Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grootegast

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Grootegast

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrootegast
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Grootegast
CiteertitelReïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Grootegast
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlagePublicatie van de verordening in Het Westerkwartier, 08-09-2004

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is vervangen door de Re-integratieverordening participatiewet 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1.
  2. Wet werk en bijstand, art. 7.
  3. Wet werk en bijstand, art. 8.
  4. Wet werk en bijstand, art. 10, lid 2.
  5. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 34.
  6. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35.
  7. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 36.
  8. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 34.
  9. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35.
  10. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 36.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-200401-07-2015nieuwe regeling

31-08-2004

Het Westerkwartier, 08-09-2004

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Grootegast

De raad van de gemeente Grootegast,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2004, nr. 8, inzake Reïntegratieverordening en reïntegratieplan

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening

 

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de Ioaw of de Ioaz;

  • b.

    Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI;

  • c.

    niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): een persoon als bedoeld in artikel 6 onder a van de wet, die als werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen uitkeringsgerechtigde is;

  • d.

    jongeren: uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers niet ouder dan 23 jaar;

  • e.

    belanghebbende: een persoon die behoort tot de doelgroep (artikel 1 sub a tot en met d) die aanspraak maakt op een voorziening of aan wie een voorziening wordt geboden;

  • f.

    Werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

  • g.

    de wet: de Wet werk en bijstand (Wwb);

  • h.

    Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • i.

    Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • j.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • k.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

  • l.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Grootegast;

  • m.

    wettelijk minimumloon: het wettelijk minimumloon dat van toepassing is op de werknemer, exclusief werkgeverslasten;

  • n.

    voorziening: een voorziening bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet, deze verordening en het reïntegratieplan als bedoeld in artikel 3 eerste lid;

  • o.

    ondersteuning: het geheel van activiteiten, al dan niet onderdeel uitmakend van een volledig reïntegratietraject en opgenomen in een door belanghebbende en de gemeente ondertekend trajectplan, dat bijdraagt aan de inschakeling in het arbeidsproces;

  • p.

    trajectplan: een individueel plan, gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces;

     

Paragraaf 2 Beleid en financiën

Artikel 2. Opdracht college

  • 1.

    Het college biedt aan uitkeringsgerechtigden tot 65 jaar, aan personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40, eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een cliënt, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

  • 4.

    De ondersteuning en/of voorzieningen die de gemeente in dit kader voor belanghebbende inzet, worden vastgelegd in een trajectplan;

  • 5.

    Het trajectplan bevat in ieder geval een begindatum en een geplande einddatum van de afzonderlijk ingezette instrumenten. Daarnaast moet het doel van het traject zo concreet mogelijk worden aangegeven. Het trajectplan is ondertekend en gedagtekend door het college en belanghebbende.

     

Artikel 3. Reïntegratieplan

  • 1.

    Jaarlijks stelt het college een reïntegratieplan vast, waarin wordt aangegeven:

    • een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen;

    • een omschrijving van het inkoopbeleid;

    • het beschikbare budget en een verdeling van de beschikbare middelen over de verschillende voorzieningen;

    • de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van arbeid en zorg;

  • 2.

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het reïntegratieplan.

  • 3.

    Het reïntegratieplan als bedoeld in het eerste lid alsmede het verslag als bedoeld in het tweede lid bevat het oordeel van de cliëntenraad en verschijnt jaarlijks binnen het eerste kwartaal.

     

Artikel 4. Aanspraak op ondersteuning

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden, Anw-ers, Nuggers alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 genoemde reïntegratieplan.

  • 3.

    Geen recht op ondersteuning bestaat indien sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van belanghebbende.

     

     

Artikel 5. Verplichtingen, maatregel en terugvordering

  • 1.

    Belanghebbende die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken en wel op zodanige wijze dat uitstroom naar betaalde arbeid onverkort kan plaatsvinden.

  • 2.

    Belanghebbende die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3.

    Onverminderd de verplichtingen die gelden als genoemd in het tweede lid geldt voor belanghebbende de volgende verplichtingen:

    • a.

      het verstrekken van de inlichtingen aan burgemeester en wethouders die nodig zijn voor het bepalen van een geschikt traject en/of een geschikte voorziening;

    • b.

      het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de mogelijkheden;

    • c.

      het naar vermogen deelnemen aan de verschillende onderdelen van het traject en dit niet frustreren;

    • d.

      na te laten al hetgeen de realisatie van het doel van het traject of van de voorzieningen belemmert.

  • 4.

    Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede en derde lid, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening.

  • 5.

    Indien belanghebbende, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede en derde lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

     

Artikel 6. Diverse plafonds en criteria

  • 1.

    Het college kan in het reïntegratieplan een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2.

    Het college kan een plafond voor het aantal personen en/of een inkomen- en vermogenscriteria instellen om in aanmerking te komen voor een specifieke voorziening. Een door het college ingesteld plafond voor het aantal personen en/of inkomen- en vermogenscriteria vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

     

Paragraaf 3 Voorzieningen

Artikel 7. Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    In het reïntegratieplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden, alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3.

    Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in artikel 9 van de wet niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

  • 4.

    In het reïntegratieplan kan het college ten aanzien van de voorzieningen nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      de weigeringsgrond(-en) bij het aanbieden van voorzieningen;

    • c.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of – vaststelling;

    • d.

      de aanvraag, van en de besluitvorming over subsidies;

    • e.

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • f.

      het vragen van een eigen bijdrage;

    • g.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

       

Artikel 8. Werkstages

  • 1.

    Het college kan aan uitkeringsgerechtigden een werkstage aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    Het college plaatst de persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 4.

    In het reïntegratieplan stelt het college regels ten aanzien van het doel en de duur van de werkstage, het aantal uren per week, wijze van begeleiding en de verplichtingen die aan de werkstages worden verbonden. Dit mondt uiteindelijk uit tot een schriftelijke (stage-)overeenkomst.

     

Artikel 9. Sociale activering

  • 1.

    Het college kan aan uitkeringsgerechtigden als onderdeel van een reïntegratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject uitsluitend gericht op arbeidsinschakeling.

  • 3.

    In het reïntegratieplan stelt het college regels ten aanzien van de duur, het aantal uren per week die aan de sociale activering worden verbonden.

     

Artikel 10. Detacheringsbanen uitgevoerd door een reïntegratiebedrijf

  • 1.

    Het college kan aan een uitkeringsgerechtigde een dienstverband aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling. De beleidsaanbeveling ten aanzien van Loonkostensubsidie en Europese regelgeving, vermeld in de verzamelbrief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 april 2004, wordt geacht integraal deel uit te maken van deze verordening.

  • 2.

    De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst.

  • 3.

    Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 4.

    In het reïntegratieplan stelt het college regels ten aanzien van de van toepassing zijnde rechtspositie, de duur, alsmede het aantal uren per week die aan de detacheringsbanen worden verbonden.

     

Artikel 11. Loonkostensubsidies gericht op reïntegratie

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken aan werkgevers die met uitkeringsgerechtigden een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op arbeidsinschakeling. De beleidsaanbeveling ten aanzien van Loonkostensubsidie en Europese regelgeving, vermeld in de verzamelbrief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 april 2004, wordt geacht integraal deel uit te maken van deze verordening.

  • 2.

    De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 3.

    In het reïntegratieplan stelt het college regels ten aanzien van de duur en de hoogte van de subsidie, alsmede de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

     

Artikel 12. Scholing

  • 1.

    Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde scholing kan aangeboden worden in de vorm van een subsidie.

  • 3.

    Het college stelt in het reïntegratieplan regels ten aanzien van de noodzakelijkheid, de duur en de maximale kosten van de scholing.

     

Artikel 13. Inkomstenvrijlating

  • 1.

    Het college kan aan de uitkeringsgerechtigde overeenkomstig artikel 31 tweede lid onder o van de wet voor bepaalde tijd inkomsten uit part-time arbeid vrijlaten.

  • 2.

    Het college stelt in het reïntegratieplan regels ten aanzien van de voorwaarden wanneer er recht bestaat, alsmede de duur en de hoogte van de inkomstenvrijlating.

     

     

Artikel 14. Overige vergoedingen

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het college stelt in haar reïntegratieplan regels over de doelgroep, wanneer er recht bestaat op een vergoeding, alsmede de duur en de hoogte van de vergoeding.

     

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Grootegast”

 

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op één dag na bekendmaking

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 31 augustus 2004

 

de voorzitter

 

de griffier