Organisatie | Grootegast |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Vvmo) |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast (versie 2009) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2009 | 08-01-2019 | nieuwe regeling | 16-12-2008 Het Westerkwartier, 4 maart 2009 | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast versie 2009 | |
01-01-2007 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 19-09-2006 Het Westerkwartier, 27-09-2006 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Hoofdstuk 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen.
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij Wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast neergelegde criteria.
Artikel 4. Voorziening in natura.
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en de aanvrager van toepassing.
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming.
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast in de beschikking opgenomen.
Artikel 6. Persoonsgebonden budget.
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de Wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast;
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoongebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast, op verzoek van het college per ommegaande te verstrekken. De omvang van de steekproef wordt bepaald door het college en is afhankelijk van de hoeveelheid geconstateerde onrechtmatige verstrekkingen.
Artikel 7. Eigen bijdragen en eigen aandeel.
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de aanvrager een eigen bijdrage aan de gemeente Grootegast verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Burgemeester en wethouders leggen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden.
Artikel 8. Vormen van hulp bij het huishouden.
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
a. hulp bij het huishouden in natura;
b. een persoonsgebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden.
Artikel 9. Recht op hulp bij het huishouden.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, onder d. en e. van deze verordening kan voor de in artikel 8 onder a. of b. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien:
a. aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek of;
b. problemen bij het uitvoeren van de mantelzorg
het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken.
Artikel 10. Gebruikelijke zorg.
In afwijking van het gestelde in artikel 9 van deze verordening komt een persoon als bedoeld in artikel 1, onder d.en e. van deze verordening niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Artikel 13. Het recht op een woonvoorziening.
Een persoon als bedoeld in artikel 1 onder d. van deze verordening kan voor een woonvoorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren.
Artikel 15. Het recht op een woonvoorziening en het primaat van de verhuizing.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, lid d van deze verordening kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 14, eerste lid onder b. en c. van deze verordening in aanmerking worden gebracht wanneer de in artikel 14, eerste lid onder a. van deze verordening genoemde voorziening niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequate voorziening is.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
de aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden;
Artikel 19. Terugbetaling bij verkoop.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan burgemeester en wethouders te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast door het college vastgestelde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.
Artikel 20. Vormen van vervoersvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:
a. een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer;
b. een vervoersvoorziening in natura;
c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening.
Artikel 21. Het recht op een vervoersvoorziening.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, onder d. van deze verordening die geïndiceerd is voor een collectief systeem als bedoeld in artikel 20, onder a. van deze verordening, die daarvan geen gebruik wenst te maken, kan in plaats daarvan desgevraagd in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming als vastgesteld en vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, onder d. van deze verordening kan voor de in artikel 20, onder b. en c. van deze verordening vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief systeem als bedoeld in artikel 20, onder a. van deze verordening, onmogelijk maken.
Vanaf het moment dat een persoon in het verpleeghuis ‘Wilhelminaoord’ te Opende woonachtig is, wordt deze persoon geacht gebruik te maken van de onder artikel 21, vierde lid, onder a van deze verordening genoemde vervoersvoorziening. Vanaf dat moment vervalt, indien van toepassing, diens recht op deelname aan het vervoerssysteem als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a., b. of c. van deze verordening.
Bij het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 21, onder c van deze verordening kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de persoon als bedoeld in artikel 1, onder d van deze verordening en de mate waarin een collectief systeem als bedoeld in artikel 20, onder a van deze verordening in die vervoersbehoefte kan voorzien.
Artikel 22. Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen.
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan 1,5 maal in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 23. Vervoer in de directe woon- en leefomgeving.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning.
Artikel 24. Vormen van rolstoelvoorzieningen.
De door burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning dan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
a. een rolstoelvoorziening in natura;
b. een persoonsgebonden budget te besteden aan een rolstoelvoorziening;
c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een sportrolstoel.
Artikel 25. Het recht op een rolstoelvoorziening.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, onder d. van deze verordening kan voor de in artikel 24, onder a. en b. van deze verordening vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Artikel 26. Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners.
In uitzondering op het gestelde in artikel 25, eerste lid komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
Hoofdstuk 7. Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten.
Artikel 27. Gebruik aanvraagformulier.
Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders ter beschikking gesteld formulier.
Aanvragen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning dienen te worden ingediend bij het loket Welzijn en Zorg van de gemeente Grootegast.
Artikel 30. Samenhangende afstemming.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager laten burgemeester en wethouders onderzoek verrichten naar de situatie van de aanvrager.
Artikel 31. Wijzigingen in de situatie.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 34. Hardheidsclausule.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 35. Bevoegdheid burgemeester en wethouders.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex gezinsconsumptie volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe binnen 6 maanden na de inwerkingtreding van de verordening en vervolgens telkens na afloop van het kalenderjaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.