Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Overbetuwe 2005 |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Overbetuwe 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2007 | Geen. | 02-11-2004 De Betuwe; 17-11-2004 | Nr. 19Ab |
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2004;
gelet op artikel 18, zevende lid van de Wet inburgering nieuwkomers, artikel 18 van de Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet
overwegende dat het opleggen van boetes bij het niet nakomen van uit de Wet inburgering nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen bij verordening geregeld dient te worden;
besluit vast te stellen de volgende:
Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Overbetuwe.
Hoofdstuk 2 Hoogte van de bestuurlijke boete
Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete
De bestuurlijke boete bedraagt 20 procent van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, genoemd in paragraaf 3.2, van de Wet werk en bijstand (WWB), nadat deze bijstandsnorm is vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de WWB door het college vastgestelde verhoging of verlaging.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 november 2004
De raad voornoemd,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
E.Tuijnman
In verband met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) komt tevens het Boetebesluit WIN te vervallen. Het Boetebesluit WIN omvatte nadere regelgeving voor de boete bij schending van aan het inburgeringtraject verbonden verplichtingen. De gemeente wordt in de in de nieuwe bepaling (artikel 18, zevende lid WIN) verzocht door middel van een verordening nadere regels te stellen.
De WIN legt verplichtingen op aan degene die als nieuwkomer wettelijk verplicht zijn een inburgeringcursus te volgen. Onder deze nieuwkomers zijn zowel bijstandsafhankelijken, als niet-bijstandsafhankelijken. Bij de bijstandsafhankelijke nieuwkomer wordt de inburgeringcursus aangemerkt als een onderdeel van het inburgeringtraject. Schending van verplichtingen naar aanleiding van dit traject worden dan ook op basis van de Maatregelverordening gesanctioneerd. Voor de niet-bijstandsafhankelijke nieuwkomer geldt de Maatregelverordening niet. Tot deze categorie nieuwkomers is de onderhavige verordening vooral gericht.
In de verordening is qua nadere regelgeving aangesloten bij het Boetebesluit WIN: één boete zodra sprake is van schending van een van de in de WIN opgenomen verplichtingen. Qua hoogte van de boete is daarnaast aansluiting gezocht bij de Maatregelverordening: 20% van de bijstandsnorm bij schending van trajectafspraken.
De verordening kent daarnaast, gelijk de Maatregelverordening, een recidive bepaling.
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.
Artikel 2 Het opleggen van een bestuurlijke boete
In dit artikel staat aangegeven in welke gevallen een bestuurlijke boete wordt opgelegd. Dat is het geval als de nieuwkomer niet voldoet aan de verplichtingen uit de Wet inburgering, zoals die worden genoemd in de artikelen 2, 4 vierde lid, 8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10, derde lid of 12, eerste lid. Hierin staan de volgende verplichtingen:
De boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de verwijtbaarheid. Dit betekent dus dat de boete niet in alle gevallen 20% bedraagt, maar dat hiervan kan worden afgeweken. In het tweede lid van dit artikel wordt dit expliciet genoemd.
Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete
Bij bepaling van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de “Maatregelenverordening Wet werk en bijstand van de gemeente Overbetuwe 2005”.De gedragingen genoemd artikel 2 zijn te kwalificeren als het geen of onvoldoende medewerking verlening aan het verkrijgen danwel behouden van algemeen geaccepteerde arbeid (artikel 8 van de maatregelenverordening). Het gaat om een gedragingen die vallen onder de derde categorie, namelijk het niet of in onvoldoende mate gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening. (lid 3, sub b). De maatregel die daar vervolgens op grond van artikel 9 lid 1, sub c kan worden gegeven is een korting van 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand.
In het tweede lid van dit artikel is geregeld dat indien de nieuwkomer geen bijstandsuitkering heeft er bij de hoogte van de boete uitgegaan wordt van de bijstandsnorm die voor deze persoon zou gelden als hij wel een bijstandsuitkering zou hebben.
Dit artikel bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van een zelfde verwijtbare gedraging binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging.
In het tweede lid is te vinden dat een bestuurlijke boete gelijkgesteld wordt met een besluit om van een boetoplegging af te zien vanwege dringende redenen. De reden voor het opnemen van deze regeling is dat er dan wel een verwijtbare gedraging heeft plaats gevonden, ondanks dat er vanwege dringende redenen geen boeteoplegging plaats vindt. Immers als binnen 12 maanden nogmaals verwijtbaar gedrag wordt vertoond, is er natuurlijk wel sprake van recidive.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.