Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint Anthonis

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint Anthonis
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2006
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van heffing is 1 januari 2006.

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 12-12-2005

Bron ondertekening inwerkingstredingbesluit PeelrandWijzer 21-12-2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200524-04-2014Nieuwe regeling.

12-12-2005

PeelrandWijzer 21-12-2005

Onbekend.

Tekst van de regeling

De Raad van de gemeente Sint Anthonis;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2006.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vavakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of tacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen, welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen, kampeerboerderijen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeer-onderkomens of stacaravans, welke niet in hoofd-zaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat in hoofdzaak gebezigd wordt voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeer-onderkomen of stacaravan.

Artikel 2

Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig ver-huurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3

Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5

Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6

Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op: 1,8 personen indien het aantal slaapplaatsen twee of minder bedraagt; 2,6 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan twee bedraagt.

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

Ten hoogste drie maandenbepaald op 50
Meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 60
Meer dan zes doch ten hoogste twaalf maandenbepaald op 65

Artikel 7

Opteren voor niet forfaitaire heffingsgrondslag

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien uit door hem over te leggen bescheiden blijkt dat dit aantal lager is dan het grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8

Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,74.

Artikel 9

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10

Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11

Aanslaggrens

Geen aanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 12

Betalingstermijnen

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belasting-schuldige kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in zeven gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 13

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14

Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks aan aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet schriftelijk te melden.

Artikel 15

Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft of wie heeft overnacht gegevens tenminste betreffende:

    • -

      naam, leeftijd en woonplaats;

    • -

      datum van aankomst en vertrek;

    • -

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

Artikel 16

Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De ‘Verordening toeristenbelasting Sint Anthonis 2004’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2006’.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

    Raad van de gemeente Sint Anthonis van

    12 december 2005.

    De Raad voornoemd,

de griffier,de voorzitter,
   
mr. A.P.J.L. Keijzers.J.M.J. Verbeeten.

De Raad van de gemeente Sint Anthonis;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2006;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

eerste wijziging van de “Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2006”, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2005.

Artikel 1

Belastingtarief

Het tarief genoemd in artikel 8 van de verordening bedraagt per overnachting € 0,70.

Deze wijziging treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

De datum van ingang van heffing is 1 januari 2007.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Sint Anthonis van 18 december 2006

De Raad voornoemd,

de griffier,de voorzitter,
   
mr. A.P.J.L. Keijzers.J.M.J. Verbeeten.