Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terrassen gemeente Deventer 2012 |
Citeertitel | Beleidsregels terrassen gemeente Deventer |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2012 | Onbekend | 01-06-2012 Gemeenteblad, 20-06-2012 | Onbekend |
De burgemeester van de gemeente Deventer;
gelezen het ambtelijk voorstel d.d. 16 mei 2012 , nr. 2012.708803, Eenheid Ondernemen en Vergunningen;
gelet op artikel 2:28avan de Algemene plaatselijke verordening Deventer, wijziging 2012;
gelet op de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders op 11 januari 2011 het Terrassenplan Deventer 2011 heeft vastgesteld;
dat het Terrassenplan enkel op onderdelen aanknopingspunten biedt om als juridisch toetsingskader voor de aanvragen om een terrasvergunning te fungeren;
dat een volledig toetsingskader omwille van duidelijkheid en eenduidigheid gewenst is;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregels wordt verstaan onder
Openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar discotheek, coffeeshop, afhaalcentra, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
De aanvraag om vergunning voor het in gebruik nemen van een openbare plaats ten behoeve van een terras wordt getoetst aan de weigeringsgronden die in artikel 2:28a van de APV zijn opgenomen, waarbij de volgende uitgangspunten in acht worden genomen:
De aanvraag om een vergunning moet betrekking hebben op een openbare inrichting die op grond van het geldende bestemmingsplan is gesitueerd in een pand met de bestemming horeca danwel op grond van een ontheffing of omgevingsvergunning legaal aanwezig is en ook als zodanig in gebruik is. Een uitzondering wordt gemaakt voor openbare inrichtingen die zijn aan te merken als sportkantine of zorginstelling.
Artikel 1.4 Openingstijd terras
De openingstijden van het terras zijn tussen 07.00 uur in de ochtend en 01.00 uur ‘s nachts, tenzij in de vergunning anders is bepaald. Met betrekking tot de openingstijden van een terras wordt aansluiting gezocht bij de openingstijden van de openbare inrichting waar het terras toe behoort. Een terras is nooit later dan 01.00 uur geopend.
Artikel 1.6 Terrasmeubilair en andere voorwerpen
Aan een vergunning voor het exploiteren van een terras worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
Indien het terras verwijderd wordt, moet het complete terrasmeubilair (inclusief parasols en terrasschermen) worden verwijderd. Wordt het terras of een gedeelte daarvan langer dan vier weken achtereen niet gebruikt, dan wordt het complete terrasmeubilair, of in elk geval het deel wat niet in gebruik is, geheel verwijderd.
Artikel 1.8 Vlonders onder terrassen
Het plaatsen van een vlonder op de openbare ruimte onder een terras is niet toegestaan.
Artikel 1.9 Tijdelijke wijziging terras
In geval van (weg)werkzaamheden, de markt of evenementen op of in de openbare ruimte waar het terras gelegen is, wordt het terras of het noodzakelijke gedeelte daarvan op eerste aanzegging onverwijld aangepast of verwijderd. Heeft de situatie een langdurig of permanent karakter, dan kan de verleende vergunning worden gewijzigd.
HOOFDSTUK 2 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR TERRASSEN IN DE AANGEWEZEN GEBIEDEN
Voor aanvragen die betrekking hebben op terrassen die gelegen zijn binnen de gebieden zoals aangegeven op bijgevoegde kaart 1, zijn de bepalingen in dit hoofdstuk van toepassing.
De locaties in de Deventer binnenstad waar een terras is toegestaan en de maximale afmetingen van die terrassen zijn aangegeven op de kaart 2.
Artikel 2.4 Terrassen op de Brink tijdens marktdagen
Gedurende de markt op vrijdagen en zaterdagen worden de terrassen op de Brink aangepast. Dit houdt in dat de zgn. pleinzoom van het terras dient in te krimpen. Ter compensatie mag het looppad tussen het gevelterras en de pleinzoom gedurende de markt ingericht worden als terras. Een en ander zoals vastgelegd op kaarten 3 & 4.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 worden aan vergunningen voor terrassen in de aangewezen gebieden in ieder geval de volgende extra voorschriften verbonden:
Het terrasmeubilair doet geen afbreuk aan andere functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan. Het uiterlijk aanzien is uitgewerkt in de criteria ‘chique en ingetogen’. Hiertoe zal het gewenste meubilair getoetst worden door de Adviescommissie terrassen Deventer.
Artikel 3.1 Overgangsbepalingen
De vigerende terrasvergunningen en het huidige terrasmeubilair zijn uiterlijk 1 april 2014 in overeenstemming gebracht met het bepaalde in deze beleidsregels en het terrasmeubilair doet op deze datum geen afbreuk aan andere functies van de openbare ruimte, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.
Deze ‘Beleidsregels terrassen gemeente Deventer’ geven een beschrijving van het juridisch toetsingskader voor aanvragen om een terrasvergunning. In hoofdstuk 1 wordt het algemene kader uiteengezet dat van toepassing is op alle aanvragen om een terrasvergunning.
In hoofdstuk 2 zijn de bepalingen opgenomen die alleen betrekking hebben op terrassen in onder andere de binnenstad van Deventer, de oude kern van het dorp Diepenveen, de kerkelijke gebieden in Schalkhaar en Lettele, de dorpskern in Okkenbroek en Park Braband in Schalkhaar. Op kaart 1 zijn de exacte gebieden waar deze bepalingen op van toepassing zijn aangegeven. In de andere gebieden dan de binnenstad van Deventer zullen weinig terrassen voorkomen. Daar waar in deze beleidsregels en de toelichting wordt gesproken over de binnenstad van Deventer worden ook de overige aangewezen gebieden bedoeld.
Hoofdstuk 3 bevat de slotbepalingen, waaronder de datum van inwerkingtreding en de citeertitel.
Bij de gehanteerde begripsbepalingen is aansluiting gezocht bij de begripsbepalingen die in de Algemene plaatselijke verordening Deventer of hogere wet- of regelgeving worden gehanteerd.
Een aanvraag om een vergunning voor de exploitatie van een terras moet worden ingediend op het daarvoor bestemde formulier. Tevens moeten de op dat formulier aangegeven bescheiden bij het aanvraagformulier worden ingediend.
Het exploiteren van een terras is voorbehouden aan horecabedrijven. Het pand van waaruit het terras wordt geëxploiteerd moet, op grond van het geldende bestemmingsplan een horecabestemming hebben en het pand moet ook daadwerkelijk als horecabedrijf in gebruik zijn. In het geval dat sprake is van aan de hoofdfunctie ondersteunende horeca-activiteiten, wordt geen terrasvergunning verleend. Uitzondering wordt gemaakt voor terrassen bij kantines van sportverenigingen, zorginstellingen en uitvaartcentra indien de overige weigeringsgronden niet aan vergunningverlening in de weg staan. Locaties van sportkantines zijn veelal gelegen op sportparken waarbij het gebruik van de omliggende gronden zich niet verzet tegen het in gebruik nemen van een terras.
In dit artikel is bepaald dat een terras zich in de onmiddellijke nabijheid van de openbare inrichting bevindt. Dit omdat er vanuit de inrichting direct zicht en toezicht op het terras moet zijn.
Direct toezicht vanuit de inrichting op het terras is noodzakelijk in het kader van de openbare orde en veiligheid op en om het terras. Is er geen direct (toe)zicht op het terras dan is de kans groter dat er met meubilair gesleept wordt, er vanaf het terras overlast veroorzaakt wordt etc. Overlast vanaf een terras vormt een aantasting van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van een terras en kan, in extreme gevallen, aanleiding geven om de terrasvergunning in te trekken.
Daar komt bij dat, als er geen direct toezicht op het terras mogelijk is, het terras vaak (te) ver van het besloten gedeelte van de inrichting gelegen is. Dit leidt er toe dat de verbinding tussen het terras en de rest van de inrichting zoek raakt. Het is voor bezoekers dan niet meer duidelijk bij welke inrichting een terras hoort en wordt de indruk gewekt dat het terras een op zichzelf staand iets is.
Er zijn enkele afwijkingen van bovenstaande regel. Een voorbeeld daarvan is het terras van het horecabedrijf aan de Welle 20 – 21 te Deventer. Deze inrichting heeft een terras aan de kade langs de IJssel. Aangezien het hier bestaande en reeds vergunde situaties betreft, wordt hiervoor een uitzondering op bovenstaande regel gemaakt.
De terrasvergunning heeft een persoonsgebonden karakter en is dus niet overdraagbaar bij overname of overdracht van de onderneming. Nieuwe aanvragen worden beoordeeld op grond van deze beleidsregels. Het kan om die reden dus gebeuren dat een bestaande situatie niet opnieuw (onder dezelfde, bestaande condities) vergund wordt.
Gelet op artikel 2:29 van de APV is het verboden een openbare inrichting, waar een terras deel van uit maakt, te exploiteren tussen 01.00 uur en 07.00 uur. Dit zijn de maximale tijden die van toepassing zijn op de opening van de openbare inrichting en dus ook op terrassen. De burgemeester kan voor een individueel bedrijf of categorieën van bedrijven andere sluitingstijden vaststellen.
Zoals gesteld zijn de genoemde tijden de maximale openingstijden van de terrassen. Ook als de burgemeester voor een inrichting ruimere sluitingstijden heeft vastgesteld dan 01.00 uur, blijft dat tijdstip de uiterste sluitingstijd van een terras. Heeft een openbare inrichting een sluitingstijden die eerder ligt dan 01.00 uur, dan geldt die sluitingstijd tevens voor het terras.
Op het moment dat een terrasvergunning wordt verleend, wordt een tekening bijgevoegd met daarop de maximale afmetingen en oppervlakte van het terras. Om onduidelijkheid in de praktijk te voorkomen worden de maximale afmetingen van een terras met behulp van markeerpunten in de bestrating aangegeven. Dit maakt het voor de horeca-exploitant en voor de toezichthouders makkelijk en duidelijk om na te gaan of het terras binnen de verleende afmetingen opgesteld is.
Het trottoir is de plaats op de weg voor voetgangers, ieder ander gebruik van het trottoir is ondergeschikt aan deze functie. Om die reden moet er altijd een minimale vrije ruimte van 1,50 meter op het trottoir blijven om een veilige passage van voetgangers, minder validen en kinderwagens te garanderen. Is het trottoir smaller dan 1,50 meter dan is er in ieder geval geen terras mogelijk op die locatie.
Als uitgangspunt geldt dat terrassen niet breder mogen zijn dan het pand van waaruit de openbare inrichting wordt geëxploiteerd. Met name in de binnenstad en de dorpskernen is het niet gewenst dat de gronden die voor naastgelegen openbare inrichtingen, woonhuizen of winkelpanden zijn gelegen in gebruik worden genomen als terras. In situaties dat dit niet aan de orde is, kan een uitzondering gemaakt worden op dit uitgangspunt.
Als een vergunning voor de exploitatie van een terras is verleend aan een bepaalde openbare inrichting is het niet toegestaan dat dit terras geëxploiteerd wordt door of ten behoeve van een andere openbare inrichting (bijvoorbeeld het naastgelegen horecabedrijf het terras laten bedienen c.q. exploiteren). In een dergelijke situatie is sprake van oneigenlijke uitbreiding van een terras door de feitelijk exploitant en het verstrekken van onjuiste informatie tijdens de aanvraag van een vergunning door de vergunninghouder.
Het vrijhouden van brandkranen, -putten en (nood)uitgangen van omliggende gebouwen houdt verband met de brandveiligheid en de bereikbaarheid van omliggende panden. Tijdens de markt dient bij de inrichting van de terrassen op de Brink rekening te worden gehouden met vluchtroutes over de terrassen. Het is aan de exploitant van het horecabedrijf om zijn terras dusdanig in te richten dat, in geval van een calamiteit, de bezoekers veilig het pand en terras kunnen verlaten zonder hierbij over het terrasmeubilair te struikelen.
In dit artikel zijn de voorschriften opgenomen die in ieder geval aan een terrasvergunning verbonden worden. Hieronder wordt een toelichting bij alle voorschriften gegeven. Deze voorschriften zijn van toepassing op alle terrasvergunningen in de gemeente Deventer.
In artikel 2:28a, derde lid onder e van de APV is bepaald dat een terrasvergunning geheel of gedeeltelijk geweigerd kan worden indien ‘het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, dan wel anderszins afbreuk doet aan de andere publieke functies van de openbare ruimte’.
De hiervoor aangehaalde bepaling heeft als doel te voorkomen dat het aanzien van de pleinen of straten waar een terras gelegen is en het pand waarvoor dat terras ligt negatief beïnvloed wordt door het gebruikte terrasmeubilair. Ofwel dat er op een terras voor een historisch, monumentaal pand gebruik gemaakt wordt van ‘goedkope plastic stoeltjes’. Hoewel dit voornamelijk in de binnenstad zal spelen, is deze bepaling op alle terrassen in de gemeente van toepassing.
Het terrasmeubilair moet gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Dit om te voorkomen dat hulp- en reddiensten in de uitvoering van hun taken belemmerd worden door terrasmeubilair wat niet verplaatsbaar is. Dit geldt niet alleen voor de tafels en stoelen. In geval van een calamiteit moet ook een parasol of terrasafscheiding verwijderd kunnen worden door de hulp- en reddiensten.
Opslag meubilair na sluitingstijd
Het terrasmeubilair mag na sluitingstijd blijven staan op voorwaarde dat dit goed vastgelegd wordt met kettingen of soortgelijk materiaal. Voorkomen moet worden dat mensen na sluitingstijd van het terras op het terras gaan zitten of met terrasmeubilair gaan slepen. Het is niet toegestaan het terrasmeubilair op te stapelen en tegen de gevel of rond een boom of straatmeubilair te plaatsen.
Als het in verband met de brand- of verkeersveiligheid noodzakelijk is dat het terrasmeubilair geheel of gedeeltelijk verwijderd wordt, zal dit in de vergunning worden opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de situatie in de Keizerstraat. De vastgestelde route voor het bevoorradend verkeer in het centrum loopt via deze straat. Als de terrassen dan geheel blijven staan kan dit de toegankelijkheid van het centrum voor vrachtauto’s blokkeren. Daarnaast kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan als de terrassen compleet uitgestald en in gebruik zijn en het vrachtverkeer rijdt daar vlak langs.
In verband met het open houden van vluchtwegen en de openheid van de openbare ruimte is het niet toegestaan terrasschermen te plaatsen die evenwijdig aan de gevel staan. Hiermee wordt voorkomen dat er een soort eilandjes binnen de openbare ruimte ontstaan waarin een terras gevestigd is. Daarbij is het in dit kader niet toegestaan plantenbakken en dergelijke te gebruiken als terrasafscheiding.
Tussen twee aangrenzende terrassen mag maximaal één terrasafscheiding geplaatst worden. Het is dus niet toegestaan dat ieder horecabedrijf eigen terrasafscheidingen gaat plaatsen en er zo twee terrasschermen tegen elkaar komen te staan.
Er zijn enkel transparante terrasschotten met een maximale hoogte van 1,60 meter toegestaan. Voor deze hoogte is gekozen om de volgende redenen:
Terrassen op pleinen zijn geen losse entiteiten maar maken deel uit van de beleving van de binnenstad als geheel. De ervaring van de totale straat- en pleinruimte met zijn historische gevelwanden is daarbij essentieel. Vanuit die invalshoek is rust in het straat- c.q. pleinbeeld wenselijk. Dit vraag om uniforme, transparante schermen van gelijke hoogte (1,60 meter) op de pleinzoom en gevelterras.
Voor de beleving van de historische gevelwanden is het van belang dat de schermen in combinatie met markiezen of zonneschermen niet het beeld oproepen van een ‘semi-erker’. Om dit te bereiken moet er minimaal een vrije ruimte van een halve meter zijn tussen de bovenzijde van het terrasscherm en de onderzijde van de markies of zonnescherm. In artikel 2.51 van het Bouwbesluit is bepaald dat bewegende constructiedelen die zich boven een weggedeelte voor niet gemotoriseerd verkeer bevinden, op minimaal 2.20 meter boven de straat moeten hangen. Met andere woorden ook een markies of zonnescherm moet op minimaal 2.20 meter boven straatniveau hangen. Rekening houdend met de minimale vrije ruimte van ruim een halve meter tussen onderzijde zonnescherm en bovenzijde terrasscherm, heeft er toe geleidt dat de terrasschermen maximaal 1.60 meter hoog mogen zijn.
De terrasschermen en parasols tot 10 meter uit de gevel mogen door middel van grondpotten verankerd worden in de grond (zie artikel 1.6 lid 10 en de toelichting daarbij). Terrasmeubilair dat verder dan 10 meter uit de gevel geplaatst wordt, mag niet verankerd worden in de grond en moet door één persoon verplaatsbaar zijn.
Met betrekking tot reclame bij horecabedrijven en op terrassen is aansluiting gezocht bij de Reclamenota. In de reclamenota wordt een onderscheid gemaakt tussen reclame-uitingen in aangewezen gebieden en reclame-uitingen gebonden aan de bestemming van een perceel. Voor deze beleidsregels worden de bestemminggerichte criteria gehanteerd. Voor de in deze beleidsregels terrassen aangewezen gebieden gelden strengere regels voor het terrasmeubilair en de reclame-uitingen daarbij, zie daarvoor hoofdstuk 2.
In de reclamenota is bepaald dat per pand één vrijstaande reclame-uiting is toegestaan. Omdat er op een terras vaak meerdere parasols gebruikt worden, wordt dit binnen de beleidsregels voor terrassen geïnterpreteerd als één type reclame-uiting per bedrijf. Er mag dan bijvoorbeeld maar een soort parasols (met één reclame-uiting) gebruikt worden.
Het plaatsen van reclameborden of menuborden op het terras is niet toegestaan. Tijdens de openingsuren van het horecabedrijf mag er wel een menubord vlak tegen de gevel gehangen worden.
In verband met de veiligheid van passanten moet de onderzijde van de volant van de parasol (de zijkant die naar beneden hangt) minimaal 2.20 meter hoog zijn, gemeten vanaf de grond. Hiermee wordt voorkomen dat voorbijgangers zich kunnen bezeren aan de parasol. Daarbij komt dat de parasols niet breder mogen zijn dan het terras waarop deze gebruikt worden. Het is dus niet de bedoeling dat een parasol ook boven de openbare weg hangt.
Een terrasvergunning kan geweigerd worden als het beoogde gebruik (als terras) schade toebrengt aan de weg dan wel hinder of gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik
daarvan (art. 2:28a, 3e lid onder c APV). Als het nodig is om grondpotten in de weg aan te brengen voor de verankering van terrasafscheidingen en parasols en die weg is eigendom van de gemeente, moet eerst overleg plaatsvinden met de gemeente. Op die manier wordt voorkomen dat kabels of leidingen die onder de weg lopen of de weg zelf beschadigd raken. Het overleg stelt de gemeente dan ook in de gelegenheid om te beoordelen of de plaatsing van de parasols en terrasschermen het veilig gebruik van de weg niet in gevaar brengt. De gemeente (als wegbeheerder) kan besluiten de grondpotten zelf aan te brengen of voorwaarden daaraan te stellen. Op deze manier houdt de gemeente in zijn taak als wegbeheerder overzicht waar er objecten onder het wegdek zijn aangebracht.
Het plaatsen van een tap, barbecue of mobiele keuken op het terras wordt niet toegestaan. Een terras wordt vanuit de inrichting bediend, het is niet de bedoeling dat op het terras zelf eet- en drinkwaren bereid worden. Dit in verband met de brandveiligheid en het voorkomen van gebruik van alcohol op de openbare weg.
Er mag geen vaste luifel boven een terras aangebracht worden of vaste wanden langs een terras geplaatst worden. Op het moment dat een – deel van – het terras met een (semi)permanente constructie overkapt wordt, is er sprake van een bebouwd terras. Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig en moet het bebouwde terras (als er alcohol geschonken wordt) voldoen aan de inrichtingseisen zoals gesteld op grond van de Drank- en horecawet. Alleen een parasol of zonnescherm is toegestaan als overkapping. De zijkanten van het terras mogen niet dichtgemaakt worden.
Het plaatsen van een partytent op of over een terras wordt niet toegestaan, ongeacht of dit voor meerdere dagen of “slechts” een uur is. Het plaatsen van een tent in de openbare ruimte (op een terras) drukt een sterk stempel op het beeld en de uitstraling van die openbare ruimte. Een tent op of over een terras is, vanuit het oogpunt van het aanzien van de openbare ruimte, dan ook niet gewenst. Daarnaast moet een tent, in verband met brandveiligheid, minimaal 5 meter uit de gevel van het dichtstbijzijnde pand geplaatst worden.
In verband met de brandveiligheid is het gebruik van open vuur in verwarmingselementen niet toegestaan. Voorts mogen enkel (Kema) goedgekeurde gasflessen en –slangen of elektriciteitsaansluitingen en –kabels gebruikt worden. De verwarmingselementen moeten vrij staan van het overige terrasmeubilair en mogen niet in een looppad geplaatst worden. Dit laatste geldt ook met het oog op waarborgen van de veiligheid in geval van calamiteiten. De terrasverwarming dient dagelijks na sluitingstijd binnen gezet te worden.
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat alleen de tafels en stoelen van een terras verwijderd worden terwijl de parasols en de terrasschermen het hele jaar door blijven staan. Dit worden dan losse objecten in de openbare ruimte en vormen op die manier een sta in de weg. Een horecaondernemer moet dan ook kiezen of hij zijn complete terras(meubilair) uitzet of geen terras. Het gedeeltelijk laten staan van het terrasmeubilair, bijvoorbeeld enkel de terrasschermen of parasols, is niet toegestaan.
Als een horecabedrijf in de winter enkel het gevelterras of, bij het ontbreken van een gevelterras, slechts een deel van het terras wil exploiteren moet al het meubilair verwijderd worden van dat deel van het terras wat niet gebruikt wordt. Dit geldt dan dus ook voor de terrasschermen en parasols op dat deel van het terras. Op het moment dat het terras voor langere tijd niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld in de winterperiode, moet dit verwijderd worden en mag het niet in de openbare ruimte worden opgeslagen. Dit geldt dus ook voor de terrasafscheidingen en parasols.
In verband met het voorkomen van overlast voor en aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving van een horecabedrijf is het niet toegestaan muziek ten gehore te brengen op een terras. Dit geldt voor zowel mechanische muziek als voor livemuziek (optredens) op een terras.
Op het ten gehore brengen van muziek in een horeca-inrichting is het Activiteitenbesluit van toepassing. Dit geldt ook voor de muziek die op een terras ten gehore wordt gebracht. In de praktijk is gebleken dat men bij muziekgeluid op terrassen niet aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit kan voldoen.
Het verbod is niet van toepassing als een evenementenvergunning is verleend voor het ten gehore brengen van versterkte muziek op dat terras. Bijvoorbeeld als er live-optredens op een of meerdere terrassen zijn in het kader van een evenement.
Het is niet toegestaan een vlonder op een terras aan te brengen. In uitzonderlijke gevallen kan hier van afgeweken worden, bijvoorbeeld als de bestrating te schuin afloopt en het niet mogelijk is dat verloop middels herbestrating op te vangen. Voor het aanbrengen van een vlonder is een omgevingsvergunning nodig.
In verband met het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte is het niet toegestaan vlonders op een terras aan te brengen. Zoals in het Terrassenplan staat beschreven wil de gemeente het aanzien van de openbare ruimte verbeteren daar waar het om terrassen gaat. Om dit te bereiken wordt gestreefd naar een bepaalde eenheid binnen de terrassen. Deze wordt niet gezocht in het meubilair maar in een eenduidige uitstraling en hantering van terrasschermen en parasols. Een vlonder doorbreekt een dergelijke eenheid.
Een vlonder zorgt er voor dat een terras hoger komt te liggen dan de omringende terrassen. De gewenste open zichtlijnen worden hierdoor aangetast. Daarbij doet een vlonder afbreuk aan de uitstraling van het pand waar deze voor is aangebracht. Met name bij de historische panden in de binnenstad is dit het geval.
Mocht het zo zijn dat voor een bepaald horecabedrijf een terras niet te exploiteren is zonder het aanbrengen van een vlonder, bijvoorbeeld omdat de bestrating zeer schuin afloopt, kan de betreffende exploitant een verzoek (aanvraag omgevingsvergunning) bij het college van burgemeester en wethouders indienen om toch van een vlonder gebruik te mogen maken.
De locatie waar een terras gevestigd is (de straat) blijft te allen tijde onderdeel van de openbare ruimte. Als er werkzaamheden uitgevoerd moeten worden aan de openbare ruimte waar het terras staat mogen deze werkzaamheden niet gehinderd worden door het terras. Om die reden moet een terras verwijderd worden als hier door de gemeente om verzocht wordt. Dergelijke werkzaamheden zullen vaak van relatief korte duur zijn waardoor er geen recht op schadevergoeding bestaat. Indien de inkrimping van het terras wegens werkzaamheden een langdurig karakter krijgt of zelfs permanent wordt, kan de gemeente besluiten de oude vergunning (met de situatie van voor de wijziging) in te trekken en een nieuwe vergunning te verlenen.
In de binnenstad vinden regelmatig evenementen plaats. Het kan zijn dat voor een evenement een of meerdere terrassen tijdelijk moeten inkrimpen. Bij het beoordelen van een aanvraag voor een evenementenvergunning worden alle betrokken belangen afgewogen. Bij die belangenafweging worden ook de belangen van de horeca-exploitanten die een terras in diezelfde openbare ruimte exploiteren meegewogen. Daarnaast is het vaak zo dat, daar waar een terras moet inkrimpen vanwege een evenement, het horecabedrijf als geheel ook voordeel heeft van datzelfde evenement (meer bezoekers etc.).
De controle op de naleving van de bepalingen uit het terrassenbeleid en de terrasvergunningen vindt plaats door de daarvoor aangewezen toezichthouders. Deze hanteren hierbij het handhavingsbeleid. Dit beleid is op te vragen bij de gemeente Deventer of via de gemeentelijke website.
HOOFDSTUK 2 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR TERRASSEN IN DE AANGEWEZEN GEBIEDEN
In het voorgaande hoofdstuk is een toelichting gegeven bij de algemene regels voor terrassen. In sommige gebieden van de gemeente zijn, naast de algemene regels, nog aanvullende regels of eisen van toepassing op het mogen plaatsen en exploiteren van een terras. De aanvullende eisen worden gesteld in verband met de bescherming van het dorps- en stadsgezicht op bepaalde locaties. Voor het bepalen van de gebieden waarvoor die aanvullende eisen van toepassing zijn, is aansluiting gezocht bij de in de Welstandsnota als beschermd dorps- en stadsgezicht aangewezen gebieden. De gebieden waar dit hoofdstuk op van toepassing is, zijn weergegeven op kaart 1 (deze kaart is afkomstig uit de Welstandsnota).
Op 11 januari 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders het Terrassenplan Deventer vastgesteld. Het terrassenplan is op 2 september 2011 als beleidsregel door de burgemeester vastgesteld. In dit plan worden de contouren van de gewenste indeling en het gewenste aanzicht van de terrassen in de binnenstad van Deventer geschetst. Dat terrassenplan is leidend bij het bepalen van de gewenste situering van terrassen in de binnenstad en ligt aan de basis van de aanvullende regels zoals beschreven in dit hoofdstuk.
Om de doelstellingen zoals verwoord in het terrassenplan te behalen en de binnenstad van Deventer een aantrekkelijke uitstraling te geven is in februari 2011 een convenant gesloten tussen:
Doelstellingen c.q. wensen zoals geformuleerd in dit convenant zijn:
De hoofdlijnen van het Terrassenplan Deventer zijn ook in dit convenant verwoord. De gemeente gaat er dan ook vanuit dat de aangevraagde terrassen en terrasmeubilair passen binnen het convenant. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de ondernemer.
Bij een aanvraag om een terrasvergunning worden duidelijke foto’s of folders van het gewenste meubilair, inclusief een beschrijving van het gebruikte materiaal, gevoegd. De Adviescommissie terrassen zal beoordelen of het meubilair voldoet aan redelijke eisen van welstand. Hierbij zijn de criteria ‘chique en ingetogen’ leidend, zie de toelichting bij artikel 2.5 van deze beleidsregels.
Zoals eerder gesteld gelden voor de aangewezen gebieden strengere eisen met betrekking tot het gebruikte terrasmeubilair en de inrichting van de terrassen.
In het terrassenplan is aangegeven welke uitstraling de gemeente in de binnenstad wil bereiken en hoe de terrassen daar in passen. Om de ruimtelijke eenheid in de publieke ruimte te waarborgen is er voor gekozen om voor een aantal locaties (Brink, Grote Kerkhof, Grote Poot) op voorhand te bepalen waar een terras is toegestaan en hoe groot deze terrassen mogen zijn. Dit is weergegeven op kaart 2 & 3.
Voorwaarde hierbij is wel dat, zoals reeds in artikel 1.3 bepaald, het betreffende pand waarvoor de terrasruimte ligt ook als horeca in gebruik is. Daarnaast mag geen terrasruimte ingenomen worden voor een naastgelegen pand waar geen horecabedrijf wordt uitgeoefend, zie artikel 1.5.
Op de Brink vindt op vrijdag en zaterdag een warenmarkt plaats. In juli 2011 is de indeling en opstelling van de markt veranderd. Door die wijziging zijn de markt en de terrassen meer met elkaar verbonden. Gevolg is dat de terrassen aan de pleinzijde moeten inkrimpen tijdens de markt. Dit is gecompenseerd doordat tijdens de markten het looppad tussen het zgn. gevelterras en pleinterras als terrasruimte in gebruik mag worden genomen. Op kaart 4 & 5 is aangegeven hoe de opstelling van de terrassen moet zijn gedurende de markt. De hiervoor beschreven wijziging is van toepassing op vrijdagen en zaterdagen vanaf 07.00 uur tot het moment waarop de marktmeester het terrein vrijgeeft. Dat laatste tijdstip ligt op vrijdag rond 15.00 uur en op zaterdag rond 19.00 uur.
Voor alle terrassen en terrasmeubilair in de aangewezen gebieden geldt dat de aanvragen op uiterlijk aanzien beoordeeld worden door de Adviescommissie terrassen van de gemeente Deventer. Deze geven een oordeel over het voorgestelde meubilair. Indien dat niet voldoet aan redelijke eisen van welstand zal de vergunning geweigerd worden op grond van het bepaalde in artikel 2:28a, derde lid onder e van de APV.
Uitgangspunt bij de toetsing door de Adviescommissie terrassen zijn de criteria ‘Chique en ingetogen’. Onder chique wordt verstaan: stijlvol, elegant, verzorgd, evenwichtig en samenhangend. Er wordt onder andere gekeken of het meubilair zorgvuldig is gemaakt, netjes is afgewerkt en of het totaalplaatje qua stijl bij elkaar past. Ingetogen wordt vertaald met: kalm, waardig en stemmig. Hierbij gaat het om het gebruik en uitstraling van de kleuren en vormen van materialen en meubilair.
In artikel 1.6 is reeds opgenomen dat er slechts een terrasafscheiding (soort terrasscherm) geplaatst mag worden tussen twee aangrenzende terrassen. Het is dus nadrukkelijk niet de bedoeling dat ieder horecabedrijf zijn eigen terrasscherm gaat plaatsen en er zo twee terrasschermen tegen elkaar aan komen te staan.
Daarnaast is, in verband met de eenduidige uitstraling van de buitenruimte, bepaald dat per stedenbouwkundige ruimtelijke eenheid (plein of een deel daarvan) één soort terrasafscheiding en één type en kleur parasol gebruikt mag worden. Het is dus niet meer toegestaan dat ieder horecabedrijf zijn eigen, door de brouwerij of andere leverancier gesponsorde, parasols en terrasschermen plaatst. De te gebruiken parasols en de terrasafscheidingen zijn onderling op elkaar afgestemd.
Aanvullend op de eenduidigheid van de terrasafscheidingen is bepaald dat de terrasafscheidingen (schermen) transparant moeten zijn en dat daarop geen reclame-uitingen mogen worden aangebracht. Ook het ophangen van een menubord aan de terrasafscheiding of op een andere wijze het menu of een product aanprijzen op de terrasschermen is niet toegestaan.
Met betrekking tot de parasols geldt, naast het principe van één kleur en type per plein, dat ook deze niet voorzien mogen zijn van reclame-uitingen. Het is enkel toegestaan om op de volant van de parasol de bedrijfsnaam en/of het bedrijfslogo aan te brengen.
In het Terrassenplan zijn de contouren van de terrassen op bepaalde locaties vastgelegd. Reden hiervoor is het behoud van de zichtlijnen en het creëren van een eenduidige uitstraling op die locaties. Om dit te realiseren heeft de gemeente besloten om in de gebieden waar dit hoofdstuk op van toepassing is, zelf de grondpotten die nodig zijn voor de verankering van parasols en terrasafscheidingen aan te brengen.
Het niet toestaan van reclameborden of sandwichborden op een terras houdt wederom verband met het creëren van een eenduidige uitstraling die voldoet aan de doelstelling ‘chique en ingetogen’. Dit verbod was ook in de oude beleidslijn uit 1997 opgenomen. Er mogen ook geen reclame- of menuborden aan de terrasschermen gehangen worden.
Deze beleidsregels zijn afgeleid van het Terrassenplan Deventer, zoals vastgesteld op 11 januari 2011. Voor horeca-exploitanten die recent nieuw terrasmeubilair hebben aangeschaft dat niet aan de redelijke eisen van welstand voldoet, is het financieel niet haalbaar om op korte termijn nieuw meubilair aan te schaffen. Derhalve is besloten voor alle bestaande en vigerende terrasvergunningen een overgangstermijn tot 1 april 2014 te hanteren. Voor deze datum is gekozen omdat een afschrijvingstermijn op terrasmeubilair van drie jaar (gerekend vanaf vaststelling Terrassenplan) redelijk wordt geacht.
Wordt een aanvraag tussen het moment van vaststelling van deze beleidsregels en medio 2013 ingediend en voldoet het meubilair niet (geheel) aan de criteria chique en ingetogen, kan een terrasvergunning tot 1 april 2014 verleend worden.
Uiterlijk op 1 april 2014 moeten alle terrassen in de gemeente Deventer voldoen aan deze beleidsregel en het gestelde in het Terrassenplan. Het is de verantwoordelijkheid van de exploitant om er voor zorg te dragen dat hij of zij tijdig een nieuwe vergunning aanvraagt en aan de nieuwe beleidsregels en eisen voldoet.
Deze bepalingen spreken voor zich.
Tekst artikel uit APV betreffende terrassen.
Voor de volledigheid is hieronder de tekst opgenomen van de artikelen uit de APV waar in de beleidsregels of de toelichting naar verwezen wordt.
Artikel 2:28a Terrasvergunning bij openbare inrichtingen
In afwijking van lid 1 kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid en het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving van de openbare inrichting of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer (categorieën) openbare inrichtingen en/of terrassen met inachtneming van het Horecabeleid Deventer andere sluitingstijden vaststellen.