Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Marum

Mandaatregeling gemeente Marum 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Marum
Officiële naam regelingMandaatregeling gemeente Marum 2006
CiteertitelMandaatregeling gemeente Marum 2006
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het mandaatbesluit in werking getreden op 1 oktober 1990.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-200601-01-2011nieuwe regeling

05-09-2006

Achtdorpennieuws, 30 november 2006.

Geen.

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Marum;

ieder voor zover het zijn of haar bevoegdheden betreft;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n

I: De uitoefening van de in het bij dit besluit behorende overzicht vermelde bevoegdheden op te dragen aan de daarbij aangegeven functionarissen

II: Onder "bevoegdheden", naast de mandaten, tevens te verstaan de "volmachten" en/of "machtigingen", voor zover die in het bij dit besluit behorende overzicht van bevoegdheden zijn genoemd.

III: Ten aanzien van de uitoefening van de in het hierbij behorende overzicht genoemde bevoegdheden, de volgende algemene bepalingen vast te stellen:

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    de gemeente: de gemeente als publiekrechtelijk lichaam alsmede de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon;

  • 2.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • 3.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • 4.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • 5.

    mandans: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze mandateert aan een ambtenaar;

  • 6.

    mandataris: de ambtenaar aan wie het mandaat wordt verleend.

Artikel 2
  • 1.

    Bij de uitoefening van de onder I en II bedoelde bevoegdheden worden wetgeving, beleidsregels en circulaires van rijks-, provinciale of gemeentelijke organen in acht genomen.

  • 2.

    Ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat de bevoegdheid uitsluitend mag worden uitgeoefend indien en voor zover de begroting van het dienstjaar hierin voorziet.

PARAGRAAF 2 MANDAAT

Artikel 3

Bij de uitoefening van de bevoegdheden genoemd onder I vindt door de ambtelijke mandataris schriftelijke terugkoppeling plaats naar de portefeuillehouder indien:

  • 1.

    het voornemen bestaat om een afwijzende beslissing te nemen;

  • 2.

    het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;

  • 3.

    uit het te nemen besluit onvoorziene financiële en andere bestuurlijke relevante gevolgen kunnen voortvloeien;

  • 4.

    de betrokken portefeuillehouder of de secretaris zulks kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 4

In geval van afwezigheid van een mandataris treedt diens aangewezen vervang(st)er in zijn/haar plaats.

Artikel 5
  • 1.

    De mandaatbevoegdheid bevat mede de bevoegdheid tot ondertekenen, tenzij anders vermeld en voor zover dit wettelijk niet is uitgesloten

  • 2.

    Indien uitsluitend sprake is van ondertekeningsmandaat en dit op grond van de wet niet is uitgesloten, dan wordt dit in het artikel 9 bedoelde register uitdrukkelijk vermeld.

Artikel 6

Bevoegdheden die in beginsel onder het bereik van dit besluit vallen worden niet in mandaat uitgeoefend voor zover sprake is van:

  • 1.

    stukken gericht aan de Kroon, ministers, staatssecretarissen en commissarissen van de Koningin, behoudens zaken met een routinematig karakter;

  • 2.

    stukken gericht aan de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele klachten;

  • 3.

    beslissingen op bezwaar of in beroep.

Artikel 7
  • 1.

    Een mandataris heeft de bevoegdheid om, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de mandans (het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester) de aan hem of haar verleende mandaten te ondermandateren, waarbij de bepalingen van deze regeling onverkort van toepassing zijn.

  • 2.

    De aan de sectorhoofden en bureauhoofden verleende mandaten kunnen ook door diens hiërarchische leidinggevende(n) worden uitgeoefend.

  • 3.

    Elk verleend ondermandaat dient te worden aangetekend op een als zodanig gewaarmerkte ondermandaatlijst. Deze lijst wordt ingeschreven in het in artikel 9 bedoelde register.

Artikel 8
  • 1.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden namens het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester worden uitgaande stukken ondertekend met: "Namens burgemeester en wethouders van Marum" respectievelijk met: "Namens de burgemeester van Marum" gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris en zijn of haar handtekening en naam.

  • 2.

    In geval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken ondertekend met: "Namens burgemeester en wethouders van Marum" respectievelijk met: "Namens de burgemeester van Marum" gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris, "voor deze," gevolgd door de handtekening en naam van de ondermandataris.

  • 3.

    In geval van uitoefening van ondertekeningsmandaat worden uitgaande stukken ondertekend met: "Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit" gevolgd door de functieaanduiding van de functionaris die gemachtigd is tot het ondertekenen en zijn of haar handtekening en naam.

PARAGRAAF 3 REGISTRATIE, CONTROLE EN VERANTWOORDING

Artikel 9
  • 1.

    Alle verleende bevoegdheden worden in een register opgenomen.

  • 2.

    Het register wordt bij de balie van het Bureau Burgerzaken ter inzage gelegd.

  • 3.

    Wijzigingen in het register worden bekend gemaakt door ter inzage legging bij de balie van het Bureau Burgerzaken

Artikel 10
  • 1.

    De mandataris of ge(vol)machtigde zal de opgedragen bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig een door de mandans en volmachtgever gegeven instructie indien een zodanige instructie is opgesteld.

  • 2.

    De mandataris of ge(vol)machtigde stelt het college van burgemeester en wethouders in kennis van bijzondere ontwikkelingen en eventuele uitvoeringsknelpunten.

  • 3.

    Het niet nakomen van de verplichting tot terugkoppeling doet geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de in mandaat genomen beslissingen.

PARAGRAAF 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het bekend is gemaakt. Bij de inwerkingtreding vervallen alle eerder door het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester aan gemeenteambtenaren verleende mandaten.

  • 2.

    Het mandaatbesluit, in werking getreden op 1 oktober 1990, wordt hierbij ingetrokken.

  • 3.

    De werking van de ingetrokken besluiten als bedoeld in het tweede lid blijft behouden voor de daarop gebaseerde beslissingen en handelingen.

Artikel 12

Deze regeling kan worden aangehaald als "Mandaatregeling gemeente Marum 2006".

Marum, 5 september 2006

Burgemeester en wethouders van Marum,

De secretaris, De burgemeester,

R.L.H. Schoonderbeek T. van Bekkum

De burgemeester van Marum,

T. van Bekkum