Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Epe

Verordening tot wijziging van de drank- en horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEpe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tot wijziging van de drank- en horecaverordening
CiteertitelDrank- en Horecaverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De historie bij “Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen” is mogelijk niet compleet.

Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het onstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.

De publicatie van de vaststelling is niet meer te achterhalen. Inwerkingtreding is bij benadering .

Herhaling van de publicatie heeft plaatsgevonden op 7 maart 2006 en 8 juli 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Drank- en Horecawet, art. 4, 20 en 23
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-200624-07-2013Aanhef, Art. 1, 3, 5, 8, 12, 18, 19, 20, 21, 22

16-12-2004

Veluws Nieuws, 07-03-2006

Handelingen van de raad, bijlagenr. 04-132

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot wijziging van de drank- en horecaverordening

Raadsbesluit 1994 Nr. A 5

DE RAAD DER GEMEENTE EPE;

gelet op de artikelen 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet en artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

evast te stellen de Verordening tot wijziging van de Drank- en Horecaverordening (4 wijziging), waarna deze wordt gelezen als volgt:

1. Algemene bepalingen

Artikel 1
  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet

    Drank- en Horecawet;

    • b

      horecabedrijf

      Een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet;

    • c

      lokaliteit

      Hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de wet;

  • 2.

    artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Artikel 2

De artikelen 1 tot en met 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze verordening van overeen-komstige toepassing.

2. Aanvullende inrichtingseisen

Artikel 3

In een inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, mag vóór de voor bezoekers bestemde toiletten geen voor mannen, zowel als vrouwen, toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

Artikel 4

In een inrichting, waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, gelegen binnen het op bijbehorende en als zodanig gewaarmerkte kaart in rode kleur omlijnde gedeelte van de gemeente, moet één lokaliteit een oppervlakte hebben van tenminste 70 m2.

Artikel 5
  • 1.

    Het college kan ontheffing verlenen van de eisen, gesteld in de artikelen 3 en 4;

  • 2.

    een aanvraag om ontheffing kan zijn vervat in een aanvraag om een vergunning;

  • 3.

    het college geeft een beschikking binnen 12 weken nadat de aanvraag om ontheffing is binnengekomen;

  • 4.

    een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken en gewijzigd.

Artikel 6
  • 1.

    Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 5, vijfde lid, kan de betrokkene beroep instellen bij Gedeputeerde Staten;

  • 2.

    het beroepschrift wordt binnen zes weken na de dag, waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders. Deze zenden het onverwijld door;

  • 3.

    het beroep kan zijn vervat in een beroepschrift tegen het weigeren of intrekken van een vergunning.

Artikel 7

De artikelen 3 en 4 zijn niet van toepassing op inrichtingen, waarvoor op 31 oktober 1967 een vergunning of een verlof-A, ingevolge de Drankwet 1931, Stbl. 476, gold.

3. Drankverstrekking op terrassen

Artikel 8

Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is toegestaan op terrassen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend. Onder terras wordt verstaan dat gedeelte van de openbare weg, waarvan het gebruik als zodanig door het college, al dan niet voorwaardelijk, is toegestaan.

Artikel 9

Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen.

4. Beperking verstrekking alcoholhoudende drank

Artikel 10

Het is verboden, anders dan om niet, alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en croquetten, worden verkocht;

  • b.

    welke uitsluitend of in hoofdzaak voor het geven van onderwijs worden gebruikt;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of -instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of -instellingen;

  • e.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • f.

    die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.

Artikel 11

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting, als bedoeld in artikel 10, onder de letters c, d en f.

Artikel 12
  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, gesteld in de artikelen 10 en 11. Zij geeft een beschikking binnen vier weken nadat de aanvraag is binnengekomen;

  • 2.

    een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 13
  • 1.

    Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 12, leden 2 en 3, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de raad;

  • 2.

    het beroepschrift wordt binnen 4 weken na de dag, waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders;

  • 3.

    vervallen;

  • 4.

    de raad beslist binnen 13 weken na de dagtekening van ontvangst van het beroepschrift.

5. Dansen

Artikel 14
  • 1.

    Voor het verkrijgen van toestemming om gelegenheid te geven tot dansen in een inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, moet worden voldaan aan de volgende inrichtingseisen:

    • 1.

      in het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet een duidelijk van het overige deel van de vloer te onderscheiden dansvloer aanwezig zijn;

    • 2.

      de dansvloer mag niet vervaardigd zijn van of bedekt zijn met weerspiegelend materiaal;

    • 3.

      het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet van alle kanten goed te overzien zijn;

    • 4.

      in de inrichting moeten ten behoeve van de bezoekers, voor mannen en voor vrouwen afzonderlijk, volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig zijn. Elke toilet-gelegenheid moet voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      zij moet één of meer behoorlijke privaten bevatten;

    • b.

      zij moet één of meer behoorlijke voorzieningen bevatten om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen;

    • c.

      de in de privaten aanwezige closetpotten en urinoirs moeten voorzien zijn van een waterspoeling;

    • d.

      de privaten, alsmede de ruimte welke urinoirs bevatten, mogen niet rechtstreeks in verbinding staan met het vertrek of openbare gelegenheid waar het dansen geschiedt;

  • 2.

    wanneer de toestemming wordt gevraagd voor het vertrek of open aanhorigheid die pleegt te worden gebruikt als voor het publiek toegankelijke dansgelegenheid of voor het houden van voor het publiek toegankelijke toneel-, muziek-, zang-, dans- en dergelijke uitvoeringen van bijeen-komsten of van partijen, moet bovendien worden voldaan aan de volgende inrichtingseisen:

    • 1.

      2 bedragen; de oppervlakte van het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet tenminste 70 m

    • 2.

      2; de oppervlakte van de dansvloer moet tenminste een zesde deel bedragen van de oppervlakte van het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt met een minimum van 20 m

    • 3.

      vóór de toiletten, bedoeld in het vorige lid, onder 4, mag geen voor mannen, zowel als vrouwen, toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

Artikel 15

Gedurende de tijd dat gelegenheid wordt gegeven tot dansen, moeten de volgende voorschriften in acht worden genomen:

  • 1e.

    het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt, moet voldoende verlicht zijn;

  • 2e.

    in dat vertrek of die open aanhorigheid mogen niet aanwezig zijn schotten, schermen, gordijnen of andere afscheidingen, hoger dan 1,25 m van de vloer die van dat vertrek of die open aanhorigheid een deel afzonderen;

  • 3e.

    in dat vertrek of die open aanhorigheid mogen niet meer bezoekers aanwezig zijn dan het aantal behoorlijke zitplaatsen bedraagt;

  • 4e.

    het dansen mag uitsluitend op de dansvloer plaatsvinden;

  • 5e.

    personen die kennelijk onder de invloed van alcoholhoudende drank verkeren die door hun gedrag aanstoot geven of die op enige wijze in strijd met de welvoeglijkheid handelen en personen van verdachte zeden of die zich als zodanig voordoen, moeten uit de inrichting worden verwijderd;

  • 6e.

    voor de bezoekers moeten alcoholvrije dranken verkrijgbaar zijn;

  • 7e.

    wanneer in het vertrek of de open aanhorigheid waar het dansen geschiedt een buffet aanwezig is, mag zich geen publiek ophouden aan de bar, wanneer het zich tevens binnen 2 m van de dansvloer bevindt;

  • 8e.

    de toiletten en de wasgelegenheden moeten in zindelijke staat verkeren.

Artikel 16
  • 1.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de inrichtingseisen, gesteld in artikel 14, eerste lid, onder 1e, 3e en 4e en tweede lid;

  • 2.

    een aanvraag om ontheffing wordt schriftelijk ingediend. Het kan zijn vervat in een aanvraag om toestemming;

  • 3.

    de burgemeester geeft een beschikking binnen vier weken nadat de aanvraag om ontheffing is ingediend;

  • 4.

    een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 17
  • 1.

    Tegen een besluit waarbij

    • a.

      een toestemming is geweigerd, een toestemming onder beperkingen is verleend, aan een toestemming andere voorschriften zijn verbonden dan in artikel 15 zijn genoemd of een toestemming is ingetrokken of gewijzigd;

    • b.

      een ontheffing is geweigerd, een ontheffing onder beperkingen is verleend, aan een ontheffing voorschriften zijn verbonden of een ontheffing is ingetrokken of gewijzigd kan de betrokkene beroep instellen bij de raad;

  • 2.

    vervallen;

  • 3.

    vervallen;

  • 4.

    de raad beslist binnen twee maanden nadat het beroepschrift is ingekomen. Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.

6. Gebruiksvoorschriften

Artikel 18

Indien zich publiek bevindt in een lokaliteit of in de in artikel 3 bedoelde toiletten met de daarbij behorende voorportalen, moet de horizontale verlichtingssterkte, gemeten op ongeveer 1 m boven de vloer, over de gehele oppervlakte van die lokaliteit of van die toiletruimten met de daarbij behorende voorportalen tenminste 1,5 lux bedragen.

Artikel 19

De voorzieningen, bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet, moeten bruikbaar zijn en in zindelijke staat verkeren.

Artikel 20

Overtreding van een voorschrift, gegeven bij de artikelen 18 en 19, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 2 maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

7. Slotbepalingen

Artikel 21

Het college is bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 22
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Drank- en Horecaverordening;

  • 2.

    zij treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip dat voor de onderscheiden hoofdstukken en artikelen verschillend kan zijn;

  • 3.

    met ingang van de dag, volgende op die waarop de in hoofdstuk II genoemde regelen zijn bekendgemaakt, vervalt de bij zijn besluit van 18 februari 1960, nr. F 1, vastgestelde verordening, als bedoeld in de artikelen 10 en 43 van de Drankwet 1931, Stbl. 476.

Epe, 23 maart 1968.

De raad voornoemd,

de secretaris, w.g.

de voorzitter, w.g.

Inhoudsopgave

1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Artikel 2

2. Aanvullende inrichtingseisen

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

3. Drankverstrekking op terrassen

Artikel 8

Artikel 9

4. Beperking verstrekking alcoholhoudende drank

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

5. Dansen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

6. Gebruiksvoorschriften

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

7. Slotbepalingen

Artikel 21

Artikel 22