Verordening WMO-adviesraad gemeente Marum 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

• a.

  WMO: de Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

• b.

  adviesraad: het orgaan in de gemeente Marum mede bedoeld om invulling te geven aan de burgerparticipatie zoals bedoeld in de WMO, ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Marum;

• c.

  burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Marum;

• d.

  wethouder: de wethouder van de gemeente Marum die verantwoordelijk is voor de WMO.

   

Artikel 2 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

• 1.

  De adviesraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 leden afkomstig uit de gemeente Marum, waarbij wordt gestreefd naar een samenstelling met een diversiteit, die zoveel mogelijk recht doet aan de volle breedte van de beleidsvelden van de WMO, en van wie op grond van persoonlijke kwaliteiten een grote betrokkenheid verwacht mag worden bij meerdere onderdelen van de WMO.

• 2.

  Leden van de adviesraad worden op persoonlijke titel benoemd door burgemeester en wethouders en functioneren in de adviesraad zonder last of ruggespraak.

• 3.

  De leden van de adviesraad worden benoemd voor een periode van vier jaren.

• 4.

  Periodiek aftredende leden kunnen terstond worden benoemd, met dien verstande dat leden maximaal twee perioden van vier jaren in de adviesraad zitting hebben.

• 5.

  Op basis van een door de adviesraad op te stellen rooster, treden ingaande 2008 jaarlijks één of meer leden af.

• 6.

  De benoeming in openvallende plaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders, op voordracht van de adviesraad.

• 7.

  Burgemeester en wethouders kunnen op aanbeveling van de adviesraad een lid ontslaan, als dit lid drie achtereenvolgende vergaderingen zonder geldige redenen verzuimt.

• 8.

  De adviesraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een penningmeester.

• 9.

  Burgemeester en wethouders stellen ten behoeve van de adviesraad een ambtelijk secretaris beschikbaar.

   

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

• 1.

  De adviesraad heeft als taak het uitbrengen van adviezen, zowel gevraagd als ongevraagd, aan het college van burgemeester en wethouders over de hoofdlijnen van het te voeren gemeentelijk beleid, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder g van de WMO.

• 2.

  De adviesraad kan hierbij functioneren als communicatiemedium tussen het college van burgemeester en wethouders enerzijds en de doelgroepen van de prestatievelden van de WMO, inclusief de daartoe behorende organisaties anderzijds. Dit laat onverlet dat burgemeester en wethouders zich ook kunnen laten adviseren door bestaande adviesorganen of (organisaties van) doelgroepen.

• 3.

  De adviesraad ontvangt van burgemeester en wethouders alle relevante informatie die nodig is voor zijn taakvervulling.

• 4.

  Voor het uitbrengen van een door burgemeester en wethouders in te winnen advies geldt een periode van zes weken. Dit advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.

• 5.

  Indien burgemeester en wethouders een advies van de adviesraad overnemen, wordt de adviesraad hierover in kennis gesteld.

• 6.

  Indien burgemeester en wethouders besluiten af te wijken van het advies of onderdelen van het advies delen zij schriftelijk de redenen daarvan mee aan de adviesraad.

Artikel 4 Werkwijze

• 1.

  De adviesraad vergadert zoveel als nodig is om zijn taken zo goed mogelijk te kunnen verrichten.

• 2.

  De voorzitter draagt er zorg voor dat de uitnodiging voor een vergadering tenminste zeven dagen voor de te houden vergadering aan de leden wordt verzonden.

• 3.

  De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar.

• 4.

  De adviesraad kan besluiten een vergadering geheel of gedeeltelijk in beslotenheid te laten plaatsvinden, wanneer onderwerpen daartoe aanleiding geven.

• 5.

  Ter zake deskundige ambtenaren wonen op verzoek van de adviesraad als adviseur de vergaderingen bij.

• 6.

  De wethouder woont op verzoek van de adviesraad de vergaderingen bij.

• 7.

  Een advies dient schriftelijk, met redenen omkleed, te worden uitgebracht.

• 8.

  De adviesraad wordt in de gelegenheid gesteld om zijn advies mondeling aan de wethouder toe te lichten.

• 9.

  Op adviezen wordt door burgemeester en wethouders binnen een periode van zes weken schriftelijk gereageerd.

• 10.

  Het advies van de adviesraad maakt gedurende het gehele besluitvormingsproces als bijlage deel uit van de stukken.

• 11.

  Wanneer adviezen doorgestuurd worden aan de gemeenteraad en daar besproken zijn, ontvangt de adviesraad een verslag van de betreffende gemeenteraadsvergadering.

• 12.

  De adviesraad organiseert zo mogelijk eenmaal per jaar, wel of niet samen met de wethouder, een bijeenkomst voor de inwoners van de gemeente Marum over actuele WMO-relevante thema’s.

Artikel 5 Faciliteiten

• 1.

  De door burgemeester en wethouders beschikbaar gestelde ambtelijk secretaris is ten behoeve van de adviesraad belast met de volgende werkzaamheden:

  • a.

    de voorbereiding en planning van de vergaderingen;

  • b.

    het notuleren van de vergaderingen;

  • c.

    het opstellen van de adviezen van de adviesraad;

• 2.

  Burgemeester en wethouders stellen aan de adviesraad vergaderfaciliteiten (ruimte, koffie/ thee) beschikbaar.

• 3.

  Ten behoeve van de door de leden van de adviesraad noodzakelijk te maken onkosten voor de eigen activiteiten, met name ten behoeve van de communicatiefunctie, stellen burgemeester en wethouders een budget beschikbaar in de vorm van een subsidie. Deze subsidie bedraagt € 3.000,-- per jaar (niveau 2008) en wordt beschikbaar gesteld op basis van een vooraf door de adviesraad in te dienen begroting.

• 4.

  In de door de adviesraad in te dienen begroting kunnen bedragen worden opgenomen ten behoeve van de volgende faciliteiten:

• •

  deskundigheidsbevordering;

• •

  reiskosten à € 0,19 per kilometer en eventuele verblijfkosten;

• •

  aanschaf van documentatie, literatuur e.d.;

• •

  bezoeken van voor de functie van adviesraad relevante bijeenkomsten;

• •

  faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting;

• •

  verdere door de adviesraad noodzakelijk te maken onkosten in verband de uitoefening van hun

  functie.

• 5.

  De middelen worden zodanig beschikbaar gesteld dat de adviesraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om zijn taken op een adequate manier uit de oefenen.

• 6.

  De adviesraad legt middels een financieel verslag binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar verantwoording af aan burgemeester en wethouders over de besteding van de subsidie.

Artikel 6 Slotbepaling

• 1.

  Aanvullingen of wijzigingen van deze verordening worden vastgesteld door burgemeester en wethouders, nadat de adviesraad hierover is gehoord.

• 2.

  Opheffing van de adviesraad kan slechts geschieden bij besluit van burgemeester en wethouders, nadat de adviesraad hierover is gehoord.

• 3.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening WMO-adviesraad gemeente Marum 2009”.

• 4.

  Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

• 5.

  Bij de inwerking van deze verordening komt de ”Verordening WMO-adviesraad gemeente Marum”, vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 10 juni 2008, te vervallen.