Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Grootegast

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Grootegast
Officiële naam regelingVerordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen
CiteertitelVerordening straatnaamgeving en huisnummering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-199723-05-2013nieuwe regeling

02-12-1997

Het Westerkwartier, 09-12-1997

Onbekend.

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Grootegast;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 1997, agendapunt 17;

overwegende dat de straatnaamgeving tot 1 januari 1994 haar grond vond in artikel 174 van de gemeentewet en de gemeente vastgoedobjecten nummerde op grond van artikel 41 van het Besluit bevolkingsboekhouding, welke regelingen hun kracht hebben verloren;

dat de bevoegdheid tot straatnaamgeving en de huisnummering door de gemeente nu wordt ontleend aan de artikelen 108 en 149 van de gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar onderdeel van uitmaken;

  • b.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • d.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van ontroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes enzovoort);

  • e.

    Afgebakend terrein: een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt;

  • f.

    Ligplaats: een deel van het openbare water dat door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;

  • g.

    Standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  • h.

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • i.

    Nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter;

  • j.

    Object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats;

  • k.

    Rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder;

  • l.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Hoofdstuk 2 Het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen en van ligplaatsen of standplaatsen

Artikel 2

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verdelen de gemeente in wijken en/of straten, en duiden deze aan met nummers, zo nodig aangevuld met letters of namen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen namen toekennen aan delen van de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken.

Artikel 3

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Het aanbrengen van een huisnummer gebeurt een keer door en op kosten van de gemeente.

Artikel 4

  • 1.

    De door burgemeester en wethouders aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen namen of nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3.

    Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op een zichtbare wijze aan te brengen.

Hoofdstuk 3 Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 5

  • 1.

    Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of ander soort terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6

  • 1.

    Tenzij door burgemeester en wethouders anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan te brengen op een wijze zoals in artikel 7, eerste lid is bepaald.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders aan te brengen.

  • 3.

    Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

Hoofdstuk 4 Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 7

  • 1.

    Door het college van burgemeester en wethouders zal in verband met de straatnaamgeving samenspraak met Vereniging van Dorpsbelangen/Plaatselijk Belang van het betreffende dorp worden gehouden.

  • 2.

    Alvorens burgemeester en wethouders een besluit nemen terzake van de vaststelling van straatnamen, wordt de commissie Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening gehoord.

  • 3.

    Door het college van burgemeester en wethouders, zal indien hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid mededeling worden gedaan aan de raad.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vaststellen voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen met oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, nadere registratieve voorschriften stellen.

Hoofdstuk 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van het eerste categorie.

  • 2.

    De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 41 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt inwerking op de achtste dag na die van bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 139 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het inwerking treden van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3.

    Bij het wijzigen van een naam of een nummer, bedoeld in het eerste en tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze bepaald in artikel 7, eerste lid.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 december 1997,

K.B. Dijkstra, voorzitter

mr. Joh. Kooistra, secretaris