Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Marum

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Marum
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016
CiteertitelVerordening rioolheffing Marum 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015, vastgesteld op 17 december 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-12-201531-12-2016Wijziging tarieven

16-12-2015

Gemeenteblad 2015, 126821

15.10.18
26-12-201431-12-2015Wijziging tarieven

17-12-2014

Achtdorpennieuws 24 december 2014, Elektronisch gemeenteblad 29-12-2014

14.12.14
24-12-201326-12-2014Wijziging tarieven

18-12-2013

Achtdorpennieuws, 24 december 2013 website

nr. 13.12.09
29-12-201223-12-2013nieuwe regeling

19-12-2012

Achtdorpennieuws, 27 december 2012 website

nr. 12.09.16
31-12-201101-01-2013nieuwe regeling

14-12-2011

Achtdorpennieuws, 29 december 2011 en website

nr. 11.12.10
01-01-201131-12-2011nieuwe regeling

15-12-2010

Achtdorpennieuws, 30 december 2010 en website

nr. 10.12.09
01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

16-12-2009

Achtdorpennieuws, 24 december 2009

nr. 09.12.10
29-12-200701-01-2009nieuwe regeling

19-12-2007

Achtdorpennieuws, 27 december 2007, 30e jaargang nr. 9.

nr. 07.12.13
17-12-200501-01-2008nieuwe regeling

14-12-2005

Achtdorpennieuws, 15 december 2005

nr. 05.12.43

Tekst van de regeling

Nr. 18D-1

De raad der gemeente Marum;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2015, nr. 15.10.18.;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

perceeleen roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke rioleringeen voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
waterhuishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater;
woningeen onroerende of roerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient dan wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden;
niet-woningeen onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient dan wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden;
gebouwd perceeleen gebouwd eigendom zoals dat is vastgelegd in artikel 16, lid a van de wet Waardering Onroerende Zaken;
direct of indirect water ter nadere verwerking aanbieden aan de gemeentedirect of indirect aangesloten zijn op afvoeren op de gemeentelijke riolering en/of het afvoeren op gemeentelijk oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam "rioolheffing" wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een gebouwd perceel dat direct of indirect water ter nadere verwerking aanbieden aan de gemeente.

  • 2.

    Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven per gebouwd perceel en naar de maatstaven en de tarieven zoals deze zijn opgenomen in de bij deze verordening opgenomen tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wijze van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar/kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid geldt niet in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.500.

  • 4.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening rioolheffing Marum 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening rioolheffing Marum 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 16 december 2015,

, voorzitter.

, griffier.