Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grootegast

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrootegast
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2008
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlagePublicatie van de verordening in Het Westerkwartier, 12-12-2007

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt Verordening toeristenbelasting van 29 november 2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-200701-01-2008nieuwe regeling

11-12-2007

Het Westerkwartier, 12-12-2007

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2008

De raad van de gemeente Grootegast;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2007;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2008

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van en zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

     

Artikel 2 Belastbaar feit

Terzake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam “toeristenbelasting” een directe belasting geheven.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplicht is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

     

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging vanzieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning, indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

     

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

 

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantie-onderkomens en niet beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:

      • 2 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;

      • 4 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met 6 en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met 6.

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van: ten hoogste drie maanden bepaald op 30; meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 45; meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 60;meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 75;

    • b.

      b.ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op 365.

  • 3.

    Het aantal mobiele onderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.

     

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

 

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,46.

 

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan veertig zal of heeft belopen.

 

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen betaald worden in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

     

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

 

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening toeristenbelasting” van 29 november 2005, goedgekeurd bij besluit van 13 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2008”.

     

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Grootegast

    in de openbare vergadering van 11 december 2007,

     

     

     

     

     

    H. Kastermans, griffier

     

    K.B. Dijkstra, voorzitter