De raad van de gemeente Marum;
gelezen het voorstel van de Rekenkamercommissie gemeente Marum d.d. 6
december 2007, nr. 07.12.11.;
gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de navolgende
VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
commissie: rekenkamercommissie;
- c.
voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
- d.
college: college van burgemeester en wethouders;
- e.
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente
Marum
Artikel 2 Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld, die wordt
aangeduid als de rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie bestaat uit 2 raadsleden en een onafhankelijk
voorzitter.
Artikel 3 Benoeming leden
- 1.
De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit de raad.
- 2.
De leden worden voor een periode van vier jaar aangewezen.
- 3.
De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter. De voorzitter draagt
zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het
leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en
werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De
voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en
met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het
langstzittende lid op als voorzitter.
- 4.
Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden
van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de bestaande
rekenkamercommissie.
Artikel 4 Eed
Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit
- 1.
De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op
non-activiteit.
- 2.
Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met
het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;
- c.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk
een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- 3.
De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad
worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend
ongeschikt zijn hun functie te vervullen.
Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de
rekenkamercommissie
- 1.
Van de leden, niet zijnde raadslid, wordt een inzet gevraagd van
gemiddeld één dagdeel per maand. Zij ontvangen daarvoor een vaste
vergoeding van € 135,-- per maand.
- 2.
Van de voorzitter, niet zijnde raadslid, wordt een extra inzet
gevraagd van gemiddeld 0,5 dagdeel per maand. Deze extra inzet
betreft specifieke functionele verplichtingen, maar ook begeleiding
van externe onderzoekswerkzaamheden en afstemming tussen de
Rekenkamercommissie en externe onderzoeksbureaus. De voorzitter
ontvangt hiervoor een vast (extra) vergoeding van € 65,-- per maand.
- 3.
De leden krijgen een tegemoetkoming voor gemaakte reiskosten op
declaratiebasis.
- 4.
De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen te laste
van het budget van de commissie.
Artikel 7 Ambtelijk secretaris
- 1.
De rekenkamercommissie regelt secretariële ondersteuning.
- 2.
Deze ondersteuning staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering
van haar taken terzijde en legt rechtstreeks verantwoording af aan
de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken
worden verricht.
- 3.
Deze ondersteuning draagt zorg voor de agendaplanning, de
verslaglegging en de vorming van dossiers.
Artikel 8 Reglement van orde
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere
werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter
kennisneming naar de raad.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert
de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.
- 3.
De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het
instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen
een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de
commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor
goede gronden aanvoeren.
Artikel 10 Werkwijze
- 1.
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering,
begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar
vastgestelde onderzoeksopzet.
- 2.
De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te
informeren.
- 3.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en
bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in
te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken.
De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente
zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie
gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De commissie vergadert minstens viermaal per jaar en voorts zoveel
als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke
aspecten van het onderzoek.
- 5.
De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn
openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad
worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.
- 6.
De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.
- 7.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met
inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus
inschakelen.
- 8.
De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een
door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar
te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede)
voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder
wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
- 9.
Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de
nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van
betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van
een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad
aangeboden.
Artikel 11 Budget
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de
begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve
van de uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de
kosten gebracht van:
- a.
de vergoedingen aan de externe voorzitter;
- b.
de secretariële ondersteuning;
- c.
externe deskundigen die eventueel door de
rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;
- d.
eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor
de uitoefening van haar taak.
- 3.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke
rekenkamercommissie Marum.