Organisatie | Marum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening krediethypotheek en pandovereenkomst Wet werk en bijstand (WWB) |
Citeertitel | Verordening krediethypotheek en pandovereenkomst Wet werk en bijstand (WWB) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening, laatst vastgesteld op 26 augustus 2004, vervalt als gevolg van de vaststeliing van beleidsregels
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2004 | 01-10-2015 | nieuwe regeling | 26-08-2004 Achtdorpennieuws, 5 april 2007 nummer 7. | Nr. 7b. |
De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het voornemen bestaat de afdelingen sociale zaken van de drie gemeenten
ingaande 1 januari 2005 samen te voegen in een gemeenschappelijke regeling en het daardoor
wenselijk is dat de verordeningen van de drie gemeenten gelijkluidend zijn,
besluiten vast te stellen de volgende verordening:
Verordening krediethypotheek en pandovereenkomst Wet werk en bijstand (WWB)
Artikel 1. Recht op geldlening en bijkomende kosten
Indien bijstand als bedoeld in artikel 50 van de WWB wordt verleend aan de eigenaar van een woning die door de eigenaar of zijn gezin wordt bewoond, wordt de bijstand verstrekt in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek voor zover het betreft een registergoed of in de vorm van een pandovereenkomst voor zover het betreft een niet-registergoed. Tot de bijstand wordt mede gerekend de eventuele kosten voor bijstand als genoemd in artikel 2, derde lid.
De kosten verbonden aan de taxatie, de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek, dan wel de kosten van de vestiging van het pandrecht alsmede de bijkomende kosten, komen ten laste van de belanghebbende. De bijstand voor deze kosten wordt aangemerkt als algemene bijstand, tenzij aan de belanghebbende uitsluitend bijzondere bijstand wordt verleend.
Artikel 5. Aflossing na tien jaar
Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening.
Bij verkoop van de woning kunnen burgemeester en wethouders wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek of pandrecht voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning.
Bij verkoop van de woning tegen een prijs overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering komt, voor zover de opbrengst daartoe toereikend is, aan belanghebbende in ieder geval het bedrag toe dat op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a en tweede lid onderdeel d van de WWB bij de vaststelling van de geldlening op de waarde van de woning in mindering is gebracht.
Artikel 7. Hernieuwde bijstandsverlening
Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandverlening onder verband van hypotheek of pandrecht wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek of het laatst gevestigde pandrecht.