Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2016 |
Citeertitel | Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | ozb 151201.pdf |
Geen.
Gemeentewet artikel 220 tot en met 220h.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 01-12-2015 Officiele bekendmakingen gemeenteblad nr. 118695 10 december 2015 | 15rb000146 | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 09-12-2014 Officiele bekendmakingen gemeenteblad nr. 74586, 12 december 2014 | 14rb000181 | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 03-12-2013 De Betuwe; 11 december 2013 | 13rb000143 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 18-12-2012 De Betuwe; 27-12-2012 | 12RB000156 | |
05-01-2012 | 31-12-2012 | art. 5 | 20-12-2011 Hét Gemeente Nieuws, 28-12-2011 | 11rb000156 | |
30-12-2010 | 31-12-2012 | art. 5 | 14-12-2010 Hét Gemeente Nieuws, 22-12-2010 | 10rb000163 | |
30-12-2010 | 31-12-2012 | art. 5; lid 1 | 14-12-2010 Hét Gemeente Nieuws, 22-12-2010 | 10rb000163 | |
01-01-2009 | 31-12-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2008 Hét Gemeente Nieuws, 24-12-2008 | 08rb000449 | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007 Hét Gemeente Nieuws, 27-12-2007 | 07RB000210 |
Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2016
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2015;
gehoord het advies van de voorbereidende vergadering van 17 november 2015;
gelezen de informatiememo raad inzake ‘wijziging verordening onroerende-zaakbelastingen en lijkbezorgingsrechten’ van 12 november 2015;
Bij de gebruikersbelasting wordt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Voor de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning als de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Als voor een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
straatmeubilair, waaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.
In aanvulling op het tweede lid geldt, in de situaties waarin er na de kalendermaand waarin de aanslag wordt opgelegd minder dan acht maanden in het kalenderjaar overblijven, het volgende: de aanslagen moeten worden betaald in zoveel termijnen als er nog kalendermaanden van het belastingjaar overblijven, met een minimum van drie.
In afwijking van het tweede en derde lid geldt ingeval het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder bedraagt dan € 50,- of meer is dan € 35.000,-, dat de aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 8 Nadere regels door college
Het college kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Artikel 9 Intrekking oude regeling
De Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2015, zoals vastgesteld bij besluit van 9 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016.
De Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2015 blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2016 hebben voorgedaan.