Organisatie | Gulpen-Wittem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten Gulpen-Wittem 2000 |
Citeertitel | Verordening rioolrechten Gulpen-Wittem 2000 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 229, lid 1
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2009 | 26-11-2009 | intrekking | 08-10-2009 Heuvelland Actueel, 18-11-2009 | ID/089 | |
04-12-2008 | art. 5, 11 | 06-11-2008 Heuvelland Actueel, 26-11-2008 | ID/078 | ||
10-01-2008 | art. 5, 11 | 19-12-2007 Heuvelland Actueel, 02-01-2008 | ID/046 | ||
07-12-2006 | art. 5, 11 | 09-11-2006 Heuvelland Actueel, 29-11-2006 | ID/024 | ||
04-12-2003 | art. 5 | 11-11-2003 Heuvellan Actueel, 26-11-2003 | Onbekend | ||
19-12-2002 | art. 5 | 07-11-2002 Gemeenteblad 2002, 127 | Onbekend | ||
28-11-2001 | art. 5 | 08-11-2001 Gemeenteblad 2001, 99 | Onbekend | ||
29-11-2000 | art. 5 | 09-11-2000 Gemeenteblad 2000, 132 | Onbekend | ||
29-12-1999 | nieuwe regeling | 16-12-1999 Gemeenteblad 1999, 133 | Onbekend |
Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel to worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als een eigendom worden aangemerkt.
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een voile maand gerekend.
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in een verbruiksperiode is afgenomen van de N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg, in voorkomende gevallen vermeerderd met het aantal kubieke meters water dat in genoemd tijdvak werd verkregen door middel van een eigen pompinstallatie.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
In gevallen bedoeld in het eerste lid, geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vijf en ten hoogste acht bedraagt.
De eerste termijn vervalt in de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van rioolrechten.