Paragraaf 1, Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van
de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van onderzoeken
een bijdrage te leveren aan de doelmatigheid, de doeltreffendheid en
de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde
bestuur;
- b.
doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperk
mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat
te bereiken;
- c.
doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie
erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de
gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;
- d.
rechtmatigheid: de mate waarin wordt voldaan aan de wettelijke
kaders en regelgeving bij de totstandkoming van de gemeentelijke
baten en lasten;
- e.
lid: een lid van de Rekenkamercommissie dat op basis van deze
verordening door de raad is aangewezen.
Paragraaf 2, De taak, samenstelling en het lidmaatschap van de
rekenkamercommissie
Artikel 2 Taak van de commissie
- 1.
Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt
aangeduid als de Rekenkamercommissie.
- 2.
De Rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de
doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de Rekenkamercommissie
ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de
jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de
gemeentewet.
- 3.
De Rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies
van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke
inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van
het onderzoek, het betreft:
- a.
openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld
krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de
gemeente deelneemt;
- b.
instellingen die een subsidie, lening of garantie van de
gemeente ontvangen;
- c.
naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarin
de gemeente aandeelhouder is;
- d.
rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde
taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden
bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet
ingestelde heffingen.
Artikel 3 Samenstelling Rekenkamercommissie
- 1.
De raad benoemt minimaal drie en maximaal vijf leden in de
Rekenkamercommissie.
- 2.
De raad kan in de rekenkamercommissie maximaal één lid benoemen uit
de kring van de raads- en commissieleden.
- 3.
De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar
- 4.
De raad kan bij benoeming voor één of meer leden een afwijkende
termijn vaststellen.
- 5.
De leden kunnen door de raad op voordracht van de
Rekenkamercommissie worden herbenoemd voor een totale periode van
maximaal acht jaar.
- 6.
Alle leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in de
handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte)
af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd
te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk
voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te
laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen
of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten
zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar
eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”
7.De raad wijst één van de leden, niet zijnde het lid als bedoeld in lid 2
van dit artikel, als voorzitter van de Rekenkamercommissie aan. De
voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de
vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen,
het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het
bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.
Artikel 4 Besluitvorming in de Rekenkamercommissie
- 1.
In vergaderingen van de Rekenkamercommissie wordt besloten bij
meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.
- 2.
Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter
doorslaggevend.
- 3.
Besluiten kunnen slechts worden genomen als een meerderheid van de
leden van de Rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig zijn.
Artikel 5 Einde van het lidmaatschap
- 1.
Het lidmaatschap van een lid eindigt:
- a.
- b.
bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de Rekenkamercommissie (zie hiervoor art.
81f Gemeentewet);
- c.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk
een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- e.
indien het lid van de raad of het commissielid aftreedt als
lid van de raad, dan wel als lid van de commissie;
- f.
indien het lid toetreedt tot de raad, dan wel wordt benoemd
als lid van een raadscommissie.
- 2.
De leden van de Rekenkamercommissie kunnen door de raad worden
ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet
in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.
Artikel 6 Verboden handelingen
- 1.
Het is de leden van de Rekenkamercommissie verboden de handelingen
te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad
kan, gehoord de Rekenkamercommissie, een lid van de
Rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod uit
zijn functie ontslaan.
- 2.
Bij aantreden overleggen de leden aan de raad een lijst van
nevenfuncties. Wijzigingen melden de leden aan de Raad binnen 14
dagen na ingang van de wijziging.
Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden
- 1.
De externe leden van de Rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding
voor hun werkzaamheden.
- a.
De voorzitter van de Rekenkamercommissie ontvangt een
vergoeding voor zijn werkzaamheden van € 200,-- per
vergadering.
- b.
De overige externe leden van de Rekenkamercommissie
ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden van € 175,--
per persoon per vergadering.
- c.
De interne leden van de Rekenkamercommissie die
raadscommissielid-niet-raadslid zijn ontvangen een
vergoeding voor hun werkzaamheden gelijk aan het bedrag dat
ontvangen wordt voor een vergadering van een
raadscommissie.
- d.
Het doen van (voor-)onderzoek wordt vergoed tegen een
uurtarief van € 95,= op basis van een begroting die door de
rekenkamercommissie is goedgekeurd. Voor deze vergoeding
komen niet aanmerking de werkzaamheden die op basis van de
punten a. tot en met c. zijn vergoed.
- e.
Onder een vergadering als bedoeld onder punt a., b. en c.
wordt verstaan het als lid van de rekenkamercommissie
bijwonen van de volgende bijeenkomsten:
- -
Vergaderingen van de rekenkamercommissie
- -
Het bijwonen van interviews in het kader van onderzoek
- -
Specifieke begeleiding van onderzoek door een derde, door
een lid van de rekenkamercommissie
- -
Het bijwonen van presentaties (bijv. ambtelijk) in het kader
van onderzoek
- -
Het bijwonen van relevante bijeenkomsten / congressen van de
NvRR, de Lokale Rekenkamer e.d.
- -
Het bijwonen van vergaderingen van de raad en
raadscommissies voor zover relevant voor de positie van de
rekenkamercommissie of onderzoek van de
rekenkamercommissie
- -
Vergaderingen met college, directie team of griffie, daar
waar de positie van de rekenkamercommissie aan de orde
is
- 2.
De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van
het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel
14.
Paragraaf 3, De werkwijze van de Rekenkamercommissie
Artikel 8 Reglement van orde
De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen
en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling
onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.
Artikel 9 Onderwerpen voor onderzoek en beslissing tot uitvoeren van
onderzoek
- 1.
De Rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek,
formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de
onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
Rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de
gemeenteraad.
Artikel 10 Criteria voor onderzoeken
- 1.
De onderzoeken van de Rekenkamercommissie dienen aan de volgende
criteria te voldoen
- a.
Het onderzoek moet betrekking hebben op de doelmatigheid,
doeltreffendheid of rechtmatigheid van door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur;
- b.
Er moet sprake zijn van een substantieel belang;
- c.
Het onderzoek moet door de gemeente te beïnvloeden bestuur
of beleid betreffen;
- d.
Er moet sprake zijn van een evenwichtige spreiding over de
gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende
onderzoeken;
- e.
Er dient aandacht te worden besteed aan de
onderzoeksdoelmatigheid;
- f.
De onderzoeksresultaten moeten helder communiceerbaar zijn
naar de bevolking.
- 2.
Als de raad besluit tot een verzoek om een onderzoek door de
Rekenkamercommissie, dan beargumenteert de raad het verzoek op basis
van deze criteria. De Rekenkamercommissie bericht de raad binnen een
maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie
niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor haar
gronden aanvoeren.
Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
- 1.
De Rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde
onderzoeksopzet.
- 2.
De Rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad
tussentijds te informeren.
- 3.
De Rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het
gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de
uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de
bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de
ambtenaren en onderzoeksmedewerkers die haar bij de uitvoering van
haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de
ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen
binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te
verstrekken.
- 4.
De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten
zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de
Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten
die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim
aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten
behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot
geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid,
respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
- 5.
De Rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.
- 6.
De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt,
hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie
kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering
(mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De
Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden
aangemerkt.
- 7.
Na hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid
6 formuleert de Rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen
in een nota.
- 8.
De Rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt,
zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de
Rekenkamercommissie kenbaar te maken.
- 9.
Na vaststelling door de Rekenkamercommissie worden het
onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo
spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de
ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd.
- 10.
De Rekenkamercommissie brengt jaarlijks een verslag uit aan de Raad
conform art. 185 lid 3 van de Gemeentewet.
Paragraaf 4, De ondersteuning van de Rekenkamercommissie
Artikel 12 Secretariële ondersteuning
- 1.
In overleg met de rekenkamercommissie draagt de griffier er zorg
voor dat de rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een
secretaris. De kosten daarvan dienen te vallen binnen het budget als
bedoeld in artikel 14.
- 2.
De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de
rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken
worden verricht.
Artikel 13 Onderzoeksmedewerkers
- 1.
De Rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als
bedoeld in artikel 14 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te
stellen.
- 2.
Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen
daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de
Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij
hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en
zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de
Rekenkamercommissie.
- 3.
De Rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget
als bedoeld in artikel 14 externe deskundigen in te schakelen. Het
hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen
dienovereenkomstig van toepassing.
Paragraaf 5, De kosten van de Rekenkamercommissie
Artikel 14 Budget
- 1.
De Raad stelt jaarlijks bij de begroting het budget van de
Rekenkamercommissie vast. De Rekenkamercommissie is bevoegd binnen
een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te
doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken. De griffier is
budgethouder.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de
kosten gebracht van:
- a.
de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de leden
van de Rekenkamercommissie;
- b.
de secretariële ondersteuning van de rekenkamercommissie;
- c.
- d.
de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de
Rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en
- e.
de mogelijke overige uitgaven die de Rekenkamercommissie nodig
oordeelt voor de uitvoering van haar taak.
Paragraaf 6, Slotbepalingen
Artikel 15 Citeertitel; inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening
Rekenkamercommissie gemeente Utrechtse Heuvelrug 2011.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.
- 3.
Op datzelfde tijdstip vervalt de Verordening op de
Rekenkamercommissie gemeente Utrechtse Heuvelrug 2006.