Organisatie | Gulpen-Wittem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2009 |
Citeertitel | Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2018.
Deze verordening vervangt de Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2000
Verordening parkeerbelastingen Gulpen-Wittem 2009.
Door college van B&W d.d. 29-09-2009 vastgestelde Nadere regels behorende bij artikel 4 van de Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009.
Door college van B&W d.d. 08-09-2009 vastgesteld Aanwijzingsbesluit voor plaatsen waar met een vergunning mag worden geparkeerd; vanaf 01-01-2010.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2009 | 01-05-2018 | nieuwe regeling | 20-05-2009 Heuvelland Actueel, 14-10-2009 | BP/114a |
De raad van de gemeente Gulpen-Wittem;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10-02-2009 betreffende bovengenoemd onderwerp;
overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen voor een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte en voor het uitgeven van vergunningen voor het parkeren;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
Vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2009 (hierna te noemen: Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009).
AFDELING I Definities en begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
eigen parkeerplaats: een parkeerplaats in een garage of op een terrein, waarover de aanvrager kan beschikken of de beschikking kan krijgen, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd. Hierbij wordt uitgesloten dat gedeelte van het terrein waarop een recht van overpad berust en waar, door plaatsing van een motorvoertuig, de doorgang ernstig wordt belemmerd.
AFDELING II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Het college kan nadere regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.
AFDELING III Verbodsbepalingen
Het in eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het gedurende drie dagen of minder laten staan op een weg van een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gulpen-Wittem.
Het in het tweede lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig/brommobiel een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende categorie parkeerapparatuurplaatsen, het motorvoertuig/brommobiel duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
AFDELING V Overgangs- en slotbepalingen
Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door het college aangewezen ambtenaren belast.
Op bezwaarschriften, ingediend tegen besluiten (vergunningen) genomen op grond van de oude Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2000, wordt besloten krachtens de nieuwe Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2009, met dien verstande dat bezwaarmaker niet in een nadeliger positie mag komen dan hij onder het oude recht zou hebben gehad.
Vergunningen voor bepaalde tijd verleend krachtens de oude Parkeerverordening Gulpen-Wittem 2000 blijven van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken. Na deze periode kan een nieuwe aanvraag ingediend worden die beoordeeld wordt op basis van de nieuwe verordening.
Als blijkt dat de personen, bedoeld in lid 6 van dit artikel, niet in aanmerking komen voor een vergunning, kan het college beslissen dat deze personen in aanmerking komen voor de afbouwregeling. Een op basis van de afbouwregeling verleende vergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaren.
Na afloop van de vergunning op basis van de afbouwregeling dienen personen, bedoeld in lid 7 van dit artikel, opnieuw een aanvraag in te dienen op grond van de nieuwe verordening. Als de personen, bedoeld in lid 7 van dit artikel, dan niet (meer) voldoen aan de voorwaarden kan er geen vergunning worden verstrekt.