Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de lijkbezorgingsrechten 2011 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\Raad’. Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2003, zoals vastgesteld op 25-11-2002. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-09-2012 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 18-09-2012 Blik op Barendrecht, 20-09-2012 | 338815 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
overwegende, dat het gewenst is regels vast te stellen voor het heffen en invorderen van rechten voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeenten verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen;
gezien het advies van de commissie Samenleving van 16 november 2010;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2010;
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Andere rechten als bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingsplicht in de loop van het belastingstijdvak aanvangt zijn de rechten onder 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet het recht bedoeld in onderdeel 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking van zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.