Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Marum

Verordening langdurigheidstoeslag 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Marum
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag 2012
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening langdurigheidstoeslag, vastgesteld p 15 september 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201230-06-2013Nieuwe regeling

20-03-2013

AchtDorpenNieuws 30 mei 2013 en gemeentewebsite

nr. 13.04.12
01-01-200901-01-200901-01-2012nieuwe regeling

25-02-2009

Achtdorpennieuws, 5 maart 2009

nr. 02.09.15
01-01-200901-01-200901-01-2012nieuwe regeling

25-02-2009

Achtdorpennieuws, 16 april 2009.

nr. 02.09.15

Tekst van de regeling

Nr. 12D

De raad van de gemeente Marum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12;

gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

besluit vast te stellen de volgende: VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      bestuur: het bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier (ISD);

    • b

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • c

      referteperiode:een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

    • d

      peildatum: de datum waartegen de langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd, dat wil zeggen de datum waarop een belanghebbende voor het eerst gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden heeft voldaan aan de voorwaarden voor het recht op langdurigheidstoeslag;

    • e

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • f

      WSF 2000: Wet Studiefinanciering;

    • g

      belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • h

      inkomen: het inkomen bedoeld in artikel 32 van de wet.

Artikel 2 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2.

    Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a

      voor gehuwden: € 518,00

    • b

      voor een alleenstaande ouder: € 463,00

    • c

      voor een alleenstaande: € 362,00 (de genoemde bedragen gelden per 1 januari 2012 en jaarlijkse indexering vindt plaats per 1 januari)

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de langdurigheidstoeslag voor de belanghebbende die gehuwd is met een persoon die van het recht op langdurigheidstoeslag is uitgesloten op grond van de artikelen 11 en 13 van de wet, het bedrag dat voor een alleenstaande of alleenstaande ouder geldt.

  • 4.

    4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar aangepast met een percentage dat overeenkomt met het wettelijke indexeringspercentage van het betreffende jaar.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de bestaande Verordening langdurigheidstoeslag, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 september 2010 en het Raadsbesluit tijdelijke regels aanscherping WWB, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 februari 2012 ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 20 maart 2013,

, voorzitter.

, griffier.

ALGEMENE TOELICHTING

Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d WWB dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen, zoals die in artikel 36 lid 1 WWB worden gebruikt. In deze verordening is gekozen voor invulling die rekening houdt met de juris-prudentie van de Centrale Raad van Beroep en de in de in de huidige regeling en uitvoeringspraktijk gesignaleerde tekortkomingen. Voorts is gekozen voor een invulling die zo veel mogelijk ongewenste armoedevaleffecten voorkomt.

Verder is aan het bestuur overgelaten om te bepalen onder welke omstandigheden sprake is van uitzicht op inkomensverbetering. Hoewel dit niet in artikel 8 WWB is bepaalt, dient dit volgens de regering in de verordening te worden vastgelegd (Memorie van Antwoord, EK 2008 -2009, 31441, nr. C, p. 1).

Geen ambtshalve verstrekking

In de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.

Er zijn echter wel mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijke administratie blijkt dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen wijzigingen zijn opgetreden, dan kan een volledig ingevuld aanvraag formulier toegezonden worden, waarna de betrokkene door het zetten van de handtekening de aanvraag officieel maakt. De ISD benadert betrokkenen ook actief.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen, die als zodanig niet in de WWB zelf staan, is een definitie gegeven in deze verordening.

Artikel 2

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 3

Lid 1

Een referteperiode van vijf jaar, zoals artikel 36 WWB voor 2009 voorschreef wordt in de praktijk als te lang ervaren. Nadat belanghebbenden drie jaar op een minimuminkomen zijn aangewezen is er over het algemeen niet veel reserveringsruimte over. Deze periode van drie jaar wordt bevestigd in onderzoeken verricht door het NIBUD. Daarom wordt hier een periode van drie jaar aangehouden.

Het begrip “langdurig, laag inkomen” wordt ingevuld als een inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 105% van de bijstandsnorm. Het hanteren van een lichtelijk hogere norm dan de bijstandsnorm maakt het mogelijk dat ook inwoners met een vergelijkbaar inkomen, een beroep kunnen doen op de langdurigheidstoeslag. Deze inkomensgrens overschrijdt het nieuw in de wet genoemde maximum van 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm niet en kan dus ongewijzigd blijven.

Lid 2

Studenten worden expliciet uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. In de toelichting in de nota van wijziging geeft de Staatssecretaris aan dat door de zinsnede "geen uitzicht heeft op

inkomensverbetering" in het voorgestelde artikel 36 WWB wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief, zoals studenten, niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag.

Artikel 4

In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de hoogte zoals die gold op 1 januari 2012. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met het wettelijke indexeringspercentage.

In het derde lid wordt een regeling overeenkomstig artikel 24 WWB gegeven voor situaties waarin bij gehuwden één van de partners is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of artikel 13 lid 1 WWB.

NB: Dit derde lid ziet enkel op de situatie dat er bij een van de gehuwden sprake is van een uitsluitingsgrond op grond van artikel 11 of artikel 13 lid 1 WWB. Indien een van de partners niet in aanmerking komt voor het recht op langdurigheidstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 WWB of in deze verordening, hebben beide gehuwden geen recht op de langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslag komt beide gehuwden immers gezamenlijk toe. Iedereen moet daarom ook, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, aan de voorwaarden voldoen.

Artikel 5

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.