Overheidsorganisatie | Gemeente Marum |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake de winkeltijden gemeente Marum |
Citeertitel | Verordening winkeltijden gemeente Marum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de 'Verordening winkelsluiting gemeente Marum', vastgesteld op
24 november 1994.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-1997 | 31-03-2011 | nieuwe regeling | 19-12-1996 Midweek, 22 januari 1997. | Nr. 96.12.14. |
De raad der gemeente Marum,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
d.d. 12 december 1996, nr. 96.12.14.;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende:
VERORDENING INZAKE DE WINKELTIJDEN GEMEENTE MARUM
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdagen: nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag voor een ontheffing binnen 6 weken.
Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.
Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat er plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a. en b. van de wet, gelden niet op ten hoogste acht, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.
De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid onder a. en b. van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.
Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogte één winkel ontheffing verlenen.
Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 en 16.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zondag, nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, en Eerste of Tweede Kerstdag, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
De verordening winkelsluiting gemeente Marum, vastgesteld op 24 november 1994 wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden gemeente Marum".
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 19 december 1996
, voorzitter.
, secretaris.