| Overheidsorganisatie | Gemeente Overbetuwe |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Subsidieverordening landschapselementen gemeente Overbetuwe 2001 |
| Citeertitel | Subsidieverordening landschapselementen gemeente Overbetuwe 2001 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
| Eigen onderwerp |
De Subsidieverordening landschapselementen van de voormalige gemeente Elst wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 15-12-2008 | 01-09-2008 | nieuwe regeling | 25-11-2008 Hét Gemeente Nieuws; 17-12-2008 | 08RB000341 | |
| 03-01-2008 | 01-01-2007 | 01-09-2008 | art. 1, 10 t/m 13 | 18-12-2007 Hét Gemeente Nieuws; 27-12-2007 | 07rb000160 |
| 01-11-2001 | 01-09-2008 | nieuwe regeling | 30-10-2001 De Betuwe; 21-11-2001 | Nr. 15 |
Onderwerp: Subsidieverordening landschapselementen
Nr. 15
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2001;
overwegende dat het noodzakelijk is te komen tot nadere regelgeving en beleid t.a.v. het stimuleren van derden voor de uitvoering van landschapsplannen van de gemeente;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende:
SUBSIDIEVERORDENING LANDSCHAPSELEMENTEN GEMEENTE OVERBETUWE 2001.
Deze verordening is slechts van toepassing op projecten zoals vermeld in landschapsplannen van de gemeente.
Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover de middelen op de vastgestelde gemeentebegroting daartoe toereikend zijn, een bijdrage verlenen aan derden in de kosten van activiteiten, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de landschapsplannen.
De bijdrage kan worden verleend aan:
de eigenaar van de grond waarop het project in het kader van de uitvoering van het landschapsplan plaatsvindt;
een natuurlijke of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop het project in het kader van de uitvoering van het landschapsplan plaatsvindt.
Een aanvraag om een bijdrage moet schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders.
De aanvraag dient ondertekend te zijn door de eigenaar of de gebruiker van de grond waarop het project in het kader van de uitvoering van het landschapsplan plaatsvindt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan vorm en inhoud van de aanvraag en aanvraagprocedure.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is binnengekomen. Zij kunnen door schriftelijk ter kennis van aanvrager te brengen besluiten deze termijn met ten hoogste 8 weken verlengen.
Een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van aanvrager gebracht.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage toekennen van 25% van de goedgekeurde kosten als aanvulling op de bijdrage die in het kader van de provinciale Subsidieverordening vernieuwing landelijk gebied 1998 en/of overeenkomstige subsidieregelingen wordt verstrekt.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage toekennen van 75% van de goedgekeurde kosten indien de kosten van het project niet meer zijn dan ƒ 1.000,-- (inclusief BTW) en geen bijdrage van de instanties genoemd in het eerste lid wordt ontvangen.
De bijdrage wordt alleen toegekend voor de kosten, die vooraf door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd.
Degene aan wie de bijdrage is toegekend dient voor een periode van minimaal 10 jaar het genoemde landschapselement in stand te houden en te onderhouden tot genoegen van de gemeente.
Degene aan wie de bijdrage is toegekend dient bij de overdracht van de grond waarop zich het landschapselement of een gedeelte daarvan bevindt, de verplichtingen uit deze verordening jegens de gemeente over te dragen aan de nieuwe eigenaar. Hij bedingt dat deze verplichtingen ook door eventuele verdere rechtsopvolgers worden overgenomen.
Het is degene aan wie de bijdrage is toegekend niet toegestaan om handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten die kunnen leiden tot aantasting van het karakter en de structuur van het landschapselement.
Schadelijke handelingen kunnen zijn:
Het verspreiden van mest, groei- en stoorstoffen;
Het weiden van vee in het geheel of gedeeltelijk met houtgewas begroeide elementen;
Het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
Het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement, zoals puin, afval en dergelijke;
Het plaatsen en aanbrengen van bouwwerken en voorwerpen;
Het stoken van vuur in het landschapselement
Het bevestigen van rasterdraden aan bomen en struiken.
Aan het verlenen van de bijdrage kunnen door het college burgemeester en wethouders nog nadere voorwaarden worden verbonden.
Met de toegekende bijdrage kan de gemeente het landschapsproject uitvoeren of wordt de bijdrage uitbetaald indien burgemeester en wethouders is gebleken dat de activiteiten binnen de door hen gestelde termijn naar behoren zijn uitgevoerd:
Ingeval het eigendom van de grond gedeeltelijk overgaat of de getroffen voorziening gedeeltelijk teniet gaat, bepalen burgemeester en wethouders of en in hoeverre uitbetaling of gedeeltelijke uitbetaling van de bijdrage alsnog plaatsvindt.
De toekenning van de bijdrage vervalt, zodra:
degene aan wie de bijdrage is toegekend ophoudt eigenaar te zijn van de grond waarop het project in het kader van de uitvoering van het landschapsplan plaatsvindt:
de getroffen voorzieningen teniet zijn gegaan;
niet wordt voldaan aan de voorwaarden/voorschriften zoals gesteld op grond van artikel 6 van deze verordening;
de eigenaar een privaatrechtelijke rechtspersoon is, die ontbonden wordt.
Indien na uitbetaling van de bijdrage aan de bij de toekenning van de bijdrage gestelde voorschriften niet wordt voldaan, kunnen burgemeester en wethouders tot terugvordering van de bijdrage overgaan.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening landschaps elementen gemeente Overbetuwe 2001.
Deze verordening treedt in werking vanaf 1 november 2001.
De subsidieverordening landschapelementen zoals verbindend verklaard in de raadsvergadering van 15 december 1998 van de voormalige gemeente Elst wordt ingaande 1 november 2001 ingetrokken.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 30 oktober 2001.
De raad voornoemd,
| de secretaris, | de voorzitter, |
| mr. J.P.J. van Muijen. | E. Tuijnman. |
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
HOOFDSTUK 1 TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1 Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing voor de realisatie van gemeentelijke landschapsplannen; Landschapsplan Overbetuwe Zuid en de landschapsbeleidsplannen van de voormalige gemeenten Elst, Heteren en Valburg.
HOOFDSTUK 2 REGELING TER STIMULERING VAN DE GEWENSTE UITVOERING VAN HET LANDSCHAPSPLANNEN
Artikel 2 Bijdrageregeling
De bijdrage kan worden toegekend aan zowel de eigenaar van de grond waarop het project plaatsvindt als de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond.
Artikel 3 Procedure bijdrageregeling
Naast de gebruikelijke aanvraagprocedure is tevens de mogelijkheid opgenomen om nadere voorwaarden te kunnen stellen welke noodzakelijk worden geacht voor de beoordeling van het verzoek om een bijdrage.
Artikel 4 Beslissingstermijn bijdrageregeling
De vermelde termijn waarbinnen een beslissing moet worden genomen is conform het gestelde in artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht. De termijn kan eenmaal met maximaal 8 weken worden verlengd.
Artikel 5 Hoogte van de bijdrage
De opzet van deze regeling is om complementair te zijn ten opzichte van de regelingen, zoals genoemd in dit artikel. Aangezien 75% van de goedgekeurde kosten voor rekening komen van genoemde instanties is het logisch dat de gemeente 25% van de goedgekeurde kosten voor haar rekening neemt. In de praktijk kan het wellicht voorkomen dat genoemde instanties geen bijdrage (kunnen) verstrekken en dat het college realisatie van een bepaald project toch noodzakelijk acht. In dat geval mogen de kosten niet meer bedragen dan ƒ 1.000,- en bedraagt de bijdrage 75%.
Artikel 6 Voorwaarden en voorschriften die aan de bijdrage worden verbonden
Het is gebruikelijk dat aan het toekennen van een bijdrage voorwaarden/voorschriften kunnen worden verbonden welke noodzakelijk worden geacht.
De intentie van dit artikel is om te waarborgen dat de doelstelling, zoals geformuleerd in de landschapsplannen van de gemeente, worden gerealiseerd.
Artikel 7 Uitbetaling bijdrage
Hier is vastgelegd de wijze waarop de bijdrage plaatsvindt waarbij tevens is geregeld wanneer een gedeelte van de bijdrage kan plaatsvinden.
Artikel 8 Het vervallen van de bijdrage
In dit artikel is limitatief opgesomd wanneer de bijdrage komt de vervallen.
Artikel 9.
Hierin is gesteld dat de bijdrage kan worden teruggevorderd indien blijkt dat niet aan de gestelde voorschriften/voorwaarden is voldaan.