Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Weesp 2012 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Weesp 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | uitkering |
De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking.
Beleid behorende bij de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Weesp 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 10-05-2012 WeesperNieuws 16-05-2012 | Z.19890/D.135 |
Paragraaf I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien. De in artikel 31, tweede lid van de wet genoemde vrijgelaten middelen worden voor het recht op langdurigheidstoeslag ook vrijgelaten.
Paragraaf II Recht op langdurigheidstoeslag
Artikel 2 Doelgroep langdurigheidstoeslag
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt voor de langdurigheidstoeslag in aanmerking de persoon van 23 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar die:
De persoon dient op de peildatum woonachtig te zijn in Weesp.Bij een gezin geldt het leeftijdscriterium van 23 jaar of ouder voor minstens één gezinslid en de voorwaarden van het voldoen aan de referteperiode en geen uitzicht op inkomensverbetering voor alle gezinsleden die voldoen aan het leeftijdscriterium. De overige voorwaarden, inclusief het leeftijdscriterium jonger dan 65 jaar, gelden voor alle gezinsleden.
Het inkomen dat gedurende de referteperiode gemiddeld hoger is dan de bijstandsnorm, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, wordt toch als laag inkomen aangemerkt.
Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 13, eerste lid WWB, of geen rechthebbende is op grond van artikel 11 WWB, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Bij een gezin waarvan slechts één gezinslid aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening voldoet en dit gezinslid op de peildatum uitgesloten is van het recht op grond van artikel 13 WWB of geen rechthebbende is op grond van artikel 11 WWB bestaat er voor het hele gezin geen recht op langdurigheidstoeslag.
Voor degenen die op 31 december 2011 algemene bijstand ontvingen en voor wie de
huishoudinkomenstoets pas per 1 juli 2012 gaat gelden, geldt ook voor de langdurigheidstoeslag een overgangsperiode tot 1 juli 2012, waarbij de inkomenstoets van vóór 1 januari 2012 wordt gehandhaafd.