Uitvoeringsregeling 'Verhoging inzetbaarheid oudere werknemers'

Sedert 1 oktober 2010 is in de CAR/UWO een bepaling opgenomen, die het stimuleren van de inzetbaarheid van de oudere medewerkers bevordert.

Anderzijds is in de fiscale wetgeving een kortingsregeling van kracht voor het in dienst hebben van medewerkers van 62 tot 65 jaar. Voor de jaren 2011 en 2012 bedraagt deze korting € 2.750,00 per medewerker (parttimers naar rato). Volgens de bestaande kabinetsplannen wordt deze bijdrage/kortingsregeling voor de komende vier jaren in neerwaartse zin bijgesteld en zou per 1 januari 2013 een Vitaliteitspakket in werking treden. Thans bestaat door de kabinetsimpasse evenwel geen eenduidig inzicht in de van rijkswege te verwachten toekomstige vitaliteits- maatregelen.

• -

  In artikel 17:3, lid 2, van de CAR/UWO staat de navolgende bepaling ter zake: ‘Het college past voor de ambtenaar van 62 tot 65 jaar, binnen de mogelijkheden van de fiscale wetgeving, een ‘premiekorting in dienst hebben oudere werknemers’ toe. Het bedrag van de korting wordt gebruikt voor verhoging van de inzetbaarheid van de ambtenaar. Het college en de ambtenaar bepalen in overleg de besteding van het bedrag.’

• -

  De premiekortingsregeling 62-65 jaar dient te worden beschouwd als een organisatiebudget ter bevordering van de inzetbaarheid/instandhouding vitaliteit van deze oudere werknemer (VNG-lijn 2011).

In het op woensdag 3 mei j.l. gehouden technisch g.o.-beraad is afgesproken dat uitvoering aan voornoemde CAR/UWO-bepaling gegeven gaat worden op basis van:

• -

  individueel maatwerk in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid;

• -

  de zorgplicht van de werkgever richting zijn (oudere) werknemers;

• -

  een besteding die strookt met de beoogde doelstelling en dus in het teken staat van het lang en gezond doorwerken van de oudere werknemer.

De leidinggevenden zullen de medewerkers van 62 jaar en ouder op korte termijn benaderen voor één of meer gesprekken (bijl. 1), waarbij in ieder geval de navolgende zaken aan de orde worden gesteld:

• -

  de functie-belasting, (wat mag van de werknemer worden verwacht);

• -

  de belastbaarheid (wat de werknemer feitelijk kan presteren);

• -

  van belang zijnde zaken ten behoeve van een plaats te vinden extern deskundigen-oordeel (Arbodienst) om te komen tot een objectieve advisering/beoordeling met betrekking tot vitaliteit en inzetbaarheid;

• -

  eventueel te treffen maatregelen op het werk in het kader van vitaliteit en inzetbaarheid, dit met inachtneming van voornoemd deskundigen-oordeel/advies;

• -

  andere relevante zaken met betrekking tot duurzame en gezonde inzetbaarheid van de (oudere) werknemer op basis van persoonlijk maatwerk.

Te denken valt hierbij aan de volgende faciliteiten en mogelijkheden:

• 1.

  scholing; de medewerker en de leidinggevende kunnen afspraken maken over scholingsactiviteiten. Van belang hierbij is overigens dat scholingsactiviteiten die direct gericht zijn op de functie van de medewerker betaald blijven worden uit de reguliere opleidingsbudgetten;

• 2.

  arbeidsdeskundige keuring met advies over hoe gezond verder;

• 3.

  vergoeding contributie sportvereniging of fitnesscentrum;

• 4.

  sporten of bewegen onder werktijd (= tijd kopen uit beschikbaar vitaliteitsbudget);

• 5.

  per dag of per week korter werken met behoud van bezoldiging (= tijd kopen uit beschikbaar vitaliteitsbudget) met inachtneming van het dienstbelang;

• 6.

  (uit beschikbaar vitaliteitsbudget koop van) extra verlof, naast cafetariamodel;

• 7.

  overige bestedingen/faciliteiten binnen de beoogde doelstelling. Gedacht kan onder meer worden aan de jaarlijkse bekostiging van een nog lopende fietsplandeelname, een bijdrage voor een elektrische fiets of een combinatie van bovenstaande mogelijkheden.

Omwille van de objectiviteit vindt door de leidinggevende een voorstel hiertoe plaats op basis van voornoemd deskundigen-oordeel, dit in overleg met de betrokken werknemer. De definitieve toekenning vindt vervolgens plaats door of namens het college van burgemeester en wethouders (i.c. de gemeentesecretaris).

De fiscale regelgeving staat een netto betaling niet in alle gevallen toe. In voorkomend geval zal een bruto betaling via de salarisbetaling plaatsvinden onder inhouding van loonheffing.

De keuze van individueel maatwerk brengt met zich mee dat in voorkomende gevallen van verminderde vitaliteit en inzetbaarheid deze uitvoeringsregeling ook kan worden toegepast op de (oudere) werkgever van jonger dan 62 jaar.

Eén jaar na de toepassing van deze uitvoeringsregeling ex artikel 17:3, lid 2, van de CAR/UWO zal aan de hand van een evaluatie met de commissie voor georganiseerd overleg worden bezien of wijziging c.q. nadere uitwerking nog in een formele verordening moet plaatsvinden. Het (nog) ontbreken hiervan behoeft onder voorwaarde van uw instemming voor ons college geen belemmering te zijn om medewerkers nu te benaderen, afspraken te maken en toepassing te geven aan deze informele uitvoeringsregeling.

Wij stellen u voor in te stemmen met de wijze waarop wij voor de medewerkers van de gemeente Hulst willen omgaan met de toepassing van deze uitvoeringsregeling ex artikel 17:3, lid 2, van de CAR/UWO.

 

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Hulst.

De in voornoemde brief opgenomen uitvoeringsbepalingen (regeling) treden daags na bekendmaking in werking.

Vastgesteld in de collegevergadering van 3 juli 2012.

Burgemeester en Wethouders van Hulst,

De secretaris, De burgemeester,

(gepubliceerd op 4 juli 2012 via interne nieuwsbrief op het intranet van gelijke datum)