Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening gemeente Zeewolde |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de op 15 november 2005 vastgestelde Bezoldigingsverordening.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2009 | nieuwe regeling | 24-03-2009 Onbekend. | V056 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,
gelezen het advies van afdeling Bestuurlijke, Facilitaire en Personele Diensten d.d. 5 januari 2009;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde, artikel 156 van de Gemeentewet en op het delegatiebesluit van de raad dezer gemeente d.d. 13 december 1994, laatstelijk gewijzigd d.d. 31 januari 2002, inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders;na overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 5 maart 2009;
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.
Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid, met inachtneming van artikel 5 van het Reglement beloningsdifferentiatie en artikel 3, lid c van het Reglement personeelsbeoordeling.
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3.1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Hoofdstuk 3. Instrumenten van flexibele beloning
De in dit hoofdstuk genoemde artikelen zijn in overeenstemming met het Reglement beloningsdifferentiatie.
Hoofdstuk 4. Overige toelagen en vergoedingen
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde.
Ambtenaren voor wie een salarisschaal geldt met een salaris vanaf schaal 9 kunnen in aanmerking komen voor een overwerkvergoeding, conform hetgeen geregeld is in artikel 3:2 en 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde, mits de directie, op voorstel van de betreffende leidinggevende, hierover een besluit heeft genomen.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 20 en 21, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikelen 20 en 21, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonden wezenlijke onderbreking een toelage, als bedoeld in artikelen 20 en 21, heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorig lid.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 24 maart 2009.
Burgemeester en Wethouders van Zeewolde,
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter
De bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de oude bezoldigingsverordening uit 1984, verzonden bij brief van 19 oktober 1984, kenmerk OPZ/7300. De modernisering van de bezoldigingsverordening behelst niet alleen technische aanpassingen (aanpassing aan de nieuwe regelgeving) en modernere begrippen, maar ook beleidsrijke wijzigingen. Dit laatste type wijzigingen is uiteraard het meest voor discussie vatbaar. Een duidelijk voorbeeld hiervan is paragraaf III, Instrumenten van flexibele beloning. Bij de gemeente Zeewolde hebben deze gepresteerde instrumenten reeds een structureel karakter gekregen in het Reglement beloningsdifferentiatie. Deze toelichting geeft de in de nieuwe bezoldigingsverordening gemaakte keuzes weer, alsmede een relativering van de alternatieven.
In de aanhef wordt ervan uitgegaan dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid tot vaststelling van verordeningen voortvloeiend uit de CAR (en de UWO) heeft gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.. Bovendien kan dan de zinsnede: 'en op het besluit van de raad dezer gemeente d.d. inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders' komen te vervallen. Verwezen wordt naar artikel 3: 1 van 'de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde'. Hier dient de benaming te staan van de CAR (en de UWO) zoals die in de gemeente gebruikt wordt. Deze benaming dient ook verder in de verordening te worden gebruikt.
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Bij onderdeel a. wordt verwezen naar artikel 2: 5: 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde. Niet UWO gemeenten moeten deze verwijzing aanpassen aan hun lokale regeling.
Opgemerkt dient te worden dat hetgeen is geregeld in onderdeel d. moet worden gewijzigd, omdat in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II). In artikel 6 wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3: 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde.
Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen -niet zijnde onkostenvergoeding- als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling (dus als omschreven in de bezoldigingsverordening), alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.
Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlage lIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlage lIa wijzigt, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening. Opgemerkt moet worden dat deze bepaling is gewijzigd omdat er in de gemeente Zeewolde geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II).
Omdat er geen medewerkers meer zijn die worden bezoldigd met toepassing van bijlage II wordt in het eerste lid, voor wat betreft de toepassing van bijlage IIa, verwezen naar artikel 3: 1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente.
Derhalve is niet gekozen voor onderstaande tekst die in voorkomende gevallen bij toepassing van bijlage II wel vermeld had moeten worden.
1. Vanaf 1 april 1996 zijn de bijlagen II of IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde als volgt toepassing op de ambtenaar:
2.a bijlage II is per 1 april 1996 van toepassing op die ambtenaar die ook op31 maart 1996 reeds een salaris genoot op grond van deze bijlage, dan wel in dienst van een andere werkgever een salaris genoot op grond van bijlage II van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, tenzij op grond van het gestelde onder b, tweede gedachtestreepje, bijlage IIa op de ambtenaar van toepassing is;
b. bijlage IIa is van toepassing op: de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde aanvaardt zonder direct daaraan voorafgegaan door een andere betrekking in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregelin9, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden.
2. Vanaf 1 april 1997 geschiedt de overgang van een der schalen uit bijlage II van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde naar een der schalen uit bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde op de navolgende wijze:
a. de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die reeds vóór 1 april 1997: het maximum heeft bereikt van die schaal, en binnen die betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal, gaat per1 april 1997 een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage Ila;
b.de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die op een datum
gelegen op of na 1 april 1997: het maximum heeft bereikt van die schaal, en binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal op de datum van het bereiken van het maximum van de schaal, gaat met ingang van die datum een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage Ila.
3.Burgemeester en wethouders bepalen... etc. (door vernummeren twee lid en verder).
Opgemerkt dient te worden dat artikel 6 (zowel in bovenstaande vorm als in de vorm van de bezoldigingsverordening) moet worden aangepast, omdat in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II).
In de artikelen 6en 7 wordt vooruitgelopen op de oude situatie dat per 1 januari 1999 de jeugdsalarissen werden afgeschaft. Derhalve zijn de bepalingen betreffende jeugdsalarissen reeds geschrapt.
Het vierde lid gaat in op de uitlooprangen in de schalen 1 tot en met 5 in de oude salarisstructuur. Deze uitloopperiodieken worden in de bij de bezoldigingsverordening toegevoegde salaristabel ook wel eens gemarkeerd met de letter u. Omdat bij de gemeente Zeewolde geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (conform bijlage II), is het vierde lid van artikel 7 geschrapt.
In artikel 7 tot en met 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het , onthouden van een periodieke verhoging. In deze artikelen is gekozen voor een andere terminologie dan in het verleden: voldoende functioneren (artikel 7), zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking (artikel 8) en onvoldoende functioneren (artikel 9). Uiteraard zijn diverse andere terminologieën denkbaar.
Zo zijn denkbare alternatieven voor voldoende functioneren: 'bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver", "naar behoren functioneren" en "gemiddeld functioneren". Het gaat er maar om een rangorde aan te brengen in de wijze van functioneren.
In het midden is overigens gelaten of de beslissing tot het toekennen van een (extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, moet zijn gebaseerd op een personeelsbeoordeling (bij gemeente Zeewolde gebeurt dit in ieder geval wel). Meestal gebeurt dit bij een extra periodieke
verhoging en bij het onthouden van een periodieke verhoging wel en bij een 'gewone' periodieke verhoging niet. Als er een beleidslijn is omtrent het beoordelen, kan deze worden verwerkt in deze drie artikelen.
Eveneens is in het midden gelaten of en aan wie de beslissingsbevoegdheid voor toekenning van een (extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, is gemandateerd. Sinds de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is delegatie van een dergelijke beslissingsbevoegdheid aan hoofden van dienst niet meer mogelijk. Mandaat -het in naam van burgemeester en wethouders beslissen- kan wel. Op lokaal niveau is het zaak om een dergelijk mandaat schriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders.
In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld. Het eerste lid onder b. geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer (zie ook LOGA brief van 20 december 1995, nummer Lbr. 95/259). Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naast hogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naast hogere bedrag.
Hoofdstuk 3. Instrumenten van flexibele beloning
In artikel11 tot en met 15 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie, tijdelijke persoonlijke toelage en persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal. AI deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het tijdelijke karakter van deze instrumenten. Dit in tegenstelling tot het toekennen van (extra) periodieken, dat een structureel karakter heeft.
De flexibiliteit van deze instrumenten wordt reeds toegepast, en is beschreven in het reglement beloningsdifferentiatie. Wellicht zijn ook andere, minder flexibele beloningsinstrumenten denkbaar, zoals vaste toelagen. Een nadeel van vaste toelagen is naast de kosten die dit structureel met zich meebrengt dat de prikkel die van de toelage uit zou moeten gaan vermindert, zo niet verdwijnt. Van de genoemde instrumenten van flexibele beloning hebben de gratificatie en de groepsgratificatie het meest een incidenteel karakter. Meestal worden deze instrumenten meteen na de prestatie toegepast.
De keuze is nu gemaakt om het reglement beloningsdifferentiatie op te nemen in de bezoldigingsverordening, paragraaf III.
Net als bij artikelen 7 tot en met 9 zijn in artikelen 11 tot en met 15 alternatieven denkbaar voor de gebruikte terminologie.
Zo wordt in artikel 14 gesproken van een uitstekende individuele prestatie. In de artikelen 11 tot en met 15 is in het midden gelaten of de toepassing van een beloningsinstrument is gebaseerd op een beoordeling. De tijdelijke persoonlijke toelage en de persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal worden overigens veelal op een personeelsbeoordeling gebaseerd. Ook is in het midden gelaten of en aan wie de beslissingsbevoegdheid voor het toepassen van een beloningsinstrument is gemandateerd. Dit kan op lokaal niveau worden bepaald. Sinds de derde tranche van de Awb is delegatie van een dergelijke beslissingsbevoegdheid aan hoofden van dienst niet meer mogelijk. Indien gewenst is dat de beslissingsbevoegdheid wordt gemandateerd, is het zaak dit schriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders.
Artikel 16 biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten. Dit is bij de Gemeente Zeewolde het geval door de aanwezigheid van het Reglement beloningsdifferentiatie, die tevens ter actualisatie is bijgevoegd.
Artikel 17 regelt dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar niet meer goed functioneert, de extra
beloning zonder meer komt te vervallen.
Hoofdstuk 4. Overige toelagen en vergoedingen
In de artikelen 18 tot en met 22 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst, toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en inconveniëntentoelage. Deze toelagen/vergoedingen hebben met uitzondering van de inconveniëntentoelage een grondslag in de CAR en/of de UWO.
In artikel 20 tot en met 22 worden de percentages ingevuld conform de percentages genoemd in de CAR/UWO. Op lokaal niveau zijn hier namelijk geen andere percentages ingevuld.
In de laatste leden van artikel 20 en 21 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkende regelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en waardering reeds rekening is gehouden met het feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken, dan wel zich geregeld bereikbaar en beschikbaar moet houden voor oproepen. In die gevallen is geen toelage meer nodig. In de tekst van artikel 21 is de zinsnede 'regelmatig of vrij regelmatig' opgenomen om aan te geven dat de toelage geldt op momenten waarbij sprake moet zijn van een herhaling.
In artikel 22 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst geregeld. Er is juist voor gekozen om bij deze toelage een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie.