Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Marum

Verordening regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de culturele raad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMarum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de culturele raad
CiteertitelVerordening op de Culturele Raad van de gemeente Marum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 20 oktober 1983.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-08-199401-01-2021nieuwe regeling

21-07-1994

Midweek, 3 augustus 1994.

Nr. 4-11.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de culturele raad

De raad der gemeente Marum;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 juli 1994;

 

overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

 

"VERORDENING REGELENDE DE TAKEN, DE BEVOEGDHEDEN, DE SAMENSTELLING EN DE WERKWIJZE VAN DE CULTURELE RAAD"

 

 

Artikel 1 Taakomschrijving

  • 1.

    De Culturele Raad heeft tot taak:

    • a.

      burgemeester en wethouders op hun verzoek of uit eigen beweging te adviseren over het gemeentelijk beleid op het terrein van het culturele leven in de gemeente;

    • b.

      organisaties, instellingen en personen, werkzaam op het terrein van het culturele leven in de gemeente op hun verzoek of uit eigen beweging te adviseren over hun werkzaamheden;

    • c.

      het propageren, stimuleren en coördineren van het culturele leven in de meest uitgebreide zin en het waar mogelijk samenwerken met organisaties en personen, welke het zelfde doen nastreven;

    • d.

      het bevorderen van samenwerking tussen verenigingen en instellingen, welke zich op enigerlei wijze bezig houden met het culturele leven;

    • e.

      het verrichten van organisatorische werkzaamheden op cultureel gebied, zulks met inachtneming van de zelfstandigheid van de op het betrokken terrein in de gemeente werkzame organisaties, instellingen, groeperingen en personen.

    • f.

      het organiseren, coördineren, aktiveren en stimuleren van culturele manifestaties en projecten van incidentele en experimentele aard.

    • g.

      het onderhouden van kontakten met organisaties, instellingen, groeperingen en personen, die buiten de gemeente op cultureel terrein werkzaam zijn;

    • h.

      het geven van voorlichting en het verlenen van bemiddeling op cultureel terrein.

       

Artikel 2 Samenstelling

  • 2.

    De Culturele Raad bestaat uit zeven door de gemeenteraad op aanbeveling van burgemeester en wethouders, de Culturele Raad gehoord, te benoemen leden.

  • 3.

    De leden van de Culturele Raad worden benoemd uit de inwoners van de gemeente, waarbij rekening wordt gehouden met een goede spreiding van de leden over de dorpen en met hun betrokkenheid bij het culturele verenigingsleven. De leden van de Culturele Raad dienen deskundig te zijn op één of meer terreinen van het culturele leven.

  • 4.

    Leden van de Culturele Raad mogen geen ambtenaar in dienst van de gemeente zijn.

     

Artikel 3 Zittingsduur

  • 1.

    De leden worden benoemd voor de tijd van vier jaar. Zij zijn terstond herkiesbaar.

  • 2.

    In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

     

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

  • 1.

    De Culturele Raad benoemd uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris, die tezamen het dagelijks bestuur vormen.

  • 2.

    De gemeente-secretaris of een door hem aan te wijzen ambtenaar is ambtelijk secretaris van de Culturele Raad en van het dagelijks bestuur.

     

Artikel 5  

Alle stukken, die van de Culturele Raad of het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

 

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De Culturele Raad vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur het nodig oordelen of als het door tenminste drie leden schriftelijk en met opgaaf van redenen wordt verzocht.

  • 2.

    Indien de vergadering is gevraagd door het vereiste aantal leden, wordt zij binnen 2 weken na datum van binnenkomst van een zodanig verzoek gehouden.

  • 3.

    De vergaderingen worden belegd door de voorzitter. Hij zorgt ervoor, dat de leden - spoedeisende gevallen uitgezonderd - tenminste zes dagen voor het houden van een vergadering schriftelijk worden opgeroepen. De te behandelen zaken worden zoveel mogelijk in de oproepingsbriefjes vermeld.

  • 4.

    De te houden vergaderingen worden op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 5.

    Degenen die de vergadering van de Culturele Raad bijwonen mogen in die vergadering - nadat de voorzitter hen daartoe in de gelegenheid heeft gesteld en met inachtneming van de door hem te stellen regelen - het woord voeren over de onderwerpen die tijdens de vergadering aan de orde zijn of aan de orde zullen komen.

     

Artikel 7  

  • 1.

    De vergaderingen van de Culturele Raad worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren van de vergaderingen worden gesloten, wanneer een derde gedeelte van de aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De Culturele Raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van tweederde van de aanwezige leden.

  • 3.

    De Culturele Raad kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan de Culturele Raad worden voorgelegd, de geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden, die bij de behandeling tegenwoordig waren als door de leden, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de Culturele Raad haar opheft.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan omtrent de inhoud van stukken, als bedoeld in het vorig lid, voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de leden.

  • 5.

    De voorlopige oplegging van geheimhouding vervalt zo zij niet aan de Culturele Raad in zijn eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van het getal der zitting hebbende leden tegenwoordig is, ter bekrachtiging wordt aangeboden. In geval van niet-bekrachtiging vervalt de voorlopige oplegging.

     

Artikel 8  

  • 1.

    De vergaderingen van de Culturele Raad worden niet gehouden zo niet blijkens een door de secretaris aan te houden presentielijst meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Indien het in het lid 1 vermelde aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter zonodig een nieuwe vergadering beleggen met een tussentijd van tenminste vierentwintig uur. Wanneer ook dan het vereiste getal leden niet is opgekomen, wordt over de in de oproepingsbriefjes vermelde zaken een besluit genomen ongeacht het getal leden, dat is opgekomen.

     

Artikel 9  

  • 1.

    Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen bij gesloten en ondergetekende briefjes.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

     

Artikel 10  

  • 1.

    Een stemming is nietig, indien niet meer dan de helft van het getal leden, dat zitting heeft en zich niet van medestemmen moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 2.

    Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen worden leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, voor de toepassing van dit artikel geacht aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Bij staken van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    In geval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen van personen bij herstemming de stemmen staken beslist terstond het lot.

     

Artikel 11  

  • 1.

    Het reglement van orde, dat de Culturele Raad voor zijn vergaderingen vaststelt, wordt aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

  • 2.

    De secretaris houdt de notulen van de vergadering. Deze worden binnen een week na vaststelling ter kennisneming aan burgemeester en wethouders toegezonden.

     

Artikel 12  

De Culturele Raad kan de uitoefening van een of meer onderdelen van zijn taak, de uitvoering van bepaalde opdrachten en de bestudering van speciale onderwerpen opdragen aan uit midden te benoemen sub-commissies. Die sub-commissies kunnen nimmer zelfstandig optreden.

 

Artikel 13  

De gemeenteraad neemt elk jaar in de begroting een bedrag op ter bestrijding van de kosten die noodzakelijk zijn voor een juist funktioneren van de Culturele Raad.

 

Artikel 14  

  • 1.

    Binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar zendt de Culturele Raad aan het college van burgemeester en wethouders een verslag van zijn werkzaamheden over het afgelopen kalenderjaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders brengen dit verslag ter kennis van de gemeenteraad.

     

Artikel 15  

De leden van de Culturele Raad en van het dagelijks bestuur, ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen van de Culturele Raad en van het dagelijks bestuur geen vergoeding.

 

Artikel 16 Slot- en overgangsbepalingen

Omtrent wijziging en intrekking van deze verordening wordt de Culturele Raad gehoord.

 

Artikel 17  

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, de Culturele Raad gehoord.

 

Artikel 18  

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Culturele Raad van de gemeente Marum".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de achtste dag, na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 20 oktober 1983, zoals sedertdien gewijzigd, behoudens overgangsrecht.

     

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 21 juli 1994.

, voorzitter.

, secretaris.