Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant |
Citeertitel | Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieubeheer, subsidies, financieel kader |
Deze regeling is ingetrokken bij het besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-rabant 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2012 | 14-12-2012 | Intrekking | 11-12-2012 | 3078182 | |
30-08-2012 | 14-12-2012 | Nieuwe regeling | 27-08-2012 Provinciaal Blad, 2012, 218 | 3078182 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op de artikelen 2 en 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat het Rijk en de provincie Noord-Brabant financiële middelen ter beschikking hebben gesteld om in de periode 2007 tot en met 2015 via cofinanciering bij te dragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat verbetering van de luchtkwaliteit “gezondheidswinst” oplevert die aansluit bij het Provinciale Milieu Plan;
Overwegende dat het verbeteren van de luchtkwaliteit via een samenwerkingsverband meerwaarde genereert die aansluit bij de visie zoals beschreven in de Agenda van Brabant.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun, Pb EG L 379/05 van 28 december 2006, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
Subsidie wordt geweigerd indien voor hetzelfde project reeds op grond van deze regeling subsidie is verstrekt.
Artikel 4 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Paragraaf 2 Innovatieve projecten in de doelstelling Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
Artikel 9 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het verbeteren van luchtkwaliteit.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
indien sprake is van een samenwerkingsverband, beschikt het samenwerkingsverband over een door alle deelnemers van het samenwerkingsverband ondertekende verklaring, waaruit de instemming van alle deelnemers met betrekking tot de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de penvoering en de inhoudelijke en financiële coördinatie blijkt;
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de aanvraagperiode vanaf het moment van inwerkingtreden van deze regeling tot en met 31 december 2013 vast op € 275.000,-.
Paragraaf 3 Gezondheid en luchtkwaliteit
Artikel 17 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
indien sprake is van een samenwerkingsverband, beschikt het samenwerkingsverband over een door alle deelnemers van het samenwerkingsverband ondertekende verklaring, waaruit de instemming van alle deelnemers met betrekking tot de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de penvoering en de inhoudelijke en financiële coördinatie blijkt;
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de aanvraagperiode vanaf het moment van inwerkingtreden van deze regeling tot en met 31 december 2013 vast op € 55.000, -.
Paragraaf 4 Stimuleren van productie en rijden op groen gas
Artikel 25 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van de productie en rijden of varen op groen gas.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
indien sprake is van een samenwerkingsverband, beschikt het samenwerkingsverband over een door alle deelnemers van het samenwerkingsverband ondertekende verklaring, waaruit de instemming van alle deelnemers met betrekking tot de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de penvoering en de inhoudelijke en financiële coördinatie blijkt;
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tender van 1 september 2012 tot en met 31 oktober 2012 vast op:
Indien de subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 28 te boven gaan, bepalen Gedeputeerde Staten de volgorde van behandeling op basis van het aantal punten dat aan een project kan worden toegekend, waarbij projecten met meer punten voorgaan op projecten met minder punten.
Paragraaf 5 Overige bepalingen
Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de verbetering van luchtkwaliteit zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
’s-Hertogenbosch, 27 augustus 2012
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
De Europese luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. In het stedelijke gebied vormt het verkeer de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Het Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (BSL), als onderdeel van het Nationale samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL), is opgesteld om deze problematiek aan te pakken. Het BSL bevat maatregelen die gemeenten en de provincie treffen.
In 2008 is door Gedeputeerde Staten een beleidsregel “Verbeteren Luchtkwaliteit in Brabant” vastgesteld. Dit betrof een subsidieregeling die vele projecten mogelijk heeft gemaakt. De beleidsregel liep tot 1 januari 2012. Doordat een aantal kansrijke projecten niet in 2011 ingediend konden worden is het in de beleidregel bepaalde subsidieplafond niet bereikt. Deze (rijks)middelen afkomstig uit het Nationaal Samenwerkings Programma Luchtkwaliteit (NSL)van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) zijn nog beschikbaar. Door een nieuwe subsidieregeling open te stellen worden deze middelen alsnog ingezet.
In de tussenliggende periode hebben zich een aantal nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Er komt bij luchtkwaliteit steeds meer aandacht voor de gezondheidscomponent i.p.v. alleen maar de grenswaarde (concentratiewaarde) halen. Het Provinciale Milieu Plan heeft gezondheid als rode draad opgenomen in het programma. De agenda van Brabant geeft de volgende hoofdlijnen: innovatie, kennisontwikkeling, leefomgeving, regisseur grote (gebieds)opgaven, verbindende schakel. Ook is uit diverse overleggen gebleken dat er kansen liggen voor productie en gebruik van biogas als brandstof. Om dit proberen te versnellen/vlot te trekken dient dit extra gestimuleerd te worden d.m.v. voorbeeldprojecten of coalitievorming. Al deze elementen zijn meegenomen in de nieuwe Subsidieregeling betere luchtkwaliteit Noord-Brabant.
De subsidiabele activiteiten van deze subsidieregeling zijn: A) Innovatieve projecten passend binnen de doelstelling van het BSL met een subsidieplafond van € 275.000,- ; B) Projecten die de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit in beeld brengen, met een subsidieplafond van € 55.000,-; C) Projecten ter stimulering van productie en rijden op “groen gas” met een subsidieplafond van totaal € 125.000,-.
De totaal te verstrekken subsidie bedraagt € 455.000,- , € 380.000,- is van de voorgaande Beleidsregel, € 75.000,- betreft middelen via directie E&M voor beheer en onderhoud en strategische ontwikkelingen.
Subsidieverstrekking is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht. De wettelijke grondslag voor subsidieverstrekking door de provincie Noord-Brabant is neergelegd in de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant (ASV). De bepalingen van de ASV zijn van toepassing op subsidies die op grond van deze subsidieregeling worden toegekend, tenzij hier, waar mogelijk, van wordt afgeweken in de subsidieregeling of subsidiebeschikking. Dit betekent dat de algemene regels van de ASV, waarvan niet beoogd wordt af te wijken, in deze regeling niet opnieuw zijn opgenomen. Een aanvrager zal dus naast deze subsidieregeling ook de ASV moeten raadplegen om te weten welke rechten en verplichtingen aan de subsidie verbonden zijn. In de ASV zijn met name in artikel 10 belangrijke administratieve verplichtingen vastgelegd in verband met de financiële verantwoording. Deze verplichtingen gelden op grond van artikel 10, derde lid, ook voor subsidies die direct worden vastgesteld. Verder is de subsidieontvanger op grond van het vierde lid van artikel 10 ASV verplicht in iedere publicatie te vermelden dat het project is gerealiseerd met financiële steun van de provincie Noord-Brabant. Op grond van artikel 14 van de ASV dient de subsidieontvanger het bestuur direct in kennis te stellen van stagnatie, wijzigingen in de uitvoering van een project of andere feiten waardoor de uitvoering in gevaar komt, wordt vertraagd of versneld.
Deze subsidieregeling behoeft niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie omdat voldaan wordt aan de vrijstellingsvereisten als geformuleerd in Verordening (EG) nr. 1998/2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun (Pb 2006, L 379/05). Hiertoe is bepaald dat niet meer subsidie wordt verstrekt dan tot het drempelbedrag van € 200.000,- (€100.000,- voorondernemingen in het wegvervoer). De subsidieaanvrager dient hier overigens zelf op toe te zien en zelf de juiste gegevens toe aan te dragen.
Paragraaf 1 geeft algemene bepalingen die voor alle subsidies die op grond van deze regeling verstrekt kunnen worden, van toepassing zijn. In paragraaf 2, 3 en 4 zijn voor de afzonderlijke subsidies specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot subsidiabele activiteiten, subsidievereisten, aanvraagvereisten, subsidieplafond, hoogte van de subsidie, verplichtingen en waar nodig verdeelcriteria.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
De hoofdregel is dat alleen kosten gemaakt na de datum van verlening subsidiabel zijn. Bij uitzondering kunnen Gedeputeerde Staten anders beslissen.
Voor de aanvraagtermijn is aangesloten bij de ASV. Let op voor de subsidievaststelling is aangesloten bij artikel 10 van de ASV. Het aanvragen van een subsidievaststelling volgt uit de systematiek van de subsidietitel van de Awb.
Artikel 6 Vaststelling subsidies tot € 25.000,--
In lijn met ontwikkelingen op subsidiegebied (het kader financieel beheer rijkssubsidies) en binnen de ruimte die de huidige ASV biedt, is bepaald dat subsidies tot € 25.000,-- direct worden vastgesteld. Conform artikel 10, derde lid van de ASV ontslaat dat de subsidieontvanger niet van de verantwoordingsverplichtingen. De desbetreffende gegevens moeten uiterlijk drie maanden na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt dan wel binnen drie maanden na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt, worden ingediend.
Paragraaf 2 Innovatieve projecten in de doelstelling Brabants Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
Artikel 9 Subsidiabele activiteiten
De subsidie is gericht op projecten die een specifieke bijdrage leveren aan vernieuwingen, inzichten en ontwikkelingen ter verbetering van de luchtkwaliteit.
Onderdeel a. De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren. Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen van derden waaronder subsidies.
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”. Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV, waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de provincie Noord-Brabant. Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te kunnen voldoen.
Paragraaf 3 Gezondheid en luchtkwaliteit
Artikel 17 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit waardoor beter inzicht wordt verkregen in de materie.
Onderdeel a. De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren. Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de subsidiabele kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen van derden waaronder subsidies.
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”. Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 23 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV, waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de provincie Noord-Brabant. Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te kunnen voldoen.
Paragraaf 4 Stimuleren van productie en rijden op groen gas
In de Energieagenda wordt primair ingestoken op elektrisch rijden. Maar er bestaan daarnaast ook andere opties. Een mogelijkheid is om het biogas op te werken tot bio-LNG, vloeibaar gemaakt biomethaan. Dit bio-LNG is met name geschikt voor binnenscheepvaart of (zwaar) wegtransport voor langere afstanden. Toepassing van biogas voor transport past binnen het luchtkwaliteitsbeleid. Het is innovatief en past ook binnen de Energieagenda (Energie als economische kans). Hoewel de focus vanuit de Energieagenda primair bij elektrisch rijden ligt, is de optie bio-LNG niet strijdig/concurrerend t.o.v. elektrisch rijden, maar aanvullend. Ook biedt deze ontwikkeling kansen voor Brabantse bedrijven.
De doelgroep voor deze subsidie is afgebakend tot de in het artikel opgenomen rechtspersonen.
Artikel 25 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van productie en rijden of varen op groen gas. Om te voorkomen dat voertuigen die geschikt zijn voor electrische aandrijving voor deze subsidie in aanmerking komen is in artikel 26 het vereiste opgenomen dat de voertuigen niet geschikt zijn of geschikt gemaakt kunnen worden voor electrische aandrijving.
Onderdeel a. De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren. Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de subsidiabele kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen van derden waaronder subsidies. In onderdeel c wordt tot uitdrukking gebracht dat de aanvrager grotendeels zijn werkingsgebied in Noord-Brabant dient te hebben. Dit versterkt de weigeringsgrond uit de ASV die ervoor zorgt dat de activiteiten ten goede komen aan de inwoners van de provincie Noord-Brabant. Uitsluitend voertuigen die niet geschikt zijn voor electrische aandrijving komen hiervoor in aanmerking; b.v. bussen voor (openbaar) vervoer zijn uitgesloten voor deze regeling. Het is onderverdeeld in twee soorten activiteiten: pilotprojecten ter demonstratie van productie en gebruik en projecten die gericht zijn op het daadwerkelijk produceren en gebruiken van groen gas. Dit onderscheid werkt door in de gehele paragraaf.
Voor de twee onderscheiden projecttypen is een verschillend plafond vastgesteld.
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”. Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Vanwege de verdeelcriteria worden de projecten beoordeeld op de mate waarin zij voldoen aan de criteria uit het derde of vierde lid. Deze criteria worden vermenigvuldigd met de wegingsfactor. Vervolgens worden alle punten per project opgeteld.
Artikel 31 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV, waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit, te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de provincie Noord-Brabant. Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te kunnen voldoen.