Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemstede

Herijking subsidiebeleid, kaders voor bezuiniging in de periode 2012-2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHerijking subsidiebeleid, kaders voor bezuiniging in de periode 2012-2014
CiteertitelHerijking subsidiebeleid, kaders voor bezuiniging in de periode 2012-2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageUitwerking afwegingskader nota "Herijking subsidiebeleid" (periode 2012-2014)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Heemstede

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Niet van toepassing

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201128-01-2016Nieuwe regeling

31-03-2011

Geen

508436

Tekst van de regeling

Intitulé

Herijking subsidiebeleid, kaders voor bezuiniging in de periode 2012-2014

 

 

1 Inleiding

Vrijwel alle gemeenten in Nederland zijn door de financiële omstandigheden genoodzaakt om hun gesubsidieerde activiteiten tegen het licht te houden. Ook de gemeente Heemstede ontkomt hier niet aan.

 

Inmiddels heeft gedurende de huidige collegeperiode met de vaststelling van de Kadernota 2010 al besluitvorming plaatsgevonden over de vermindering van subsidiebijdragen tot een bedrag van naar verwachting ongeveer € 233.000 per 2014. Onderdeel hiervan vormt bijvoorbeeld de subsidieverlaging voor het bibliotheekwerk en de omvangrijke bezuiniging die is ingeboekt voor het peuterspeelzaalwerk. Met het oog op gewenste nadere besparingen in de periode 2012 t/m 2014 is in de Kadernota 2010 opgenomen dat, naast de al genoemde bezuiniging, het subsidiebeleid herijkt dient te worden. In de voorliggende notitie treft u deze herijking aan.

 

De Heemsteedse samenleving kenmerkt zich door een breed vertakt en goed georganiseerd netwerk. Vooral in het verenigingsleven en rondom de domeinen van de sport en senioren zijn talloze organisaties actief. Ook op het terrein van kunst en cultuur zijn de activiteiten rijk geschakeerd. Al deze aspecten maken dat Heemstede een samenleving is waar het goed toeven is. Het is een waardevolle aanvulling op het fijne woonklimaat qua natuur en ruimtelijke omgeving.

 

Keuzes om te bezuinigen moeten dus zorgvuldig gemaakt worden. Activiteiten zijn immers sneller wegbezuinigd dan opgebouwd. Onze keuze houdt in dat we in deze nota geen subsidievermindering voorstellen voor voorzieningen gericht op Heemsteedse inwoners die in een kwetsbare positie verkeren. Voor andere gesubsidieerde activiteiten hebben wij nadrukkelijk gekozen voor een gefaseerde vermindering van subsidieverstrekkingen. Op deze wijze geldt dat er meer gekeken wordt naar het profijtbeginsel. Een afspraak die in het Collegeakkoord is gemaakt en waarbij ervan wordt uitgegaan dat de gebruiker van een dienst of activiteiten daaraan een (financiële) bijdrage levert. Met vertegenwoordigers van activiteiten waarvan de subsidie gekort wordt, zullen in voorkomende gevallen gesprekken worden gevoerd om de bezuinigingen in goede banen te lijden. Het College is zich ervan bewust dat de voorgestelde bezuinigingen geen populaire maatregelen zijn. Toch staan wij pal achter de gekozen richting.

 

Tenslotte wil het College benadrukken dat bezuinigen ook nieuwe kansen biedt. Een exercitie als deze verscherpt de blik om tot creatieve en originele aanpakken en maatregelen te komen. Sponsoring, subsidies van derden, publiek-private samenwerking en meer activiteiten door en voor burgers moeten ertoe bijdragen dat het huidige peil van voorzieningen gehandhaafd wordt. Intensieve samenwerking met onderzoeksinstituten, scholen en opleidingen moeten het mogelijk maken dat in de toekomst gebruik wordt gemaakt van studenten en stagiairs om op bepaalde terreinen te worden ingezet. Uiteraard is hierover op veel terreinen nog overleg noodzakelijk.

 

Doelstelling

Op het vlak van de categorieën “subsidies/betalingen aan instellingen” en “overige gemeentelijke voorzieningen” gezamenlijk dient per 2014 nog een nadere besparing te worden gerealiseerd van € 84.000.*

 

In de voorliggende notitie wordt gestreefd naar het realiseren van een bijdrage aan deze vereiste aanvullende besparing.

 

* zie pagina 4 van de aanbiedingsbrief begroting 2011

 

Karakter notitie

In deze notitie treft u de kaders aan waarmee op het vlak van subsidies in de periode 2012-2014 een nadere besparing kan worden gerealiseerd. Aan de hand van deze kadernotitie en de hierin opgenomen criteria zal de feitelijke verstrekking van subsidies vervolgens worden uitgevoerd door het college. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de verschillende bevoegdheden van raad en college.

 

Opbouw notitie

In het onderstaande wordt kort ingegaan op (de definitie, vormen) subsidies, de doelstelling van het Heemsteedse welzijnsbeleid en de financiele dekking van de subsidieverstrekkingen. Na een weergave van de besluitvorming op het vlak van subsidies in de Kadernota 2010 wordt het kader gepresenteerd om te komen tot een nadere besparing per 2014. De notitie sluit af met een overzicht van de financiële consequenties, de relatie met voorgenomen nieuwe beleidsnota’s en een weergave van de wijze van voortgang (uitvoering).

2 Subsidies

Definitie subsidie

Voor een goed begrip is het van belang te weten wat wordt verstaan onder subsidie. Artikel 4.21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de volgende omschrijving. Subsidie is “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”.

 

De omschrijving is dwingend: hoe een bijdrage ook wordt genoemd, als een financiële verstrekking aan deze definitie voldoet, is sprake van een subsidie en gelden alle regels van de subsidietitel van de Awb.

 

Waarom worden subsidies verstrekt?

Subsidies zijn een belangrijk instrument om door de gemeente geformuleerde doelstellingen op maatschappelijke terreinen te verwezenlijken. Die doelstellingen zijn neergelegd in de verschillende beleidsnota’s. Bijvoorbeeld de nota Welzijn, Wel Doen, de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011, de Nota In contact met cultuur (per 2008), de Nota Sport en Bewegen (2009) en de nota Subsidie- en tarievenbeleid sport (2009).In al deze door raad vastgestelde beleidnota’s wordt aangegeven welke activiteiten door de gemeente van zodanig belang worden gevonden dat ze door het college via een subsidie worden ondersteund.

 

In deze nota’s is vaak sprake van beleidsvrijheid, maar niet van vrijblijvendheid: beleid is vaak de invulling van wettelijke verplichtingen. Zo is de gemeente verplicht om invulling te geven aan de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in dit kader bijvoorbeeld zorg te dragen voor een goed en toegankelijk algemeen voorzieningenniveau zodat iedereen kan participeren. Soms is de verplichting concreter. Bijvoorbeeld voor wat betreft de werkzaamheden van consultatiebureaus (Wet Publieke gezondheid).

 

Wettelijke grondslag

Bij de verstrekking van subsidies dient rekening te worden gehouden met de subsidietitel van de Awb. Met name van belang is de hoofdregel (eis) dat een gemeente in beginsel alleen subsidies verstrekken als sprake is van een wettelijke grondslag. Dat betekent feitelijk: er moet sprake zijn van een of meer verordeningen - vastgesteld door de raad - op grond waarvan de gemeente subsidies verstrekt.

 

De belangrijkste wettelijke grondslag voor de verstrekking van subsidies is voor Heemstede de Algemene Subsidieverordening Heemstede. Hierin staan algemene regels, voorwaarden en verplichtingen die voor alle subsidies gelden. Zoals de algemene regel dat nooit meer subsidie kan worden verstrekt dan de werkelijke kosten die met de gesubsidieerde activiteit gemoeid zijn. Daarnaast kent Heemstede verschillende bijzondere verordeningen, waarin de specifieke bepalingen en berekeningswijze van de subsidies per beleidsterrein wordt gegeven Er is hiermee dus sprake van maatwerk. Voorbeelden van bijzondere subsidieverordeningen zijn: verordening ouderenwerk, verordening sport en scouting, verordening subsidiering maatschappelijke stages, verordening amateuristische kunstbeoefening. De verordeningen zijn hiermee de juridische vertaling van het vastgestelde beleid.

 

Subsidievormen

Op grond van de Algemene subsidieverordening Heemstede zijn de volgende subsidievormen te onderscheiden:

 

  • ·

    Structurele subsidies, gericht op jaarlijks terugkerende activiteiten met een duurzaam/structureel karakter. Ongeveer 75 a 80 instellingen/verenigingen ontvangen een dergelijke subsidie voor activiteiten die zij al jaren aanbieden.

  • ·

    Incidentele subsidies. Deze subsidies zijn gericht op eenmalige, kortdurende activiteiten, projecten.

  • ·

    Investeringssubsidies. Dit betreft een gedeeltelijke bekostiging van bepaalde investeringskosten van sportverenigingen en scoutingverenigingen. Ook voor het toegankelijk maken van gebouwen voor mensen met een beperking kan een investeringssubsidie worden verstrekt.

  • ·

    Budgetsubsidies. Dit zijn meerjarige subsidies waarbij een instelling een bedrag krijgt verstrekt om een tevoren overeengekomen activiteitenpakket uit te voeren. Deze subsidie geeft enige zekerheid aan professionele instellingen die met personeelskosten te maken hebben. Kenmerk is dat vooraf afspraken worden gemaakt over prestaties/het activiteitenaanbod en dat het risico van het niet halen van de prestatieafspraken ligt bij de instelling. Omgekeerd ligt ook het voordeel van het halen van de afspraken tegen minder kosten bij de instelling.

     

    In 2011 is aan 3 instellingen een dergelijke subsidie verstrekt: Stichting CASCA, Stichting Welzijn Ouderen Heemstede en de Stadsbibliotheek Haarlem e.o.. Deze budgetsubsidies hebben betrekking op 2 jaar en gelden tot en met 2011 (Stichting CASCA en Stichting WOH) en tot en met 2012 (Stichting Stadsbibliotheek Haarlem e.o.).

     

Voor zowel de incidentele als de structurele subsidies geldt dat deze in de vorm van een waarderingssubsidie kunnen worden verstrekt van € 250. Dit is een subsidie waarbij geen verband is tussen de omvang van de kosten die voor de activiteiten gemaakt worden en de hoogte van de subsidie die wordt verstrekt; het gaat hier uitsluitend om het uitspreken van waardering.

3 Doelstelling Heemsteedse welzijnsbeleid

Zoals aangegeven zijn subsidies een belangrijk instrument om uitvoering te kunnen geven aan vastgesteld beleid. Een (financiële) herijking van het subsidies kan daarom niet los gezien worden van de ambitie en het doel van het vastgestelde beleid.

 

Algemene doestelling welzijnsbeleid

Met het Heemsteedse welzijnsbeleid wordt ernaar gestreefd dat iedere Heemsteedse inwoner volwaardig deel kan nemen aan de samenleving.

 

Deze algemene doelstelling vraagt in de eerste plaats om de inzet vanzogenoemde preventieve algemene voorzieningen en activiteiten die mogelijkheden aan alle Heemsteedse inwoners bieden voor ontplooiing, zelfredzaamheid, ontspanning en recreatie en die bijdragen aan hun deelname aan het sociale en maatschappelijke leven en de bevordering van hun gezondheid. Omdat er hiermee naar wordt gestreefd te voorkomen dat mensen buiten de samenleving komen te staan, worden deze voorzieningen en activiteiten “preventief” genoemd.

 

Ondanks alle preventieve voorzieningen en activiteiten kan de situatie zich voordoen dat Heemsteedse inwoners maatschappelijk en/of sociaal buiten de gemeenschap komen te staan. Om inwoners die door fysieke, psychische of sociale oorzaken in een achterstandspositie, c.q. een kwetsbare positie verkeren, toch te laten meedoen in de samenleving zijn curatieve algemene voorzieningen en activiteiten nodig. Deze worden - veelal tijdelijk - ingezet om degenen die in een problematische situatie verkeren hier weer uit te helpen. In dit kader wordt gesproken van een "vangnet" en van "vangnetvoorzieningen". Concreet gaat het op het gebied van gesubsidieerde voorzieningen om:

 

  • ·

    het algemeen maatschappelijk werk (inclusief sociaal raadsliedenwerk), gericht op het bieden van hulp aan mensen met psychosociale problemen;

  • ·

    belangenbehartiging voor gehandicapten;

  • ·

    vorming en vrijetijdsbesteding voor mensen met een handicap;

  • ·

    ondersteuning aan mantelzorgers (o.a. gericht op levering van vrijwillige thuishulp en buddyzorg voor mensen met een beperking of chronische ziekte;

  • ·

    dienstverlening en ondersteuning in het kader van het ouderenwerk (gericht op kwetsbare senioren), zoals dagbesteding voor ouderen, vrijwilligersvervoer, telefooncirkels etc.;

  • ·

    laagdrempelige collectieve ondersteuning aan mensen met psychische klachten;

  • ·

    laagdrempelige ondersteuning van beginnende dementerenden;

  • ·

    laagdrempelige ondersteuning, voorlichting en activiteiten voor cliënten in de geestelijke gezondheidszorg;

  • ·

    ondersteuning, eerste opvang en begeleiding van slachtoffers van misdrijven, verkeersongevallen etc. op emotioneel, juridisch en praktisch gebied;

  • ·

    laagdrempelige ondersteuning, bemiddeling en advisering in Loket Heemstede en CJG;

  • ·

    begeleiding en ondersteuning bij leer- en/of gedragsmoeilijkheden voor leerlingen van het primair onderwijs;

  • ·

    bemiddeling door vrijwilligers in het kader van buurtconflicten.

 

Als ook de curatieve algemene voorzieningen en activiteiten niet voldoende zijn om inwoners mee te laten doen in de maatschappij, wordt zorg gedragen voor het verstrekken van curatieve individuele voorzieningen, zoals de verstrekking van rolstoelen, vervoers- en woonvoorzieningen, hulp bij het huishouden, speciaal onderwijs en leerlingenvervoer. Maar ook financiële regelingen (Wet werk en bijstand, minimaregeling), reintegratietrajecten, inburgeringtrajecten, individuele begeleiding op psychosociale grondslag en indicaties voor de sociale werkvoorziening zijn te scharen onder de curatieve individuele verstrekkingen.

 

Ambitie gemeente Heemstede

Met het geheel aan algemene voorzieningen en activiteiten en individuele verstrekkingen wordt ernaar gestreefd dat iedereen in Heemstede zich kan ontplooien en kan meedoen. Op grond van het vastgestelde welzijnsbeleid is het de ambitie van de gemeente Heemstede om samen met inwoners en instellingen te bouwen aan een samenleving waarin iedereen kán meedoen en waarbij aandacht wordt gegeven aan kwetsbare burgers. De gemeente Heemstede heeft zich ontwikkeld tot en kenmerkt zich als een hoogwaardige samenleving met een goed woon- en leefmilieu, waar sprake is van een grote onderlinge betrokkenheid. Bij een dergelijke samenleving past een goede sociale infrastructuur.

 

Deze wordt in Heemstede vorm gegeven door een breed geschakeerd aanbod van activiteiten en voorzieningen op preventief en curatief vlak. En door een goed aanbod op het vlak van individuele voorzieningen. Het gemeentelijk beleid is er tot op heden altijd op gericht geweest om de voorwaarden te scheppen om deze goede sociale infrastructuur in stand te houden. Hierbij is tevens aangesloten bij de grote tevredenheid die onder inwoners en instellingen bestaat met betrekking tot het Heemsteedse welzijnsbeleid. Binnen die ondersteunende sociale omgeving wordt echter wel uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van iedere individuele burger om de eigen levensloop en de gewenste kwaliteit van het leven te plannen en te sturen. En, voor wat betreft de subsidieverstrekkingen, van een toepassing van het profijtbeginsel.

 

Reikwijdte notitie

Subsidies zijn een belangrijk sturingsmiddel om de bovenstaande doelstelling en ambitie te verwezenlijken. Het college geeft aan het vastgestelde beleid uitvoering door de subsidiëring van de preventieve en curatieve algemene voorzieningen en activiteiten. Dit binnen de beleidsmatige en financiële kaders die de raad heeft gesteld.

 

Benadrukt wordt dat de curatieve individuele verstrekkingen op grond van de Algemene wet bestuursrecht géén subsidies zijn. Gelet hierop blijven ze in het vervolg van deze notitie buiten beschouwing. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat door de raad met de vaststelling van de Kadernota 2010 is besloten dat in de periode 2012-2014 verstrekkingen op het vlak van maatschappelijke ondersteuning niet worden gekort.

 

Resumerend, de onderhavige notitie is gericht op de gesubsidieerde preventieve en curatieve algemene voorzieningen en activiteiten.

4 Financiele dekking subsidies

De dekking van de subsidieverstrekkingen ten behoeve van de preventieve en curatieve algemene voorzieningen en activiteiten is divers en vindt via de volgende budgetten plaats:

 

  • -

    Algemene middelen;

  • -

    Algemene middelen: via een specifieke financiële toevoeging;

  • -

    Budget Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

  • -

    Budget Wet maatschappelijke ondersteuning: via een specifieke financiële toevoeging;

  • -

    Brede doeluitkering (Bdu) jeugd;

  • -

    Specifieke uitkeringen, rijkssubsidies, provinciale subsidies.

 

Ter toelichting het volgende. Vóór de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vormde de Welzijnswet de juridische grondslag voor de activiteiten en voorzieningen op het gebied van het welzijnsbeleid. Ten behoeve van de bekostiging van preventieve en curatieve algemene activiteiten en voorzieningen werd door het rijk een bijdrage verstrekt via de Algemene uitkering. Hetzelfde gold overigens voor de individuele verstrekkingen (vervoers- en woonvoorzieningen) vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg).

 

Met de invoering van de Wmo is zowel de Welzijnswet als de Wvg ingetrokken. De beleidsvelden van beide wetten maken - naast de nieuwe taken zoals de uitvoering van de huishoudelijke zorg en het mantelzorgbeleid - onderdeel uit van de Wmo. Hoewel op dit moment sprake is van één wettelijk kader (Wmo), is de wijze van financiering door het rijk divers. Anders gezegd, de geldstromen van het rijk zijn gescheiden. De nieuwe taken die met de invoering van de Wmo door gemeenten worden uitgevoerd, worden door het rijk ondersteund via het Wmo-budget. De op het moment van de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning reeds bestaande geldstromen vanuit het rijk naar gemeenten voor de uitvoering van taken uit de voormalige Welzijnswet (én Wvg) zijn gecontinueerd; deze bijdrage wordt nog steeds verstrekt via de Algemene uitkering.

 

Het bovenstaande betekent dat de subsidieverstrekkingen ten behoeve van preventieve en curatieve voorzieningen en activiteiten waartoe met de vaststelling van de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 is besloten, worden gedekt uit hiertoe aanwezige ruimte binnen het structurele Wmo-budget. Dit budget wordt overigens volgens besluitvorming van de raad in de eerste plaats ingezet voor de individuele verstrekkingen huishoudelijke hulp. Voor zover er nadere ruimte in het structurele Wmo-budget is, wordt prioriteit gegeven aan curatieve voorzieningen en activiteiten boven preventieve. De structurele subsidieverstrekkingen van preventieve en curatieve activiteiten en voorzieningen die onder de Welzijnswet al waren opgezet, zijn gedekt gebleven via de Algemene uitkering.

 

De specifieke toevoegingen in de Algemene middelen zijn gericht op:

  • ·

    subsidiëring van een regionaal bureau discriminatiezaken (Wet antidiscriminatievoorzieningen)

  • ·

    subsidiëring in het kader van de gemeentelijk zorgplicht voor de lokale radio (Mediawet);

  • ·

    subsidiëring digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg.

 

De specifieke toevoegingen in het budget Wmo zijn gericht op:

  • ·

    subsidiëring van de dagbesteding ouderen (voorheen Awbz)

  • ·

    (regionale) subsidiëring van ondersteuning van mantelzorgers, mensen met een beperking en voor de (coördinatie) van vrijwillige thuiszorg en voor de ondersteuning van organisaties van zorgvrijwilligers. (voorheen Awbz)

5 Besluitvorming kadernota 2010

Met de vaststelling van de Kadernota 2010zijn voor de periode 2012-2014 op het gebied van subsidies de volgende besparingen al ingeboekt.

 

Besluitvorming budgetsubsidies

  • -

    Met betrekking tot de budgetsubsidies (Stichting CASCA, de Stichting Welzijn Ouderen Heemstede, de Stichting Drielanden en de Stichting Stadsbibliotheek Haarlem e.o.) wordt in 2012 t/m 2014 een gefaseerde verlaging gerealiseerd van 5%. In de Kadernota is hierbij uitgegaan van een geraamde besparing per 2014 van circa

    84.000*.

     

    Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de genoemde gefaseerde korting van 5% is gebaseerd op een geraamde verlaging bij niet indexeren van deze subsidies gedurende de jaren 2012 t/m 2014.

     

    * Aan de Stichting Drielanden wordt per augustus 2010 geen budgetsubsidie meer verstrekt; de besparing is hierdoor naar verwachting feitelijk € 5.000 lager.

     

Besluitvorming structurele subsidies

  • -

    Structurele subsidies worden in de periode 2012 t/m 2014 niet geïndexeerd. In de Kadernota is aangegeven dat dit leidt tot een verwachte gefaseerde besparing van circa 5%,: circa € 24.000 per 2014.

     

    N.b.: het betreft hier uitsluitend het niet-indexeren van structurele subsidieverstrekkingen ten behoeve van preventieve algemene activiteiten en voorzieningen. Anders gezegd, het niet-indexeren heeft géén betrekking op de curatieve algemene voorzieningen en activiteiten.

     

  • -

    De subsidieverstrekking ten behoeve van het peuterspeelzaalwerk wordt in de periode 2012 gefaseerd

    verlaagd met € 125.000.

     

    N.b.: hierbij is overwogen dat door de afname van wachtlijsten, de afnemende bezetting van de Heemsteedse zalen en de nieuwe wetgeving (Wet Oke) een heroverweging en een besparing in deze in de rede ligt. Uitwerking hiervan zal plaatsvinden in de voorgenomen nota Jeugd en Onderwijs.

 

In het vervolg worden voorstellen gedaan voor de realisering van een nadere besparing op respectievelijk de structurele subsidies, de budgetsubsidies en de incidentele subsidies.

6 Nadere besparing subsidies 2012-2014

Voorstel nadere besparing structurele subsidies periode 2012-2014

Aanvullend op de besluitvorming van de Kadernota 2010 (zijnde het niet indexeren van subsidies gericht op preventieve voorzieningen in de periode 2012 t/m 2014 en een bezuiniging op het peuterspeelzaalwerk) wordt voorgesteld de in het onderstaande opgenomen afwegingskader te hanteren om te komen tot een nadere besparing op het gebied van structurele subsidies. Hierbij wordt onder andere een onderscheid gemaakt tussen het curatieve en het preventieve algemene aanbod.

 

Afwegingskader (criteria)

  • 1.

    Voor zover sprake is van een concrete wettelijke taak en/of voorzieningen en activiteiten waarvoor het rijk een doeluitkering of specifiek een bijdrage verstrekt, vindt in dit kader geen vermindering van de structurele subsidies plaats ten opzichte van 2011.

     

  • 2.

    Voor zover sprake is van structurele subsidies ten behoeve van curatieve algemene voorzieningen en activiteiten vindt in dit kader geen vermindering van de subsidieverstrekkingen plaats ten opzichte van 2011. De activiteiten en voorzieningen die dit betreft zijn op pagina 3 genoemd. De gemeente neemt hiermee een verantwoordelijkheid voor inwoners die zich (tijdelijk) in een problematische situatie bevinden.

     

  • 3.

    Voor zover sprake is van structurele subsidies ten behoeve van preventieve algemene voorzieningen/activiteiten wordt uitgegaan van een nadere toepassing van het profijtbeginsel. Anders gezegd, er wordt van uitgegaan dat gebruikers/deelnemers een hogere eigen bijdrage leveren aan de preventieve activiteiten en voorzieningen die door de gemeente gesubsidieerd worden. Voorgesteld wordt hierbij in de periode 2012-2014 - vanuit financieel oogpunt, c.q. de noodzaak tot het realiseren van een bezuiniging - uit te gaan van een gefaseerde subsidievermindering van 15%. Met het al in de kadernota aangegeven niet-indexeren in de genoemde periode is voor wat betreft deze structurele subsidies sprake van een besparing van circa 20% in 2014 ten opzichte van 2011.

     

    Voor zover sprake is van structurele subsidies in de vorm van waarderingssubsidies ad € 250 wordt met het oog op het profijtbeginsel uitgegaan van een beëindiging van de subsidiëring.

     

    Met de nadere toepassing van het profijtbeginsel voor de preventieve activiteiten en voorzieningen wordt aangesloten bij het beleidsmatige uitgangspunt dat de burger zelf primair verantwoordelijk is voor de inrichting van zijn leven en voor het meedoen aan de maatschappij.

     

    Uitzonderingen toepassing profijtbeginsel voor structurele subsidies met een preventieve aard

    Voor wat betreft de toepassing van het profijtbeginsel, aanvullend op de besluitvorming van de Kadernota 2010, wordt voorgesteld in te stemmen met de volgende uitzonderingen:

    • a.

      De verstrekking van waarderingssubsidies ad € 250 wordt voortgezet indien sprake is van niet-doelgroep gerichte activiteiten die bijdragen aan veiligheid en/of educatie. Hierbij kan worden gedacht aan de waarderingssubsidies voor verkeersbrigadiers, EHBO-verenigingen en musea.

    • b.

      De nadere toepassing van het profijtbeginsel wordt niet toegepast voorzover aan instellingen een subsidie - zijnde geen waarderingssubsidie - met een maximum van € 750 (peiljaar 2011) is verstrekt. Hierbij wordt overwogen dat aan de betreffende instellingen een zodanig geringe subsidie wordt verstrekt, dat kan worden gesteld dat hiermee de minimale ondersteuning vanuit de gemeente al is bereikt.

    • c.

      Met betrekking tot de structurele subsidies waarmee éénmaal per jaar een activiteit wordt aangeboden die gericht is op alle Heemsteedse inwoners en waarbij geen sprake is van een bijdrage van de gebruikers wordt het profijtbeginsel niet nader toegepast. Gedacht kan worden aan de Bloemencorso en de viering van Koninginnedag.

    • d.

      Het profijtbeginsel wordt niet toegepast op structurele subsidies gericht op een preventief aanbod voor leerlingen van het primair onderwijs. Hierbij wordt gewezen op het belang om de ontplooiing van deze doelgroep niet te belemmeren. Tevens wordt in dit kader opgemerkt dat voor wat betreft deze subsidies al geruime tijd geen sprake is geweest van het indexeren van de subsidiebedragen. Hierbij kan met name gedacht worden aan de subsidieverstrekkingen in het kader van de Financiële en materiele gelijkstelling onderwijs (zoals subsidiëring van muziekonderwijs en de subsidiëring van de vakleerkrachten gym).

    • e.

      Voor zover recent besluitvorming heeft plaatsgevonden over een subsidieverstrekking (waarbij al is uitgegaan van een besparing), vindt in de periode 2012-2014 geen nadere toepassing van het profijtbeginsel plaats.

       

      Dit betreft onder andere de subsidiëring van de Stichting Podiumprogrammering. Recent is, na het vernemen van de zienswijze van de Commissie Samenleving, besloten aan de stichting een structurele subsidie ad € 147.000 te verstrekken onder voorwaarden zoals gesteld in het door de stichting ingediende bedrijfsplan: “Proeve van een meerjarig bedrijfsplan voor de podiumkunst in Heemstede”. In dat kader was aan de stichting al een taakstellende bezuiniging opgelegd. Terzijde wordt nog wel geadviseerd de stichting niet te compenseren voor zover sprake is van een btw-verhoging op theaterkaartjes van 6% naar 19%.

       

      Het betreft tevens de subsidiëring van het peuterspeelzaalwerk. In de Kadernota 2010 is aangegeven dat op het peuterspeelzaalwerk in 2012 een besparing gerealiseerd dient te worden van € 50.000, oplopend tot € 125.000 per 2013. Gelet op het feit dat deze relatief omvangrijke besparing - aanvullend op het niet-indexeren in de periode 2012 t/m 2014 - nog ingevuld moet worden, wordt in dit kader voorgesteld in de betreffende periode af te zien van de nadere invulling van het profijtbeginsel.

       

      Tot slot kan worden gewezen op de sportsubsidies. Gelet op de recente besluitvorming (Nota Subsidies en Tarieven Sport) wordt geadviseerd verder af te zien van nadere invulling van het profijtbeginsel op het gebied van sport.

     

Aanvullend op het bovenstaande afwegingskader voor structurele subsidies wordt het volgende opgemerkt. Voorgesteld wordt de subsidiering aan de ISP Informatie Steunpunt te beeindigen: de financiele ondersteuning van de betreffende activiteit vindt plaats via de centrumgemeente Haarlem (maatschappelijke opvang).

 

Hiernaast wordt voorgesteld de subsidiëring van de VAC, vooruitlopend op de komende herbezinning met betrekking tot het welstandstoezicht, in dit kader te beeindigen. De rol en inzet van de VAC zullen we vervolgens betrekken bij de besluitvorming over de invulling van het welstandstoezicht.

 

B. Voorstel nadere besparing budgetsubsidies 2012-2014

Per 2011 wordt aan 3 instellingen een budgetsubsidie verstrekt: Stichting Welzijn Ouderen Heemstede, Stichting CASCA en Stichting Stadsbibliotheek Haarlem e.o.

 

Aanvullend op de besluitvorming van de Kadernota 2010 (zijnde een korting van 5% in de periode 2012-2014) wordt het volgende voorgesteld om te komen tot een nadere besparing op het gebied van budgetsubsidies. Ook hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het curatieve en het preventieve aanbod. Voor zover sprake is van budgetsubsidies ten behoeve van curatieve algemene voorzieningen en activiteiten wordt ook hier voorgesteld niet over te gaan tot korting. Dit betreft de dienstverlening van de Stichting Welzijn Ouderen Heemstede.

 

Voor zover de budgetsubsidies zijn gericht op preventieve algemene voorzieningen/activiteiten wordt per instelling het volgende opgemerkt.

 

Stichting Welzijn Ouderen Heemstede (WOH)

Voor wat betreft de Stichting Welzijn Ouderen Heemstede is sprake van een budgetsubsidie voor zowel curatieve als preventieve voorzieningen. De preventieve (recreatieve) activiteiten worden uitgevoerd in de Pauwehof in samenwerking met het betreffende kerkbestuur. Naar aanleiding van het gestelde in de kadernota zal de Stichting WOH financieel worden geconfronteerd met een bezuiniging van - gefaseerd - 5% met ingang van 2012. Invulling van de in de kadernota opgenomen besparing van 5% (€11.000) in de periode 2012 t/m 2014 zal plaatsvinden in het kader van de besprekingen ten behoeve van de nieuwe budgetsubsidie per 2012. Het ligt in de rede dat hierbij zal worden getracht de curatieve voorzieningen te ontzien.

 

Gelet hierop wordt voorgesteld geen nadere voorstellen voor een besparing voor wat betreft de preventieve activiteiten te doen. Hierbij wordt tevens overwogen dat de stichting haar activiteiten aanbiedt met de inzet van een geringe inzet van beroepskrachten (circa 3 fte) en ruim 100 vrijwilligers. Een vermindering van de inzet van professionals als gevolg van bezuiniging impliceert een onevenredig verlies aan vrijwilligers en activiteiten. Anders gezegd, het maatschappelijke verlies is aanzienlijker dan het financiële gewin. Dit risico wordt al gelopen door de opgelegde bezuiniging van 5%.

 

De subsidiëring van de Stichting WOH is onderdeel geweest van het doelmatigheids- en doeltreffendheidonderzoek uit 2009. Hieruit kwam o.a. naar voren dat de grote inzet van vrijwilligers bij de uitvoering van de activiteiten van de stichting door de onderzoekers een uniek fenomeen was; geadviseerd werd deze inzet te koesteren. Hierbij dient tevens te worden gewezen op het feit dat de stimulering van het vrijwilligerswerk een van de beleidsprioriteiten van de gemeente Heemstede is.

 

De professionele inzet van de Stichting WOH is mede gericht op de recreatieve activiteiten in De Pauwehof. Ten behoeve van deze activiteiten wordt tevens een bijdrage verstrekt door het betreffende kerkbestuur (huisvesting/activiteitenkosten). Het spreekt voor zich dat deze co-ondersteuning bij een bezuiniging vanuit de gemeente onder druk zal komen te staan.

 

Stichting Stadsbibliotheek Haarlem e.o.

In december 2010 is ten behoeve van de periode 2011 en 2012 een budgetsubsidie verstrekt. Hierbij is de bezuiniging conform het gestelde in de Kadernota 2010 voor de betreffende jaren betrokken. Anticiperend is gekeken naar de mogelijke invulling van de bezuiniging volgens de kadernota in de jaren 2013 en 2014. Totaal is sprake van een subsidievermindering van 5% op grond van de Kadernota 2010 van € 33.000.

 

Bij de bsluitvorming in december 2010 is aan de stichting aanvullend een bezuiniging opgelegd van € 22.000 per 2011. Dit leidt tot een totale vermindering van de subsidie ten behoeve van de Stichting Stadsbibliotheek Haarlem e.o. van € 55.000*. Gelet op deze relatief aanzienlijke bezuiniging waar de stichting de komende jaren mee wordt geconfronteerd en het feit dat sprake is van zeer recente besluitvorming, worden in het kader van deze notitie geen nadere bezuinigingsvoorstellen gedaan.

 

* € 22.000 hiervan is ingezet ten behoeve van de dekking van de kosten van de Stichting Podiumprogrammering per 2011.

 

Stichting CASCA

Voor wat betreft de Stichting CASCA is sprake van een budgetsubsidie voor preventieve voorzieningen en activiteiten op het gebied van het sociaal-cultureel werk en het peuterspeelzaalwerk. De subsidiëring van de activiteiten vindt plaats in de personeelskosten, activiteitenkosten, en huisvestingskosten. Naar aanleiding van het gestelde in de kadernota zal de stichting financieel worden geconfronteerd met een bezuiniging van gefaseerd 5% per 2014 (zijnde circa € 35.000).

 

In dit verband is van belang op te merken dat in het totale budgetsubsidiebedrag tevens is opgenomen een bedrag voor de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk en een bijdrage voor de uitvoering van eigenarenonderhoud dat de stichting voor 3 gemeentelijke locaties uitvoert ten behoeve van de eigenaar/gemeente Heemstede. De genoemde gefaseerde bezuiniging van 5% is dan ook gebaseerd op een bedrag van het circa € 700.000, zijnde het totale budgetsubsidiebedrag ad € 940.000 minus het bedrag voor het peuterspeelzaalwerk en het eigenarenonderhoud (circa € 240.000).

 

Gezien de aard van de activiteiten en uitgaande van een gewenste versterking van het profijtbeginsel en een eigen verantwoordelijkheid van de inwoners, wordt voorgesteld in het kader van deze financiele herijking een aanvullende gefaseerde korting toe te passen van - nogmaals - 5% (€35.000).

 

Invulling van de besparing in de periode 2012 t/m 2014 zal plaatsvinden in het kader van de besprekingen ten behoeve van de nieuwe budgetsubsidie per 2012. Voorgesteld wordt dat de insteek van de gemeente in het overleg over de invulling van genoemde bezuinigingstaakstelling met de Stichting CASCA zich richt op een versterking van het profijtbeginsel, een besparing via het laten vallen van activiteiten waarvan de gemeente van mening is dat deze geheel kostendekkend dienen plaats te vinden en het concentreren op kerntaken. Dit laatste betekent met name dat de stichting zich niet richt op zorggerelateerde activiteiten voor ouderen. Hiervoor wordt de Stichting WOH gesubsidieerd en is het Loket Heemstede in het leven geroepen.

 

De gefaseerde invoering van de subsidievermindering zal bij de voorbereiding op de budgetsubsidie per 2012 worden betrokken. Op deze wijze wordt ernaar gestreefd dat de subsidievermindering door de stichting op een zo goed mogelijk wijze kan worden opgevangen.

 

Wat met betrekking tot de inzet van vrijwilligers bij de Stichting Welzijn Ouderen Heemstede is opgemerkt, geldt tevens voor de Stichting CASCA. De stichting biedt haar activiteiten aan met de inzet van een geringe inzet van beroepskrachten (totaal circa 12 fte, waarvan circa 4 fte sociaal cultureel werkers) en meer dan 100 vrijwilligers. Een vermindering van de inzet van professionals als gevolg van bezuiniging kan leiden tot een onevenredig verlies aan vrijwilligers en activiteiten. Anders gezegd, het maatschappelijke verlies kan aanzienlijker groter zijn dan het financiële gewin. Hier zal bij de besprekingen over de invulling van de besparing nadrukkelijk rekening mee worden gehouden.

 

C Mogelijkheden tot besparing op het vlak van incidentele subsidies 2012-2014

In het voorgaande zijn voorstellen gepresenteerd die betrekking hebben op de verstrekkingen van structurele subsidies en budgetsubsidies. In het vervolg wordt ingegaan op de mogelijke besparingen voor wat betreft de incidentele subsidies.

 

Verordening investeringssubsidies toegankelijkheid accommodaties 2009

Met de vaststelling van de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 is besloten een subsidiemogelijkheid te bieden voor het toegankelijk maken van gebouwen waar gesubsidieerde activiteiten plaatsvinden. Op jaarbasis is hiervoor een bedrag (subsidieplafond) van € 25.000 beschikbaar gesteld. Uit evaluatie is echter gebleken dat een bedrag van € 10.000 volstaat. Per 2011 is daarom een besparing gerealiseerd van € 15.000. Deze besparing komt ten gunste van, vloeit terug naar, het Wmo-budget. Voor het overige worden met betrekking tot deze verordening geen voorstellen gedaan.

 

Verordening incidentele subsidies lokaal culturele initiatieven 2010

Op grond van de Verordening lokaal culturele initiatieven is jaarlijks een budget (subsidieplafond) beschikbaar van € 7.000. De verordening is de juridische vertaling van het beleid dat is vastgesteld met de (evaluatie van de) nota “In contact met cultuur”.

 

Het betreffende budget is de afgelopen jaren met name ingezet ten behoeve van qua omvang geringe (waarderings)subsidies, waarbij vaak sprake was van dezelfde aanvragers. Gelet hierop wordt voorgesteld deze subsidiemogelijkheid met ingang van 2012 uitsluitend in te zetten ten behoeve van educatieve activiteiten gericht op archeologie. In dit verband wordt opgemerkt dat in de recent vastgestelde archeologienota is opgenomen dat vanuit het onderhavige budget dergelijke activiteiten met voorrang gesubsidieerd kunnen worden.

 

Bij een beperking tot uitsluitend de subsidiering van educatieve activiteiten op het vlak van archeologie kan tevens sprake zijn van een halvering van het beschikbare budget. Dit leidt tot een jaarlijkse besparing per 2012 van

€ 3.500 .

 

Verordening incidentele subsidies Sportstimulering 2010

Met de vaststelling van de nota Subsidie- en tarievenbeleid sport in april 2009 is besloten vanaf 2011 de verstrekking van jeugdlidsubsidies (gefaseerd) te beëindigen en de hiermee gemoeid zijnde gelden in te zetten ten behoeve van een Sportstimuleringsfonds. Dit fonds is gericht op de uitvoering van concrete activiteiten op het gebied van sport van doelgroepen (zoals jeugd, ouderen en gehandicapten). Anders gezegd, in plaats van structurele subsidiëring is hiermee gekozen voor incidentele ondersteuning van projecten die aanvullend zijn ten opzichte van het reguliere aanbod.

 

De Verordening incidentele subsidies Sportstimulering 2010 is de juridische vertaling van dit door de raad vastgestelde beleid. Het beschikbare budget (subsidieplafond) loopt (door het gefaseerd beëindigen van de eerder genoemde jeugdlidsubsidies) op van € 10.000 in 2010 tot € 27.500 per 2013. Gelet op de zeer recente inwerkingtreding van deze verordening - en de relatie met het afbouwen van de jeugdlidsubsidies sport - ligt een herijking (of een vermindering van het betreffende plafond) op dit moment niet in de rede.

 

Verordening incidentele subsidies wijk- en straatactiviteiten 2009

Bij de vaststelling van de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 is besloten op jaarbasis een bedrag van € 3.000 voor straatfeesten en

€ 12.000 voor wijkactiviteiten beschikbaar te stellen vanuit het structurele Wmo-budget.

 

In dit kader wordt voorgesteld de mogelijkheid voor een bijdrage voor straatfeesten per 2011 te beëindigen. Hierbij wordt overwogen dat sprake is van een activiteit waarbij voor wat betreft de financiële ondersteuning geen rol is weggelegd voor de gemeente. Anders gezegd, deze activiteit wordt gezien als vallend onder de eigen verantwoordelijkheid van inwoners. Het bovenstaande impliceert dat een bedrag van € 3.000 terugvloeit naar het Wmo-budget.

 

Voor wat betreft de financiële ondersteuning van wijkactiviteiten wordt voorgesteld nadere beleidsuitgangspunten en -criteria te formuleren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het stimuleren van activiteiten gericht op jeugd of de sociale participatie van senioren. Dit kan plaatsvinden in het kader van de nota Jeugd en Onderwijs en/of de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015. Beide nota’s verschijnen dit jaar.

 

Verordening incidentele subsidies maatschappelijke stages (2010)

Met de vaststelling van de notitie Maatschappelijke stages (2010) is besloten om Heemsteedse instellingen die stages aanbieden een subsidie te verstrekken ad € 100 per leerling. Uitgaande van 300 leerlingen is met de vaststelling van genoemde notitie besloten tot een jaarlijks budget (subsidieplafond) van € 30.000. Genoemd budget wordt gedekt vanuit de middelen die door het rijk ten behoeve van maatschappelijke stages aan de gemeente Heemstede worden verstrekt.

Geadviseerd wordt het subsidieplafond in deze te verlagen tot € 22.500 en een bedrag van € 7.500 in te zetten voor de ondersteuning van de via een structurele subsidie ondersteunde (en vanuit de Algemene middelen gedekte) projecten op het vlak van vrijwilligerswerk. Hierdoor kan een besparing van de Algemene middelen plaatsvinden van € 7.500.

 

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008

Op grond van de Subsidieverordening gemeentelijk monumenten 2008 is jaarlijks een budget (subsidieplafond) beschikbaar van € 20.000 (peiljaar 2010). Voor het restaureren van gemeentelijke monumenten is een bedrag van 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000 per aanvraag beschikbaar. De afgelopen jaren is het subsidieplafond in deze niet uitgeput. Gelet hierop wordt geadviseerd het subsidieplafond te verlagen tot € 15.000 op jaarbasis. Dit levert een besparing op van € 5.000.

7 Financiele consequenties

Op grond van de besluitvorming van de Kadernota én hetgeen wordt voorgesteld in deze notitie is sprake van een totale (gefaseerde) besparing op het gebied van subsidieverstrekkingen van bijna € 310.000 in de periode 2012 t/m 2014.

8 Relaties nieuwe nota's

In het bovenstaande is een (financieel) kader geboden voor het komen tot een nadere besparing op het gebied van subsidieverstrekkingen.

 

Naar verwachting worden dit jaar zowel de nota Jeugd en Onderwijs als de nieuwe nota Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo)/lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 gepresenteerd. In deze nota’s zal een inhoudelijke herijking van het betreffende beleid plaatsvinden. Dit kan aanleiding zijn tot een andere inzet van subsidiegelden; maatschappelijke ontwikkelingen kunnen in dit verband aanleiding zijn tot beleidsmatige keuzes die leiden tot een verschuiving met betrekking tot de financiële ondersteuning van instellingen. Dit geldt voor zowel de curatieve als de preventieve algemene voorzieningen en activiteiten.

 

Vooruitlopend op de inhoudelijke herijking die zal plaatsvinden in de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 wordt het volgende opgemerkt. Vooruitlopend hierop wordt opgemerkt dat voor wat betreft de belangenbehartiging van ouderen in het algemeen, zoals uitgevoerd door de ouderenbonden, reeds nu wordt besloten dat dit niet meer wordt beoordeeld als subsidiabele activiteit. Dit betekent een beeindiging van de subsidieverstrekking voor dit onderdeel per 2012. Voor wat betreft de overige activiteiten van de ouderenbonden wordt in het kader van de voorliggende notitie uitgegaan van een beëindiging van de subsidiëring per 2014. Bij de opstelling van de nota Wmo/lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 zal een nadere beoordeling in deze plaatsvinden.

9. Uitvoering

Aan de hand van deze kadernotitie en de hierin opgenomen criteria zal de feitelijke verstrekking van subsidies vervolgens worden uitgevoerd door het college. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de verschillende juridische verantwoordelijkheden van raad en college.

 

Ter informatie en indicatie treft u hierbij de feitelijke uitwerking per instelling in de periode 2012-2014 door het college aan, indien de raad instemt met het afwegingskader van de onderhavige notitie. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat deze bijlage geen onderdeel van de besluitvorming door de raad uitmaakt.

Voor de goede orde wordt nog het volgende opgemerkt. Gelet op de beginselen van behoorlijk bestuur wordt - teneinde de continuïteit van instellingen niet in gevaar te brengen - in het geval van een subsidieverlaging of subsidiebeëindiging door het college in voorkomende gevallen uitgegaan van een gefaseerde invoering. Hierbij wordt, afhankelijk van de omvang van de verlaging, uitgegaan van een periode van maximaal 3 jaar.

Vastgesteld door de raad op 31 maart 2011.