Organisatie | Grootegast |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast (versie 2009) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het "Financieel Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast 2015" .
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling. | 16-12-2008 Het Westerkwartier 4 maart 2009 | Besluit maatschappelijke ondersteuning Grootegast versie 2009 |
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording.
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt voor een sportrolstoel voor minder intensief gebruik € 2.404,00 en voor intensief gebruik (deelname aan basketbal en tennis) € 2.796,00, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen en besparingsbijdrage.
Artikel 2. Omvang van eigen bijdragen hulp bij het huishouden.
Het totaal van de (bruto) inkomsten per jaar van het huishouden die geregistreerd staan bij de Belastingdienst en betrekking hebben op een periode die twee jaar ligt voor het jaar dat de bijdrage wordt berekend. Dus in 2008 wordt het (verzamel)inkomen van 2006 genomen en op dat bedrag wordt de eigen bijdrageregeling toegepast. Hiervan kan worden afgeweken indien er bij de persoon grote financiële wijziging heeft voorgedaan.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden.
Artikel 4. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.
De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in klassen, waarbij de volgende klassen met de daarbij behorende uren wordt toegekend: Klasse 1: 0 tot 2 uur per week; Klasse 2: 2 tot 4 uur per week Klasse 3: 4 tot 7 uur per week; Klasse 4: 7 tot 10 uur per week; Klasse 5: 10 tot 13 uur per week; Klasse 6: 13 tot 16 uur per week. Bij de indicatie van hulp bij het huishouden wordt onderscheid gemaakt in HH1 (huishoudelijke hulp, de zgn. ‘alphahulp’) en HH2 (huishoudelijke verzorging).
In geval van keuze voor een persoonsgebonden budget wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld ter hoogte van het gemiddelde van de loonkostencomponent van de zorgaanbieders waarmee de gemeente Grootegast een overeenkomst heeft gesloten. Voor HH 1 bedraagt de vergoeding € 12,90 per uur. Voor HH2 bedraagt de vergoeding € 18,26 per uur.
Bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend, bedraagt het persoonsgebonden budget voor HH 1 € 12,90 per uur en voor HH2 € 18,26 per uur. Deze bedragen zijn vastgesteld aan de hand van het gemiddelde van de loonkostencomponent van de zorgaanbieders waarmee de gemeente Grootegast een overeenkomst heeft gesloten.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Het in artikel 190 van de van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning voorzieningen maatschappelijke ondersteuning genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: voor het eerste jaar 100% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget; voor het tweede jaar 80% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget; voor het derde jaar 60% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget; voor het vierde jaar 40% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget; voor het vijfde jaar 20% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget; voor het zesde jaar 0% van de verstrekte financiële tegemoetkoming c.q. persoonsgebonden budget;
Onderstaande bijlagen worden geacht integraal deel uit te maken van dit besluit:
Bijlage II:financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget ingevolge het verwerven van grond;
Bijlage III:Maximale financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget voor kosten van onderhoud, keuring en reparatie van diverse woonvoorzieningen
de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991; Tevens zijn inbegrepende kosten van werkzaamheden die de sociale verhuurders door de eigen technische dienst uitvoeren; Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, dan vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;
de administratiekosten die de verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening, voor zover de kosten onder 1 t/m 11 minder dan € 1.000,00 bedragen een vaste vergoeding van € 55,93, voor zover de kosten onder 1 t/m 11 meer dan € 1.000,00 bedragen, 10 % van de kosten met een maximum € 559,35.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college met de leverancier is overeengekomen. Voor een scootmobiel wordt uitgegaan van een 12 km uitvoering.
Een persoon die geïndiceerd is voor een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer als bedoeld in artikel 20, sub a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, kan in plaats daarvan desgevraagd in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming van € 376,00 op jaarbasis. De financiële tegemoetkoming wordt achteraf per kwartaal in gelijke delen betaalbaar gesteld.
1. De inkomensgrens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 21 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt:
1,5 x € 11.579,00 = € 17.369,00 voor alleenstaanden en
1,5 x € 16.541,00 = € 24.812,00 voor echtparen/samenwonende partners.
Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1.466,00.
Bovenvermelde bedragen worden per kwartaal omgerekend en achteraf per kwartaal betaalbaar gesteld.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst-adequate huurprijs inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college met de leverancier is overeengekomen.
Hoofdstuk 7. samenhangende afstemming.
Artikel 11. Samenhangende afstemming.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 29 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:
de sociale omstandigheden van de aanvrager.
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning Grootegast (versie 2009).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Grootegast op
H.R. Kastermans, raadsgriffier K.B. Dijkstra, raadsvoorzitter