Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Overbetuwe

Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Overbetuwe
Officiële naam regelingSubsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006
CiteertitelSubsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Subsidieregeling duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden Overbetuwe word ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Monumentenwet
  2. Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2009nieuwe regeling

25-11-2008

Hét Gemeente Nieuws; 17-12-2008

08rb000296
13-03-200801-01-200801-01-2009nieuwe regeling

26-02-2008

Hét Gemeente Nieuws; 12-03-2008

07RB000218
03-01-200801-01-200701-01-2008art. 1, 10, 12, 16 t/m 20

18-12-2007

Hét Gemeente Nieuws; 27-12-2007

07rb000160
09-02-200601-01-2008nieuwe regeling

31-01-2006

Hét Gemeente Nieuws; 08-02-2006

06rb000007

Tekst van de regeling

Onderwerp: Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden

Ons kenmerk: 06RB000007

Nr. 12Bc

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2005;

gelezen het advies van de commissie Ruimte van 7 december 2005;

gelet op het bepaalde in de Monumentenwet 1988 en hoofdstuk 4, titel 2 Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

‘Subsidieverordening Duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    onderhoudsactiviteiten: de werkzaamheden noodzakelijk om een cultuurhistorische waarde in goede staat te houden dan wel in de bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties aan een cultuurhistorische waarde te voorkomen en/of te verminderen dan wel de werkzaamheden in het kader van een haalbaarheidsonderzoek, archeologische onderzoek en/of een archeologische noodopgraving;

  • b.

    cultuurhistorische waarde: object of structuur van historisch-bouwkundige, archeologische en/of historisch-geografische waarde, zoals deze in ieder geval is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst, als bedoeld in de Monumentenverordening;

  • c.

    monumentenwacht: de Stichting Monumentenwacht Gelderland;

  • d.

    monumentencommissie: de gemeentelijke monumentencommissie;

  • e.

    monumentenverordening: de laatstelijk door de gemeenteraad vastgestelde en geldende Monumentenverordening;

  • f.

    raad: de raad van de gemeente Overbetuwe;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

  • h.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieverordening

Deze verordening is van toepassing op de door het gemeentebestuur te verstrekken subsidies voor onderhoudsactiviteiten ten behoeve van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden in de gemeente Overbetuwe.

Artikel 3 Beschikbare bedrag en subsidieplafond
  • 1.

    De raad stelt het bedrag vast dat voor subsidiëring, als bedoeld in deze verordening, beschikbaar is.

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond vaststellen. Indien het college van deze bevoegdheid gebruikt maakt, wordt bij de bekendmaking van het subsidieplafond de wijze van verdeling van het alsdan beschikbare bedrag aangegeven.

  • 3.

    Het college kan een subsidieplafond niet vaststellen op een hoger bedrag dan het op de begroting beschikbaar gestelde bedrag.

Artikel 4 Bevoegdheid, nadere regels en uitvoering
  • 1.

    Het college is bevoegd tot het verstrekken van subsidies, als bedoeld in deze verordening. Het college kan hierbij nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Uitvoeringsovereenkomst

Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening is het college bevoegd een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Awb te sluiten.

Artikel 6 (Rechts)persoonlijkheid van de aanvrager
  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

    • a.

      de natuurlijke of rechtspersoon, al dan niet op winst gericht, die krachtens eigendom of beperkt recht het genot heeft van een object met cultuurhistorische waarde;

    • b.

      de natuurlijke of rechtspersoon, al dan niet op winst gericht, die krachtens eigendom of beperkt recht het genot heeft van een archeologisch object, onder wiens opdracht een archeologisch vooronderzoek, archeologische noodopgraving en fysieke bescherming van een archeologische vindplaats en/of terrein plaatsvindt.

  • 2.

    Het college kan van het bepaalde in het vorige lid afwijken. De bepalingen van deze verordening zijn alsdan zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Gronden om subsidie te weigeren

De subsidie kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 Awb vermelde gevallen, worden geweigerd, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    de kosten van de onderhoudsactiviteiten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn c.q. worden vergoed;

  • b.

    de kosten van de onderhoudsactiviteiten op grond van belastingwetgeving op de verschuldigde belasting in mindering kunnen worden gebracht;

  • c.

    de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de onderhoudsactiviteiten te dekken;

  • e.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente Overbetuwe.

Hoofdstuk 2 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8 Verrichten onderhoudsactiviteiten
  • 1.

    De subsidieontvanger is gehouden de onderhoudsactiviteiten te verrichten, zoals deze in de subsidiebeschikking zijn opgenomen.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient, indien blijkt dat de te verrichten onderhoudsactiviteiten dreigen niet plaats te zullen vinden, het college hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen, onder vermelding van oorzaak en genomen dan wel te nemen maatregelen om alsnog te voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 9 Onderzoek

De subsidieontvanger dient medewerking te verlenen aan elk onderzoek, dat door of namens het college nodig wordt geacht. Deze medewerking strekt zover als redelijkerwijs en naar omstandigheden mogelijk is.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening

Artikel 10 Subsidieaanvraag
  • 1.

    Een aanvraag om subsidieverlening dient vóór 1 februari van enig jaar door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier bij het college te worden ingediend.

  • 2.

    Bij de indiening van de aanvraag dienen in ieder geval te worden overgelegd:

    • a.

      een begroting van de met de onderhoudsactiviteiten gemoeide kosten voorzien van een duidelijke toelichting;

    • b.

      een recent inspectierapport, opgesteld door de monumentenwacht dan wel een onafhankelijke terzake deskundige of instantie.

  • 3.

    Het college kan andere dan de in het vorige lid vermelde bescheiden vragen teneinde de aanvraag om subsidieverlening te kunnen beoordelen.

  • 4.

    Het college kan modellen, formulieren c.q. richtlijnen vaststellen voor de bescheiden, zoals bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 5.

    Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 11 Beslistermijn en horen monumentencommissie
  • 1.

    Het college beslist inzake een aanvraag om subsidieverlening binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 2.

    Het college kan alvorens een beslissing op een aanvraag te nemen, de monumentencommissie terzake horen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, beslist het college op een aanvraag – ten aanzien waarvan de monumentencommissie wordt gehoord – niet eerder, dan nadat deze commissie gedurende 8 weken in de gelegenheid is geweest haar zienswijze terzake aan het college kenbaar te maken.

Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling

Artikel 12 Subsidieaanvraag
  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling dient binnen 4 weken, nadat de onderhoudsactiviteiten zijn voltooid, doch uiterlijk vóór 1 december, door middel van een daartoe vastgesteld gereedmeldingsformulier bij het college te worden ingediend.

  • 2.

    Bij de indiening van de aanvraag dient in ieder geval een gespecificeerde financiële verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten, voorzien van (afschriften van) rekening(en), te worden overgelegd.

  • 3.

    Het college kan andere dan de in het vorige lid vermelde bescheiden vragen teneinde de aanvraag om subsidievaststelling te kunnen beoordelen.

  • 4.

    Het college kan modellen, formulieren c.q. richtlijnen vaststellen voor de bescheiden, zoals bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 5.

    Indien een aanvraag om subsidievaststelling niet tijdig is ingediend, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 13 Beslistermijn en goedkeuring onderhoudsactiviteiten
  • 1.

    Het college beslist inzake een aanvraag om subsidievaststelling binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 2.

    Het college neemt niet eerder een beslissing, dan nadat de wijze waarop de onderhoudsactiviteiten zijn uitgevoerd, door of namens het college is goedgekeurd.

Artikel 14 Subsidievaststelling, -intrekking en -wijziging
  • 1.

    Het college kan naast de gevallen, vermeld in artikel 4:46, tweede en derde lid Awb, de subsidie lager vaststellen, indien:

    • a.

      is gebleken, dat de subsidie aan andere activiteiten is besteed dan waarvoor zij is aangevraagd, dan wel verleend;

    • b.

      de subsidieontvanger een financieel wanbeleid voert;

    • c.

      de subsidieontvanger zichzelf bij besluit heeft, dan wel bij rechterlijk vonnis is geliquideerd c.q. ontbonden;

    • d.

      bij de subsidieontvanger conservatoir of executoriaal beslag is gelegd op het vermogen of een deel ervan;

    • e.

      aan de subsidieontvanger surséance van betaling is verleend;

    • f.

      de subsidieontvanger in staat van faillissement is verklaard.

  • 2.

    Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen als zich een geval als vermeld in artikel 4:48, eerste lid Awb, of een geval als vermeld in het vierde lid van dit artikel voordoet.

  • 3.

    Het college kan een vastgestelde subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen in de gevallen, vermeld in artikel 4:49, eerste lid Awb.

Artikel 15 Uitbetaling
  • 1.

    De subsidie wordt niet eerder uitbetaald, dan nadat de subsidie is vastgesteld.

  • 2.

    De beschikking tot subsidievaststelling vermeld op welke wijze de subsidie zal worden uitbetaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 16 Afwijkingsbevoegdheid
  • 1.

    Het college kan van een of meer bepalingen van deze verordening afwijken, dan wel deze buiten toepassing laten.

  • 2.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Overgangsbepaling
  • 1.

    Op een aanvraag om subsidie die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is ingediend, blijft het bepaalde in de "Subsidieregeling Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische waarden Overbetuwe" van toepassing.

  • 2.

    Op een aanvraag om subsidie die op en na de datum van inwerkingtreding van deze verordening is ingediend, is deze verordening van toepassing.

Artikel 18 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip wordt ingetrokken de ‘Subsidieregeling Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische waarden Overbetuwe’.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006’.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 31 januari 2006

De raad voornoemd,

de griffier,de voorzitter,
drs. A.J. van den BrinkE. Tuijnman.