Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Marum

Verordening Winkeltijden gemeente Marum 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMarum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Winkeltijden gemeente Marum 2014
CiteertitelVerordening Winkeltijden gemeente Marum 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Winkeltijden gemeente Marum, vastgesteld op 16 maart 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Winkeltijdenwet
  2. Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
  3. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201316-02-2019Wijziging oude artikelen 9 t/m 11 in artikelen 25 t/m 27 Nieuwe artikelen 9 t/m 24

18-12-2013

Gemeenteblad 2013, 4743

Nr. 13.12.14
31-03-201125-12-2013nieuwe regeling

16-03-2011

Achtdorpennieuws 24 maart 2011 en website

Nr. 11.03.14
12-11-201031-03-2011nieuwe regeling

13-10-2010

Achtdorpennieuws, 4 november 2010

Nr. 10.10.19
01-02-199731-03-2011nieuwe regeling

19-12-1996

Midweek, 22 januari 1997.

Nr. 96.12.14.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Winkeltijden gemeente Marum 2014

Nr. 14

 

De raad van de gemeente Marum,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 5 december 2013, nr. 13.12.14.;

 

gelet op de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende:

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE MARUM 2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag;

  • d.

    d. college: het college van burgemeester en wethouders.

     

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen zes weken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

     

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

     

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste acht, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b

      het uitstallen van goederen;

    • c

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2.

    De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

     

Artikel 7. Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden-wet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

 

Artikel 8. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

     

Artikel 9. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 10. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

     

Artikel 11. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

 

Artikel 12. Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

     

Artikel 13. Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

     

Artikel 14. Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

     

Artikel 15. Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

     

Artikel 16. Eerste Heilige Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

     

Artikel 17. Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

     

Artikel 18. Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

     

Artikel 19. Bedevaartplaats

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

    • a

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c

      bloemen en planten.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

    • a

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c

      bloemen en planten.

       

Artikel 20. Carnaval

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

     

Artikel 21. Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

     

Artikel 22. Intrekken voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden gemeente Marum, vastgesteld op 6 maart 2011, wordt ingetrokken.

 

Artikel 23. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag waarop zij gepubliceerd is.

 

Artikel 24. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden gemeente Marum 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 18 december 2013,

, voorzitter.

, griffier.