Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Marum

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Marum
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 4, en 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200801-01-2010nieuwe regeling

23-04-2008

Achtdorpennieuws

nr. 08.04.14
01-01-200701-01-2010nieuwe regeling

20-12-2006

Achtdorpennieuws, 28 december 2006

nr. 06.12.10

Tekst van de regeling

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording.

  • 1.

    Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

  • 2.

    Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:

    • a.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

    • b.

      er sprake is van een collectieve voorziening;

    • c.

      er sprake is van hulpverlening voor een periode korter dan drie maanden.

  • 3.

    Niet aard- en nagelvaste mobiele woonvoorzieningen worden uitsluitend in natura in bruikleen verstrekt voor zover de waarde meer bedraagt dan € 100,00. Bedraagt de waarde minder dan

  • 1.

    € 100,00, dan wordt de voorziening in natura in eigendom verstrekt.

  • 4.

    De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs plaats. De omvang van de steekproef wordt bepaald door het college en is afhankelijk van de hoeveelheid geconstateerde onrechtmatige verstrekkingen.

Hoofdstuk 2. Hulp bij het huishouden.

Artikel 2. Omvang van de eigen bijdragen.

  • 1.

    Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt € 16,80 per vier weken, te verhogen met 1/13 deel van 15% van het jaarinkomen boven € 16.301,00.

  • 2.

    Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 16,80 per vier weken, te verhogen met 1/13 deel van 15% van het jaarinkomen boven € 14.365,00.

  • 3.

    Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 24,20 per vier weken, te verhogen met 1/13 deel van 15% van het jaarinkomen boven € 21.002,00.

  • 4.

    Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 24,20 per vier weken, te verhogen met 1/13 deel van 15% van het jaarinkomen boven € 19.759,00.

Artikel 3. Hoogte van het persoonsgebonden budget.

  • 1.

    In geval van keuze voor een persoonsgebonden budget wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld gelijk aan het bedrag van de gemiddelde loonkostencomponent van de zorgaanbieders waarmee de gemeente Marum een contract heeft voor de levering van hulp bij het huishouden in natura. Voor HH1 is het uurbedrag €12,52 en voor HH2 is het uurbedrag € 17,73. Het toegekende bedrag wordt verhoogd met een vergoeding voor de noodzakelijke instandhoudingkosten.

  • 2.

    Per week wordt verstrekt het aantal geïndiceerde uren vermenigvuldigd met het uurtarief als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4. Keuze zorgaanbieder.

In geval van keuze voor zorg in natura kan de aanvrager een keuze maken uit een van de zorgaanbieders waarmee de gemeente Marum een contract heeft afgesloten.

Hoofdstuk 3. Woonvoorzieningen.

Artikel 5. Woonvoorzieningen.

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte dan wel in geval van roerende voorzieningen op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie en aanpassingen zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald..

  • 1.

    2Het in artikel 19 van de van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: voor het eerste jaar 0% van de meerwaarde voor het tweede jaar 20% van de meerwaarde voor het derde jaar 40% van de meerwaarde voor het vierde jaar 60% van de meerwaarde voor het vijfde jaar 80% van de meerwaarde.

  • 2.

    Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 2583,00.

Hoofdstuk 4. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 6. Besparingsbijdrage.

Het bedrag dat als besparingsbijdrage gevraagd wordt bij verstrekking van een aangepaste fiets of een scootermobiel bedraagt € 150,00 voor een kind tot 8 jaar, € 220,00 voor een kind van 8 tot 12 jaar en € 350,00 voor personen vanaf 12 jaar. Genoemde bedragen worden eenmalig gevraagd bij de eerste toekenning.

Artikel 7. Persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming.

1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie en aanpassingen zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.

2. Personen die in aanmerking komen voor een collectieve vervoersvoorziening, kunnen in plaats van het collectieve vervoer ook kiezen voor een financiële tegemoetkoming. Deze financiële bijdrage bedraagt € 388,00. Wanneer de huisgenoot ook in aanmerking komt voor de financiële tegemoetkoming, bedraagt deze tegemoetkoming € 290,00 per persoon .

Artikel 8. Financiële tegemoetkomingen.

Het bedrag dat verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 1023,00

Het bedrag dat verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt € 1023,00

Het bedrag dat verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1510,00

Het bedrag dat verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto bedraagt € 646,00

Hoofdstuk 5. Verplaatsen in en rond de woning.

Artikel 9. Persoonsgebonden budget.

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst-adequate huurprijs inclusief onderhoud en reparatie en aanpassingen zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 10. Sportrolstoel.

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een financiële tegemoetkoming. Verstrekt wordt € 2477,00 in geval van minder intensief gebruik en € 2881,00 in geval van intensief gebruik. Het bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Hoofdstuk 6. Advisering en samenhangende afstemming.

Artikel 11. Samenhangende afstemming.

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 29 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek inclusief chronische psychische en psychosociale problemen;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager.

    Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen.

Artikel 12. Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 13. Citeertitel.

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Marum 2008.