Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Marum

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMarum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen
CiteertitelRegeling gemeentelijke belastingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6, lid 3.
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 13, lid 1.
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 14, lid 1.
  4. Invorderingswet 1990, art. 29.
  5. Invorderingswet 1990, art. 31.
  6. Gemeentewet, art. 231, lid 2, onderdeel a.
  7. Gemeentewet, art. 231, lid 3.
  8. Belastingverordeningen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-12-199801-01-2021nieuwe regeling

27-10-1998

Midweek, 2 december 1998.

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen

Het college van burgemeester en wethouders van Marum;

 

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

 

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

 

 

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voorzover deze regels in artikel 5 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

 

Artikel 2 Aangifte

De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

 

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

 

Artikel 4 Rente

  • 1.

    Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingsrente 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingsrente 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van ƒ. 50,-- niet te boven gaat.

     

Artikel 5 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vinden de artikelen 2, eerste lid, en 4 toepassing;

  • b.

    de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid en 4 toepassing;

  • c.

    de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid en 4 toepassing;

  • d.

    de reinigigingsheffing/afvalstoffenheffing/reinigingsrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • e.

    de lijkbezorgingsrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • f.

    de leges vindt artikel 4 toepassing;

  • g.

    het staangeld vindt artikel 4 toepassing.

     

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: "Regeling gemeentelijke belastingen".

Marum, 27 oktober 1998.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

(J. Haisma) (J.W. Kok)