Organisatie | Hengelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rekenkamercommissie gemeente Hengelo 2005 |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie gemeente Hengelo 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-08-2005 | Nieuwe regeling | 19-07-2005 Hengelo's Weekblad, 30-08-2005 | Onbekend |
Artikel 2 - Keuze voor rekenkamercommissie
Er is een door de raad ingestelde commissie, belast met de uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o van de Gemeentewet.
De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 7 - Eed/ belofte externe leden commissie
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de externe leden van de commissie in de vergadering van de raad in handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af overeenkomstig het bepaalde in artikel 81g Gemeentewet.
Artikel 9 - Meldingsplicht leden
Het is de plicht van elk van de leden om de persoonlijke betrokkenheid bij een door de commissie te onderzoeken onderwerp te melden bij de voorzitter;
Op grond van een melding als bedoeld in het eerste lid kan de voorzitter de raad voorstellen een lid voor de duur van een bepaald onderzoek op non-actief te stellen.
De raad kan een lid van de commissie op non-actief stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 81c, zesde lid, onder a, en zevende lid, onder a, zouden kunnen leiden.
Artikel 12 - Reglement van Orde
De commissie stelt voor haar werkzaamheden een Reglement van Orde vast en brengt dit reglement ter kennis van de raad.
Ten aanzien van de vergoedingen en onkostenvergoedingen van de leden is de verordening ex artikel 96 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing
Hieronder volgt een artikelgewijze toelichting. Daar waar het artikel naar onze mening voor zichzelf spreekt is geen toelichting gegeven.
Artikel 2. Keuze voor rekenkamercommissie
Bij het redigeren van de artikelen is veelal aangesloten bij de artikelen die in de Gemeentewet zijn opgenomen voor de onafhankelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.
Sommige bepalingen in de Gemeentewet over de rekenkamer zijn echter zondermeer van toepassing op de Rekenkamercommissie. Het betreft de artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet. Zie hiervoor ook de toelichting op artikel 3 en 14 van deze verordening.
Artikel spreekt voor zich. De bepaling is gebaseerd op artikel 182 van de Gemeentewet.
In artikel 182 is nadrukkelijk bepaald dat controle van de jaarrekening geen onderdeel kan uitmaken van onderzoek door de commissie.
De minimale bezetting van de Rekenkamercommissie ziet er als volgt uit:
minimaal drie interne leden, maximaal één lid per fractie. De gedachte hierbij is dat het bij de invulling van deze niet-politieke functie niet zal voorkomen dat elke fractie een lid zal willen afvaardigen. De bedoeling is dat de raad op basis van de profielschets kiest voor afvaardiging van geschikte raadsleden voor dit werk. Aan de andere kant is het ook niet de bedoeling dat één fractie het merendeel van de leden levert, zodat er ook een maximum is gesteld.
Artikel 5. Taken en bevoegdheden voorzitter
In dit artikel is ondermeer omschreven dat de voorzitter namens de rekenkamercommissie de spreekbuis is naar buiten toe (college, pers, instelling, burger). Dit impliceert dat indien een intern lid naar buiten toe communiceert over een onderzoek, dit niet namens de rekenkamercommissie doet maar als raadslid zijn mening geeft.
Voor externe leden geldt dat zij niet in het openbaar spreken over het onderzoek.
Artikel 6. Benoeming en zittingsduur leden
Artikel 7. Eed/belofte externe leden commissie
Aangesloten is bij de tekst van de Gemeentewet in artikel 12. Deze bepaling geldt ook voor leden van de rekenkamer en wordt hier van toepassing verklaart op leden van de rekenkamercommissie.
Het is niet nodig om te regelen wie er lid kan zijn van de commissie. Dat regelt de Gemeentewet in art 81o en artikel 81 f. In deze bepalingen wordt uitputtend beschreven welke functies een extern lid van de rekenkamercommissie niet mag beoefenen. Achtergrond is het voorkomen van belangenverstrengeling en het waarborgen van de onafhankelijke positie van de commissie. Enkele voorbeelden: minister, burgemeester van de gemeente, wethouder van de gemeente, ambtenaar bij de gemeente, Rijks- of provinciaal ambtenaar die toezicht houdt op de gemeente.
Artikel 9. Meldingsplicht leden
Ook hier geldt dat daarmee wordt beoogd ongewenste belangenverstrengeling te voorkomen. Of van belangenverstrengeling sprake is hangt af van het te onderzoeken onderwerp. Indien belangenverstrengeling wordt geconstateerd behoeft een lid niet af te treden, maar kan voor de duur van het betreffende onderzoek op non-actief worden gesteld. De non-activiteit wordt opgeheven na afronding van dat onderzoek.
Artikel 10. Beëindiging lidmaatschap.
Voor regels over het beëindigen van het lidmaatschap kan in de Gemeentewet slechts ten dele een aanknopingspunt worden gevonden.
Voor de externe leden is aansluiting gezocht bij artikel 81c, lid 7, Gemeentewet.
Voor de interne leden is de mogelijkheid opgenomen dat het lidmaatschap wordt beëindigd als de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is om deze functie te vervullen. Dat kan betrekking hebben op ongeschiktheid of gebrek, maar ook op het niet voldoen aan in redelijkheid te stellen eisen aan leden van een rekenkamercommissie.
Bij de redactie van dit artikel is aansluiting gezocht bij artikel 81 Gemeentewet. Daar staat de regeling voor non-activiteit bij instelling van de Rekenkamer.
In lid 4 is een toevoeging gedaan in verband met mogelijke zakelijke belangenverstrengeling van een lid bij een specifiek te onderzoeken onderwerp. Op grond hier kan een lid op non-actief gesteld worden.
Bij non-activiteit ontvangt het betreffende lid geen vergaderstukken en neemt hij geen deel aan de vergaderingen.
Artikel 12. Reglement van Orde
In dit artikel is geregeld dat er een Reglement van Orde wordt opgesteld door de rekenkamercommissie. Onderwerpen die daarin dienen te worden geregeld zijn:
Artikel spreekt voor zich. Het is aanvullend op de bepalingen van de wet.
Artikel 185 Gemeentewet regelt de rapporten van de commissie openbaar zijn. Gegevens en bevindingen die vertrouwelijk zijn worden hierin niet opgenomen.
De commissie is vrij om n.a.v. de bevindingen in haar onderzoek opmerkingen en bemerkingen te maken alsmede (verbeter)voorstellen te doen.
Verder is er geregeld dat de commissie een openbaar jaarverslag doet toekomen aan de raad.
In artikel 96, lid 1 staat: De leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie, van een deelraad en van het dagelijks bestuur van een deelgemeente ontvangen, voor zover zij geen lid zijn van de raad of het college, een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding:
De ambtelijk secretaris is de schakel tussen de rekenkamercommissie, de onderzoekers, de gemeentelijke organisatie gedurende het onderzoeksproces en verzorgt de secretariële ondersteuning. Vanwege deze positie is een onafhankelijke invulling gewenst. Het rechtspositioneel onderbrengen van de secretaris bij de griffie, waarbij de aansturing gebeurt door de voorzitter van de commissie lijkt hierin een passende en praktische oplossing.