Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrechtse Heuvelrug

Financiele beleidsregels subsidiering 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrechtse Heuvelrug
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciele beleidsregels subsidiering 2012
CiteertitelFinanciele beleidsregels subsidiering 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening 2012
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201215-07-2014nieuwe regeling

19-12-2011

Gemeentenieuws, 29-12-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiele beleidsregels subsidiering 2012

Behorende bij de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Overwegende dat het gewenst is aanvullend op de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012 financiële beleidsregels voor de subsidiëring vast te stellen;

Gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012 en de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen:

Financiële beleidsregels subsidiering

Financiële Beleidsregels Subsidiëring

Artikel 1 Toepassing

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing op alle door de gemeente toe te kennen subsidies waarop de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012 van toepassing zijn.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen artikelen van deze beleidsregel voor bepaalde instellingen niet van toepassing verklaren.

Artikel 2 Verantwoordelijkheid bedrijfsvoering

De instelling is verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering

Artikel 3 Subsidieniveau

  • 1.

    Bij de start van de subsidiëring worden in overleg met de instellingen een subsidiebedrag en de uit te voeren prestaties, activiteiten en diensten voor een of meerdere jaren vastgesteld. Het uitgangspunt is dat de subsidie voldoende is om de overeengekomen activiteiten tijdens de overeengekomen periode te realiseren.

  • 2.

    Als de instelling uitbreiding van prestaties, activiteiten en diensten wil, dient zij hiervoor een afzonderlijke subsidieaanvraag bij de gemeente in te dienen.

Artikel 4 Wachtgelden

De instellingen dragen zelf het risico van wachtgeldverplichtingen, behoudens het bepaalde in artikel 31 lid 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012.

Artikel 5 Informatieplicht ontbinding en liquidatie

  • 1.

    De instelling brengt het voornemen tot ontbinding van die instelling onverwijld ter kennis van het college. Hetzelfde geldt ingeval van het geheel of gedeeltelijk staken van gesubsidieerde activiteiten.

  • 2.

    Bij liquidatie zijn de voorschriften met betrekking tot rekening en verantwoording, alsmede die betreffende vaststelling van de subsidie en de verrekening van voorschotten, van toepassing.

  • 3.

    Het batig saldo van de liquiditeitsrekening krijgt, voor zover daarin gemeentelijke subsidie is begrepen, onder goedkeuring van het college een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel en de werkzaamheden van de instelling.

Artikel 6 Vermogensvorming

  • 1.

    De gemeente ziet bij de afhandeling van de verantwoording toe op de jaarlijks planmatige storting in voorzieningen voor vervanging en onderhoud.

  • 2.

    Ter bescherming van eventuele overschotten kan de instelling reserveren voor dekking van risico’s in de bedrijfsvoering. Dit voor zover een reserve is gevormd uit door de gemeente beschikbaar gestelde middelen.

  • 3.

    De gemeente bepaalt in overleg met de instelling wat het aanvaardbare niveau is van de voorzieningen en reserves van de instelling.

  • 4.

    De gemeente onderzoekt bij de afhandeling van de verantwoording de oorzaken en de omvang van de reservevorming en betrekt de uitkomst van dit onderzoek bij de onderhandelingen over de volgende subsidieaanvraag.

  • 5.

    In geval van vermogensvorming door de subsidieontvanger, zoals bedoeld in artikel 4:41 Awb, is het college bevoegd een vergoeding vast te stellen en deze aan subsidieontvanger op te leggen.

Artikel 7 Egalisatiereserve

  • 1.

    Het college kan de subsidieontvanger verplichten een egalisatiereserve te vormen.

  • 2.

    Het verschil tussen het vastgestelde subsidiebedrag en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, komt dan ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3.

    Het college kan voor een te vormen egalisatiereserve nadere richtlijnen vaststellen.

  • 4.

    De subsidieontvanger is ter zake van de egalisatiereserve tegenover de gemeente vergoedingsplichtig naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen, indien:

    • a.

      De gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

    • b.

      De subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidierelatie wordt beëindigd;

    • c.

      De rechtspersoon, die de subsidie ontving, wordt ontbonden.

  • 5.

    De vergoeding als bedoeld in het vierde lid wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het college op de hoogte is gekomen of kon zijn van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaar na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 8 Bestemmingsreserve

  • 1.

    Een subsidieontvanger kan het college schriftelijk verzoeken een bestemmingsreserve te vormen

  • 2.

    Bij het verzoek wordt het doel en de maximale hoogte van de reserve aangegeven, alsmede een onderbouwing van de noodzaak hiervoor.

  • 3.

    Het college stelt de maximale hoogte van de bestemmingsreserve vast en bepaalt daarbij binnen welke termijn de reserve moet zijn gebruikt.

  • 4.

    Het college verbindt nadere voorwaarden aan een bestemmingsreserve.

  • 5.

    Indien de reserve niet is besteed overeenkomstig de voorwaarden en binnen de gestelde termijn, komt de toestemming te vervallen. De subsidieontvanger is dan verplicht de gereserveerde subsidiebedragen terug te betalen.

  • 6.

    De bestemmingsreserve mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor deze is bestemd.

  • 7.

    De bestemmingsreserves worden opgenomen in de begroting, de jaarrekening en de balans van de subsidieontvanger.

  • 8.

    Een bestemmingsreserve wordt niet meegenomen bij de beoordeling als bedoeld in artikel 7. lid 1 sub e van de Algemene Subsidieverordening 2012.

Artikel 9 Afschrijvingen

  • 1.

    Algemeen uitgangspunt is het gemeentelijke afschrijvingsbeleid. Instellingen dienen dezelfde afschrijvingstermijnen aan te houden als die genoemd in de kadernota die jaarlijks door de raad vastgesteld wordt.

  • 2.

    Het college is bevoegd in bijzondere gevallen een afwijkende afschrijvingstermijn vast te stellen.

Artikel 10 Antispeculatiebeding

De instelling mag de saldi van de reserves en voorzieningen rentedragend beleggen onder de volgende restricties:

  • a.

    tijdelijke overschotten korter dan 1 jaar worden alleen uitgeleend aan publiekrechtelijke lichamen en aan geldscheppende en kredietinstellingen als bedoeld in artikel 12 van de Wet Toezicht Kredietwezen.

  • b.

    Tijdelijke overschotten langer dan 1 jaar worden alleen uitgeleend aan Nederlandse geldscheppende en kredietinstellingen als bedoeld in artikel 12 van de Wet Toezicht Kredietwezen.

Artikel 11 Citeerartikel

Deze regeling kan worden aangehaald als Financiële beleidsregels subsidiëring 2012 behorende bij de Algemene subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2012.

Artikel 12 In werking treden

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 13 Intrekking oude regelingen en overgangsbepalingen

1.Per 1 januari 2012 vervalt de navolgende regeling:

‘Financiële beleidsregels subsidiëring 2011 behorende bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2010 en de Wijzigingsverordening Algemene Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2011;

2.De bepalingen van de in het eerste lid genoemde beleidsregel blijven van kracht voor in 2011 aan te vragen en op de datum van de inwerkingtreding reeds aangevraagde subsidies en voor zover dat noodzakelijk is voor de vaststelling en afrekening van de in voorgaande jaren op grond van die verordeningen verleende subsidies.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders in de openbare vergadering van 19 december 2011.

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

T.P. van der Steen G.F. Naafs