel die is geregistreerd bij de Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland: € 233,85 per kennel.
3.In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden waarvan de houder woonachtig is in een gebied dat niet is gelegen in de bebouwde kom, de helft van de op grond van het eerste lid berekende belasting. Onder bebouwde kom wordt het gebied verstaan zoals dat is aangegeven in het bij het begin van het belastingjaar van toepassing zijnde, op grond van artikel 20a, eerste lid van de Wegenverkeerswet, genomen raadsbesluit.
4.Het tweede lid blijft buiten toepassing als een belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden als blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Betalingstermijnen

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3.

    In aanvulling op het tweede lid geldt, in de situaties waarin er na de kalendermaand waarin de aanslag wordt opgelegd minder dan acht maanden in het kalenderjaar overblijven, het volgende: de aanslagen moeten worden betaald in zoveel termijnen als er nog kalendermaanden van het belastingjaar overblijven, met een minimum van drie.

  • 4.

    In afwijking van het tweede en derde lid geldt ingeval het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder bedraagt dan € 100,- of meer is dan € 3.000,- , dat de aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met derde lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Ingangsdatum heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

Artikel 11 Nadere regels heffing en invordering door college

Het college kan voor de heffing en de invordering van de hondenbelasting nadere regels vaststellen.

Artikel 12 Intrekking oude regeling

De Verordening hondenbelasting 2005, zoals vastgesteld bij besluit van 21 december 2004 en voor het eerst gewijzigd bij besluit van 20 december 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsrecht

De Verordening hondenbelasting 2005 en de eerste wijziging daarvan blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2008 hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 18 december 2007.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,de voorzitter,
   
   
drs. A.J. van den BrinkE. Tuijnman.