Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Marum

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Marum
Officiële naam regelingToeslagenverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelToeslagenverordening Wet werk en bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1.
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, onderdeel c en art. 30.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200601-01-2012nieuwe regeling

21-06-2006

Achtdorpennieuws, 5 april 2007, 6e jaargang nr. 7.

Nr. 06.06.12.

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Marum;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en artikel 30

van de Wet werk en bijstand;

overwegende dat de afdelingen sociale zaken van de drie gemeenten ingaande 1 januari 2005 zijn

samengevoegd in een gemeenschappelijke regeling en dat het wenselijk is de eerder ten behoeve van

deze gemeenschappelijke regeling vastgestelde toeslagenverordening te wijzigen,

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

Artikel 2. Belanghebbenden

  • 1.

    De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 2.

    De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3. Toeslagen

  • 1.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen voor zover dit per maand lager is dan 50% van het netto minimumloon als bedoeld in artikel 37 van de wet en met inkomsten van kinderen tot 21 jaar uitsluitend uit vakantiewerk voor zover de periode van vakantiewerk een maximum van acht weken niet overschrijdt;

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      verzorgingsbehoevende die door belanghebbende worden verzorgd.

Hoofdstuk 3. Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4. Verlaging gehuwden

  • 1.

    De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.

  • 2.

    Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 15 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn.

Artikel 6. Verlaging schoolverlaters

De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 25 procent van de gehuwdennorm gedurende de eerste zes maanden na beëindiging van deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding.

Artikel 7. Verlaging co-ouderschap

  • 1.

    In geval van co-ouderschap wordt de uitkering voor de ouder vastgesteld op de norm voor een alleenstaande ouder waarbij een verlaging plaatsvindt op de dagen waarop de kinderen bij de andere ouder verblijven.

  • 2.

    De verlaging bedraagt het verschil tussen de norm voor een alleenstaande ouder en een alleenstaande.

Artikel 8. Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:

  • a.

    35 procent van de gehuwdennorm voor een thuiswonende alleenstaande schoolverlater;

  • b.

    45 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

  • c.

    65 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

  • d.

    75 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2006.

  • 2.

    Gelijktijdig met het in werking treden van deze verordening worden de bestaande verordeningen van de drie genoemde gemeenten ingetrokken.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 21 juni 2006,

de voorzitter,

de griffier,