Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Grootegast

Verordening Voorzieningen Raadsleden Grootegast 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Grootegast
Officiële naam regelingVerordening Voorzieningen Raadsleden Grootegast 2010
CiteertitelVerordening Voorzieningen Raadsleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum terugwerkende kracht (t/m) van (een versie van) de regeling:

9 maart 2010, met dien verstande dat artikel 10 op grond van het besluit dd. 11 januari 2010 (Stcrt 2010, 856) tot wijziging van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, terugwerkt tot 1 januari 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, art. 3
  2. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, art. 4
  3. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, art. 4a, lid 1
  4. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, art. 7a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-06-201009-03-201001-07-2014nieuwe regeling

22-06-2010

Geen.

Verordening voorzieningen raadsleden 100622.odt
21-09-199522-06-2010nieuwe regeling

05-09-1995

onbekend

Onbekend.

Tekst van de regeling

“VERORDENING VOORZIENINGEN RAADSLEDEN GROOTEGAST 2010”

HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • b

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244

  • c

    Reisregeling Binnenland: de vigerende regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties, regelende de vergoedingen krachtens het Reisbesluit Binnenland, Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144

HOOFDSTUK II VERGOEDING WERKZAAMHEDEN EN VASTE ONKOSTENVERGOEDING

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1.

    Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden

verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke

arbeidsongeschiktheid.

Artikel 5 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 6 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde lid van de Kieswet.

  • 3.

    De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.

HOOFDSTUK III OVERIGE VOORZIENINGEN

Artikel 7 Reiskosten

  • 1.

    De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur, worden aan het raadslid vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in de Reisregeling binnenland.

Artikel 8 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente, bedoeld in artikel 7, worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld in de Reisregeling binnenland.

Artikel 9 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De gezamenlijke fractievoorzitters, verenigd in de agendacommissie van de raad, bepalen bij meerderheid, welke cursussen, congressen, seminars en symposia door of namens de gemeente aan de raadsleden worden aangeboden.

Artikel 10 Computergebruik

  • 1.

    Aan raadsleden wordt, voor de uitoefening van het raadslidmaatschap, jaarlijks een tegemoetkoming verleend voor aanschaf en gebruik van een computer, bijbehorende software en een printer.

  • 2.

    Aan raadsleden wordt een tegemoetkoming verleend in de kosten voor het gebruik van papier en printinkt.

  • 3.

    De raad stelt de hoogte van de in het eerste en tweede lid bedoelde tegemoetkomingen vast.

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt bij het tussentijds terugtreden van een raadslid verstrekt naar rato van de duur van het raadslidmaatschap.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan op verzoek de tegemoetkoming zoals bedoeld in lid 1 worden verrekend met een door de gemeente ten behoeve van het betreffende raadslid aangeschafte computer met bijbehorende software en printer. Hiertoe wordt een beschikbaarstellingsverklaring opgesteld en getekend.

Artikel 11 Spaarloonregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan - op aanvraag en binnen de voorwaarden op grodn van de belastingwetgeving - deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling.

Artikel 12 Vergoeding lidmaatschap commissies

Een lid van de raad dat:

  • a

    lid is van de vertrouwenscommissie bedoeld in art. 61. derde lid van de Gemeentewet

  • b

    lid is van de rekenkamerfunctie, bedoeld in art. 81a van de Gemeentewet

  • c

    lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in art. 155a van de Gemeentewet

    ontvangt voor de duur van het lidmaatschap van de commissie, dan wel van de duur van de activiteiten een toelage van 5% van de vergoeding op jaarbasis als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

HOOFDSTUK IV BETAALBAARSTELLING EN DECLARATIE

Artikel 13 Betaling van tegemoetkomingen en te vergoeden kosten

  • 1.

    De tegemoetkoming voor het gebruik van een computer en papier/inkt wordt betaalbaar gesteld in de maand december van het lopende exploitatiejaar. De hoogte van de vergoedingen en de tegemoetkoming wordt berekend naar rato van de zittingsduur. Bij een tussentijds vertrek wordt de vergoeding betaalbaar gesteld naar rato van de zittingsduur.

  • 2.

    Betaling van kosten op grond van de artikelen 7, 8 en 9 van deze verordening vindt plaats door:

    • a

      betaling uit eigen middelen; oF

    • b

      rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 14 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9 van deze verordening wordt gebruik gemaakt van een vastgesteld declaratieformulier, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend binnen 3 maanden na het ontstaan van de kosten bij de griffier ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

HOOFDSTUK V SLOTBEPALING, CITEERTITEL EN INWERKINGTREDING

Artikel 15 Slotbepaling

Voor gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, kan met instemming van de gezamenlijke fractievoorzitters, verenigd in de agendacommissie van de raad, en met inachtnemning van de geldende wettelijke bepalingen een bijzondere regeling worden getroffen.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen raadsleden.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 22 juni 2010 en werkt terug tot en met 9 maart 2010, met dien verstande dat artikel 10 op grond van het besluit dd. 11 januari 2010 (Stcrt 2010, 856) tot wijziging van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, terugwerkt tot 1 januari 2009.

Artikel 18 Intrekking oude verordening

Door vaststelling van deze verordening wordt de Verordening Geldelijke Voorzieningen Raadsleden, vastgesteld op 5 september 1995 ingetrokken.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Grootegast in zijn openbare vergadering van 22 juni 2010.

H.R. Kastermans, K.B. Dijkstra,

raadsgriffier raadsvoorzitter