Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Epe 1998 |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Epe 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Deze verordening vervangt de "Beheersverordening begraafplaatsen gemeent Epe 1992"
1.Grafbedekkingen, regeling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2006 | 22-10-2014 | Art. 1-3, 5, 7, 10, 11-15, 18-24 | 16-12-2004 Veluws Nieuws, 07-03-2006 | Handelingen van de raad, bijlagenr. 04-132 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, afdeling I, jaar 1998, bijlagenr. H 1);
dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraaf-plaatsen;
gelet op de artikelen van de Wet op de Lijkbezorging, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuurs-recht;
vast te stellen de volgende "Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraaf-plaatsen in de gemeente Epe 1998", die luidt als volgt:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
De gemeentelijke begraafplaatsen;
Een graf, grafkelder en urnenkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
Een eigen graf bestemd voor het doen begraven van de (het) stoffelijk(e) overschot(ten) van uitsluitend één of twee kinderen tot de leeftijd van twaalf jaar;
Een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken of het bijzetten van asbussen.
Algemene graven zijn mede bestemd voor de begraving van de stoffelijke overschotten die door de zorg van burgemeester op kosten van de gemeente worden begraven;
Een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;
Een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
Een bus ter berging van as van een overledene;
Een plaats waarop as wordt verstrooid;
Gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;
De ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
De rechthebbende op een eigen graf of op een nis in een columbarium;
Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen
De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend;
ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten;
het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 5 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één etmaal voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, kennis aan de daartoe of vanwege het college aangewezen ambtenaar of ambtenaren. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uren na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan;
het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het openen en sluiten van een nis in een columbarium en het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen;
Indeling en uitgifte der graven
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorschriften.
Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf of een nis in een columbarium kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen, is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;
na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf of de nis in het columbarium worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;
Artikel 14 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf of nis. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 16 Gedenkplaat voor urnennis in columbarium
Het aanbrengen en het onderhoud van de door de gemeente geleverde bronzen gedenkplaat voor de nis in het columbarium geschiedt van gemeentewege op kosten van rechthebbende.
Artikel 18 Verwijdering grafbedekking
De rechthebbende op een eigen graf is verplicht toe te staan dat het zich daarop bevindende gedenkteken en/of de beplanting geheel of gedeeltelijk worden weggenomen of verplaatst en/of dat grond van een naastliggend graf wordt gedeponeerd, voor zolang dit ter begraving van stoffelijke overschotten in de nabijheid of om andere redenen nodig is;
Artikel 19 Onderhoud van gedenktekens en begraafplaatsen
het college kan op aanvraag van de rechthebbende op een eigen graf, indien het onderhoud van het daarop aanwezige gedenkteken door de rechthebbende persoonlijk, dan wel door de echtgenoot of levenspartner of een bloed- en/of aanverwanten tot en met de derde graad zal geschieden, van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen, voor zover dat betrekking heeft op het onderhoud van gedenktekens;
indien de rechthebbende nalaat het gedenkteken behoorlijk te onderhouden, met inachtneming van het bepaalde in lid 3, of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is;
Ruiming van graven en urnennissen
Artikel 20 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Wanneer het recht op een eigen graf geëindigd of vervallen is, is het college bevoegd de stoffelijke resten en kisten die zich in de graven bevinden in een afgesloten gedeelte van de begraafplaats te doen begraven. De as uit de asbussen wordt in dat geval uitgestrooid op een daartoe door het college aan te wijzen gedeelte van de begraafplaats en de asbus wordt vernietigd. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk 13 weken voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend;
de rechthebbende op een eigen graf, aan wie het recht om met uitsluiting van anderen te mogen begraven voor onbepaalde tijd is verleend, kan door het college toestemming worden verleend om de stoffelijke resten en kisten te laten overbrengen naar de in de Wet op de Lijkbezorging genoemde verzamelplaats of deze stoffelijke resten bijeen verzameld weer in hetzelfde graf in één of meer gesloten kisten te laten begraven;
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte en de eisen voor de grafbedekking op een ter beschikking van het kerkgenootschap gesteld deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens artikel 2, eerste lid en artikel 15, tweede lid van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op aanvragen of verzoeken - hoe ook genaamd - nog geen beslissing is genomen, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Epe, 29 januari 1998.
Aldus besloten,
de raad voornoemd,
de voorzitter, Drs. L. Eland.
de secretaris, Drs. C.C. Beelaerts van Emmichoven.
Toelichting op enkele bepalingen uit de Beheersverordening 1998.
3. Dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.
Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten, moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven. Daarom verdient het aanbeveling dat burgemeester en wethouders het verlenen van die toestemming onder behoud van hun verantwoordelijkheid opdragen aan de beheerder (mandaat). De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten te kunnen optreden.
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn. De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een wettelijk voorschrift om de toegang hierbij van derden te weren.
1. Een schriftelijke kennisgeving is nodig, omdat duidelijk moet vastliggen wat voor graf er wordt gevraagd. De as kan volgens de wet worden bijgezet in of op een graf, dan wel in een bewaar-plaats, meestal een urnennis;
4. indien de nabestaanden alle of bepaalde werkzaamheden zelf willen verrichten, zijn niettemin de aanwijzingen en de hulp van het personeel van de begraafplaats nodig, ook om redenen van veilig-heid, in het bijzonder bij het openen en sluiten van het graf. De werkzaamheden kunnen door de nabestaanden en het personeel van de begraafplaats samen worden verricht. De nabestaanden kunnen bijvoorbeeld een begin maken. Vervolgens kan het personeel de handelingen verrichten waarvoor ervaring nodig is of die van de nabestaanden te zware lichamelijke inspanning vragen. Het aanbrengen van de grafranden ter stutting van de grond om het geopende graf en het verwijderen van die randen voor het sluiten van het graf zal door het personeel moeten geschieden.
1. De wet verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd. De verplichting om op zondag en algemeen erkende feestdagen te begraven, vervalt als het aanhangige wetsontwerp het Staatsblad bereikt. In dit model is de mogelijkheid om op zon- en feestdagen te begraven en as te bezorgen, vastgelegd.Joodse begrafenissen vinden niet plaats op de sjabbat. Het Nederlands-Israëlitisch kerkgenoot-schap heeft er daarom belang bij dat de begraafplaatsen op zon- en feestdagen voor een begrafenis kunnen worden opengesteld.Daarnaast zijn er ook andere gevallen denkbaar waarin de nabestaanden er een belang bij hebben om op een zon- of feestdag een begrafenis of asbezorging te kunnen doen plaatsvinden. In de praktijk is het mogelijk om de begraafplaats alleen in bijzondere gevallen hiervoor open te stellen;
2. een bijzonder geval kan zich voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uren te begraven. Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.
Naast de eigen graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van voorzieningen op de begraafplaats. Met deze voorzieningen wordt tegemoet gekomen aan de behoeften van de nabestaanden die de crematie op enige afstand van huis hebben doen plaatsvinden en graag een identificatiepunt in de omgeving hebben om de overledene dichtbij te kunnen gedenken.
Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden toegewezen als dit niet bezwaarlijk is voor de situatie op de begraafplaats. Hierbij kan worden gedacht aan het aanzien van de begraafplaats en de gesteldheid van de bodem.
1. Deze bepaling is opgenomen, omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen op het moment van de eerste begraving of bijzetting;
3. het voorstel van de Wet op de Lijkbezorging bepaalt dat vanaf twee jaren voor het verstrijken van de lopende termijn verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode moeten burgemeester en wethouders volgens het wetsvoorstel de recht-hebbende op het graf meedelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief, hetzij door aanplakking op de begraafplaats tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen.Zie verder de toelichting op de artikelen 22, tweede lid en 25. De bepaling in het model is hiermee in overeenstemming. Het is van belang om de rechthebbenden mee te delen dat verlenging van de termijn tijdig moet worden aangevraagd.
2. Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen de personen bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf. Dit zijn in de eerste plaats de bloed- en aanverwanten, genoemd in het eerste lid van dit artikel. De ervaring heeft geleerd dat het gewenst is om slechts één persoon als rechthebbende te doen aanwijzen. Deze bepaling stelt de termijn op één jaar.
Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.
De vergunningseis geldt voor de grafbedekkingen op algemene en eigen graven. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de nadere regels van burgemeester en wethouders. De hoogte van het gedenkteken is niet beperkt. Richtinggevend zou kunnen zijn een maximale hoogte van 80 cm. Zij zijn ruim geformuleerd, zodat zelden een verzoek om ontheffing zal worden ingediend.
In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens wat moeilijkheden over verwijderde bloemen en eenjarige planten, zoals afrikanen en geraniums. Daar de bloemen en planten eigendom zijn van de rechthebbende op de graven is waar mogelijk een waarschuwing vooraf op zijn plaats. Verwelkte bloemen zullen wij niet te snel laten verwijderen, omdat zij passend zijn bij de sfeer van de begraafplaats.
2. De mededeling aan de rechthebbende op een eigen graf dat de grafbedekking zal worden verwijderd, kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededeling dat de graftermijn verstrijkt en dat het graf zal worden geruimd. De grafbedekking kan ook worden verwijderd, nadat burgemeester en wethouders het grafrecht vervallen hebben verklaard, omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen. In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief;
3. de grafbedekking blijft, nadat deze is verwijderd, gedurende 13 weken ter beschikking van de nabestaanden als daarom tijdig tevoren is verzocht.
De aard en de afmetingen van de grafbedekkingen op eigen graven en de termijn van uitgifte van deze graven met het recht om deze termijn telkenmale te verlengen, maken dat bij deze grafbedekkingen niet kan worden volstaan met het minimum aan onderhoud door de gemeente. Daarom zijn de recht-hebbenden op eigen graven verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. De rechthebbenden zijn ook verantwoordelijk voor het opnieuw stellen van gedenktekens als die zijn verzakt.
1. De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de graven te ruimen, wordt gedaan zowel aan de rechthebbenden op eigen graven als aan degenen die kozen voor een plaats in een algemeen graf.
Het ter beschikking van een kerkgenootschap gestelde deel op een gemeentelijke begraafplaats valt volgens de Wet op de Lijkbezorging onder het beheer van de gemeente. Hierdoor is ook de Beheers-verordening op dit gedeelte van toepassing. Burgemeester en wethouders zijn dus verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op het ter beschikking van de kerk gestelde gedeelte. Zij voorzien ook in het minimale onderhoud van de grafbedekkingen op het kerkelijk deel.Wegens het kerkelijk karakter kunnen er redenen bestaan om voor dit deel ten aanzien van enkele onderwerpen nadere regels vast te stellen die afwijken van de nadere regels die gelden voor het overige gedeelte van de begraafplaats.
Het is vaak voorgekomen dat graven die van bijzondere waarde zijn door de werkers op de begraafplaats ondoordacht worden opgeruimd. De graven kunnen van betekenis zijn: hetzij door de overledene die er begraven ligt, dan wel alleen door het gedenkteken. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest, zodat wellicht de naam nog bij de volgende generatie bekend is. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het materiaal. Een voorbeeld is het gietijzer, gesmeed door een ijzergieterij, vaak subtiel voorzien van symbolen van de dood. Het ijzer herinnert aan een reeds lang verdwenen nijverheid en is alleen al daardoor van waarde.Andere voorbeelden zijn porseleinen beeldjes. Er dient te worden gezorgd dat graven van bekende overledenen niet ondoordacht worden geruimd en dat soms vrij zeldzame voorwerpen op een terrein dat zozeer aan het verleden herinnert, behouden blijven. Bij twijfel over de betekenis van het gedenk-teken is het gewenst om een deskundige te raadplegen. De lijst is een inventarisatie van gedenk-waardige graven. Daarnaast kan de inhoud van de lijst een hulpmiddel zijn voor het samenstellen van de monumentenlijst.
Het begrip "klachten" moet hier ruim worden opgevat, zodat ook ideeën of wensen naar voren kunnen worden gebracht. Aan een speciale procedure die kort en eenvoudig is gehouden, bestaat behoefte om de verlangens van de burger in verband met de piëteit of wegens de zorg voor cultuurhistorische waarden en beplantingen te kunnen signaleren.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen
Artikel 4 Opgravingen en ruimen
Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 5 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Artikel 6 Aula en geluidsinstallatie
Artikel 7 Tijden van begraven en asbezorging
Indeling en uitgifte der graven
Artikel 8 Eigen graven en asbezorging
Artikel 10 Volgorde van uitgifte
Artikel 11 Termijnen eigen graven en columbarium
Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten
Artikel 14 Afstand doen van graven
Artikel 15 Vergunning gedenktekens
Artikel 16 Gedenkplaat voor urnennis in columbarium
Artikel 18 Verwijdering grafbedekking
Artikel 19 Onderhoud van gedenktekens en begraafplaatsen
Ruiming van graven en urnennissen
Artikel 20 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking