Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidiëring voor begeleiding van kwetsbare burgers |
Citeertitel | Beleidsregel subsidiëring voor begeleiding van kwetsbare burgers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-08-2012 | nieuwe regeling | 21-08-2012 Gemeentekrant 22 augustus 2012 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;
Overwegende dat het noodzakelijk is een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot subsidiëring ten behoeve van activiteiten op het terrein van begeleiding van kwetsbare burgers;
Gelet op titel 4:2 en 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op artikel 36 van de Algemene subsidieverordening Bergen 2009;
Gelet op de programmabegroting van het desbetreffende kalenderjaar programma 2 Samenleving;
Gelet op het Wmo beleidsplan 2012-2015 ‘Samen werken aan zelfredzaamheid’;
Beleidsregel subsidiëring voor begeleiding van kwetsbare burgers
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.In deze beleidsregel wordt onder begeleiding van kwetsbare burgers verstaan devoorzieningen en activiteiten voor burgers die afhankelijk zijn van ondersteuning van de gemeente, die in het vigerend beleidskader en beleidsnota’s zijn vastgelegd.
f.Thuisloze: persoon die dakloos is geweest en verblijft in een voorziening voormaatschappelijke opvang;
seksuele vormen van geweld begrepen;
Nederland meer enige binding heeft;
iii.drie maanden dak- of thuisloze was of gedurende die periode minimaal op
drie verschillende adressen heeft gewoond;
iv.daarnaast minimaal op drie van de verschillende domeinen problemen heeft:
wonen, werken/school, financiën, justitie, gezondheid en sociaal netwerk, en
k.OGGZ-cliënt (cliënt Openbare Geestelijke Gezondheidszorg): persoon met devolgende kenmerken;
i. aanwezigheid van een psychische handicap (waaronder
verslavingsproblemen of ernstige psychosociale problemen);
ii.tegelijkertijd aanwezigheid van meerdere problemen op andere
leefgebieden zoals huisvesting, inkomen en dagbesteding;
iii. leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in zijn eigen
bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, sociale contacten,
m.Subsidiebedrag: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar ten hoogstebeschikbaar is voor de verstrekking van subsidies, waarvan ten minste één in het peiljaar;
n.zorgtoeleiding: het actief ondersteunen van een persoon om toegang tot hulpaanbodte organiseren.
Artikel 2. Doel van de regeling
De beleidsregel subsidiëring voor begeleiding van kwetsbare burgers heeft als doel: het vergroten van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid en het benutten van de eigen mogelijkheden van inwoners bij het oplossen van problemen.
Artikel 3 Doelgroep kwetsbare burgers
De activiteiten van de subsidieaanvraag zijn uitsluitend gericht op de volgende groepen:
Artikel 4.1.: Productgroep preventie
Binnen de productgroep preventie worden de volgende producten en/ of diensten vastgesteld waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
1.Individuele preventie: het geven van voorlichting en advies aan afzonderlijke cliënten gericht op het voorkomen van (of verergering van) aandoeningen.
Met als doel: begrip / herkenning van de (ernstige) aandoeningen en/of klachten (genoemd onder artikel 3) Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit, het aantal face to face contact momenten en de gemiddelde duur van het contact van de activiteit.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
2.Collectieve preventie: het geven van voorlichting en advies gericht op het algemene publiek of op risicogroepen ter voorkoming van (verergering van) klachten.
Met als doel: Burgers bewust maken van wat zij zelf kunnen doen aan (het voorkomen van) aandoeningen en of klachten (genoemd onder artikel 3) en burgers toerusten met vaardigheden hiertoe.
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit en het aantal bijeenkomsten.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
3.Externe deskundigheidsbevordering / Vaardigheidstrainingen gericht op voorkomen van aandoeningen (als genoemd in artikel 3).
Met als doel: Burgers duidelijk maken hoe zij hulp kunnen vragen bij instanties voor gezondheidszorg en hulpverlening.
Prestatie indicator:het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit, het aantal bijeenkomsten.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
Artikel 4.2.: Productgroep ambulante Begeleiding
Binnen de productgroep ambulante begeleiding worden de volgende producten en/ of diensten vastgesteld waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
1.Ambulante begeleiding:Een traject dat bestaat uit een aantal face to face contacten tussen professional en een burger gericht op een van te voren overeengekomen specifiek begeleidingsdoel.
Met als doel: Burgers worden geïnformeerd, krijgen professioneel advies en
worden doorverwezen naar passende hulpverlening.
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit, het aantal face to face contact momenten en de gemiddelde duur van het contact van de activiteit.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
Artikel 4.3.: Productgroep sociaal netwerk -/ cliëntgestuurde activiteiten
Binnen de productgroep sociaal netwerk-/ cliëntgestuurde activiteiten worden de volgende producten en/ of diensten vastgesteld waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
1.Sociaal netwerk -/ cliëntgestuurde activiteiten: activiteiten die voor en door personen met een beperking (zie artikel 3) worden georganiseerd zodat deelnemers een sociaal netwerk ontwikkelen en onderhouden.
Met als doel:Burgers kunnen een sociaal netwerk ontwikkelen en onderhouden.
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de
activiteit, het aantal bijeenkomsten.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering
2.Cliëntondersteuning, informatie en advies activiteiten voor en door mensen met een beperking die ertoe leiden dat de doelgroep de informatie, het advies en de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om mee te doen in de samenleving.
Met als doel: Burgers weten waar zij terecht kunnen voor informatie, advies en
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks geadviseerd en
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering
Artikel 4.4.: Productgroep activeringstrajecten
Binnen de productgroep activeringstrajecten worden de volgende producten en/ of diensten vastgesteld waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
1.Activeringstrajecten: een zinvolle dagbesteding aanbieden aan personen die niet in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden ten gevolgen van hun beperking te kunnen voorzien.
Met als doel:Het bieden van dagbesteding in groepsverband gericht op personen die als gevolg van zorgproblematiek nog niet in staat zijn om voor langere tijd een individueel traject te volgen dat bestaat uit arbeidsmatige activiteiten.
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit, het aantal bijeenkomsten, gemiddelde duur van de bijeenkomsten, het aantal unieke cliënten dat op jaarbasis wordt toegeleid naar individuele arbeidsmatige trajecten.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
Artikel 4.5.: Productgroep opvangen vergrijzing in de wijk
Binnen de productgroep activeringstrajecten worden de volgende producten en/ of diensten vastgesteld waarvoor een subsidieaanvraag ingediend kan worden:
1.Opvangen vergrijzing in de wijk: Het creëren van randvoorwaarden waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en participeren in de samenleving.
Met als doel: Ouderen adviseren, adviesverstrekking en voorlichting gericht op zelfstandigheid, zelfredzaamheid en langer thuis blijven wonen, door organisaties specifiek en uitsluitend voor ouderen die activiteiten organiseren gericht op ontmoeting, ontspanning en educatie.
Prestatie indicator: het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit, het aantal bijeenkomsten, duur van de bijeenkomsten, het aantal unieke cliënten dat op jaarbasis door de inzet van de organisatie langer thuis blijft/ kan wonen.
Trajectprijs: de trajecten zijn gebaseerd op kostprijs. Er is geen indexering mogelijk.
Het budget voor subsidie is beperkt. Er wordt gekeken naar projecten die voldoen aan de formele en inhoudelijke criteria als bedoeld in de artikelen 4 en 6. Bij de beoordeling of een aanvraag in aanmerking kan komen voor een subsidie wordt er een selectie gemaakt. Op basis van vorenbedoelde criteria met een daaraan gekoppeld puntensysteem wordt dan een relatieve volgorde bepaald van de aanvragen. Het college hanteert een puntensysteem zoals omschreven in artikel 9 van deze beleidsregel. Het is daarom mogelijk dat een project dat aan alle voorwaarden voldoet, toch geen subsidie ontvangt. Het beschikbare budget is dan al besteed aan projecten die relatief beter scoren. Het college doet tijdens de selectieprocedure geen uitspraken over de kansen op subsidie voor een project.
Artikel 7a. Begroting van een project
Alleen directe kosten zijn subsidiabel: De directe subsidiabele kosten van het project zijn kosten, die gelet op de subsidievoorwaarden, identificeerbaar zijn als specifieke kosten die direct verband houden met de uitvoering van het project.
Het college kan een artikel van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan - gelet op het belang van deze beleidsregel in verhouding tot de belangen van de aanvrager - wegens bijzondere omstandigheden - tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Bergen op 21 augustus 2012.
De secretaris, de burgemeester,
Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking getreden.
Op dat moment zijn de Welzijnswet en de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) ingetrokken en zijn onderdelen uit de AWBZ overgeheveld van het zorgkantoor naar de gemeente. Door deze beleidsterreinen onder één regime te brengen, kunnen gemeenten meer samenhang aanbrengen in de ondersteuning, zorg en dienstverlening aan burgers. In 2012 staan gemeente nu voor een nieuwe uitdaging. De extramurale begeleiding van de AWBZ wordt overgeheveld naar gemeenten. Gemeenten moeten de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers bevorderen en een vangnet van voorzieningen bieden aan burgers die zich niet zelf of met hulp uit hun omgeving kunnen redden.
2. Wmo-doelen en subsidieverstrekking
De gemeente Bergen legt bij de uitvoering van de Wmo het accent op zelfredzaamheid en eigen kracht, betrokkenheid (ontkokering & samenwerking), ontplooiing, preventie, en resultaatgerichtheid. Deze waarden hebben gevolgen voor het subsidiebeleid.
In de Wmo staat de burger centraal. Bij de verstrekking van subsidies, neemt de gemeente de zorgbehoefte van burgers als uitgangspunt voor de beoordeling van subsidieaanvragen. In veel bestaande subsidierelaties is het aanbod van de subsidieontvanger nog bepalend. In deze beleidsregel wordt ervoor gekozen om de omvang van gesubsidieerde activiteiten en de resultaten van de hulpverlening inzichtelijk te maken aan de hand van vraaggerichte teleenheden en prestatie-indicatoren.
4. Resultaatgerichte subsidiëring
Het college wil inzicht verkrijgen in de resultaten van de gesubsidieerde hulpverlening. Enerzijds om subsidiegelden kosteneffectief in te zetten, anderzijds om de bestedingen en resultaten inzichtelijk te maken voor burgers. Deze beleidsregel voorziet in resultaatgerichte
subsidiëring. De vaststelling van de subsidie vindt zo veel mogelijk plaats op basis van het feitelijk gerealiseerde productievolume. De subsidie voor het geven van voorlichting en advies aan afzonderlijke cliënten wordt bij voorbeeld vastgesteld aan de hand van het aantal unieke personen dat jaarlijks deelneemt aan de activiteit. Daarnaast benoemt de beleidsregel voor elk product prestatie-indicatoren om de resultaten van de hulpverlening in beeld te brengen.
5. WMO-nota en subsidieverordening
In het kalenderjaar 2012 heeft de gemeenteraad het Wmo beleidsplan 2012 -2015 “Samenwerken aan zelfredzaamheid” vastgesteld. Het Wmo beleidsplan bevat de speerpunten en beleidsdoelen van de gemeente.
In aanvulling op het Wmo beleidsplan, is een wettelijke basis nodig voor de verstrekking van subsidies binnen het kader van de Wmo.
De uiteindelijke inzet is om de subsidie van de gemeente Bergen te herijken en één integraal beleidsplan vast te stellen voor de verstrekking van alle subsidies binnen de gemeente Bergen. Ter voorbereiding van dit integrale subsidieplan worden in 2012 stapsgewijs een aantal deelbeleidsregels opgesteld.
Artikelsgewijze toelichting bij Beleidsregel subsidiëring voor begeleiding van kwetsbare burgers
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de genoemde wetten.
Artikel 2 Doel van de regeling
Het college wil voorzien in resultaatgerichte subsidiëring en voldoen aan de speerpunten en beleidsdoelen in het Wmo beleidsplan 2012 – 2015 ‘Samen werken aan zelfredzaamheid’, in dit geval speerpunt 5 “zorg voor kwetsbare inwoners”
Onder de subsidiabele activiteiten kan bijvoorbeeld worden verstaan:
Artikel 3 Doelgroep kwetsbare burgers
De activiteiten van de subsidieaanvraag zijn uitsluitend gericht op de in dit artikel genoemde groepen.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Preventie en deskundigheidsbevordering
Onder individuele preventie wordt verstaan het geven van voorlichting en advies aan afzonderlijke cliënten gericht op het voorkomen van (verergering van) aandoeningen.
Onder collectieve preventie wordt verstaan het geven van voorlichting en advies gericht op het algemene publiek of op risicogroepen ter voorkoming van (verergering van) klachten.
Hieronder vallen activiteiten gericht op het algemene publiek alsmede activiteiten die zich richten op preventie voor specifieke risicogroepen. Bij deze vorm van preventie kan er ook sprake zijn van eenmalige contacten. Daarnaast is er vaak sprake van een beperkte reeks van contacten. Ten slotte kan er sprake zijn van een cursus. Er is sprake van een cursus indien er een onderzochte interventie wordt toegepast met een vooropgesteld programma.
In het kader van preventie kan externe deskundigheidsbevordering worden geboden. Het betreft dan vaardigheidstrainingen gericht op het voorkomen van (verergering van) aandoeningen.
Er zijn geen gestandaardiseerde prestatie-indicatoren vastgesteld voor individuele en collectieve preventieactiviteiten. In de beschikking wordt de prestatie indicator vastgesteld die past bij de gesubsidieerde activiteit.
Onder een ambulant begeleidingstraject wordt een traject verstaan dat bestaat uit een aantal face-to-face contacten tussen een professional en een burger gericht op een van te voren overeengekomen specifiek begeleidingsdoel. Bij ambulante begeleidingstrajecten wordt onderscheid gemaakt tussen face-to face contacten en indirecte cliëntgebonden contacten. Een face-to-face contact is een contact waarbij de professionele hulpverlener en een cliënt elkaar in dezelfde ruimte ontmoeten. Een indirect cliëntgebonden contact is een contact van de professional met een andere persoon gericht op het behalen van het doel dat de cliënt en de professional in het kader van het begeleidingstraject overeen gekomen zijn.
Onder het bieden van begeleiding en dienstverlening wordt verstaan dat een professional contact heeft met een cliënt en met derden om ten behoeve van een cliënt een specifiek hulpverleningsdoel te bereiken. Hieronder valt onder meer het verstrekken van informatie, het geven van een professioneel advies, het verwijzen van cliënten naar passende hulpverlening.
Er zijn geen gestandaardiseerde prestatie-indicatoren vastgesteld voor het product “ambulante begeleiding”. Voor deze producten kunnen in de beschikking prestatie-indicatoren worden vastgelegd die aansluiten bij de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Sociaal netwerk -/ cliëntgestuurde activiteiten
Onder cliëntactiviteiten worden activiteiten verstaan die voor en door personen met een beperking worden georganiseerd zodat deelnemers een sociaal netwerk ontwikkelen en onderhouden.
Onder cliëntondersteuning, informatie en advies worden activiteiten verstaan voor en door mensen met een beperking die ertoe leiden dat deze mensen de informatie, het advies en de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om mee te doen met de samenleving.
Activiteiten die hier ook onder kunnen vallen zijn projecten met een voorbereidend karakter. Hieronder wordt verstaan activiteiten die mensen met een beperking in staat stellen om een sociaal netwerk te ontwikkelen of te onderhouden.
Aanvragen die betrekking hebben op beleidsbeïnvloeding (vb. seniorenraad, gehandicaptenraad) komen niet voor subsidie in aanmerking en vallen onder de werking van het patiënten- en consumentenbeleid.
Er zijn geen gestandaardiseerde prestatie-indicatoren vastgesteld voor het product “cliëntondersteuning, informatie en advies”. Voor deze producten kunnen in de beschikking prestatie-indicatoren worden vastgelegd die aansluiten bij de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Met Activeringstrajecten wordt bedoeld een zinvolle dagbesteding aanbieden aan personen die niet in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden ten gevolgen van hun beperking te kunnen voorzien. Het betreft hier collectieve activiteiten (arbeidsmatig / recreatief) die gericht zijn op toeleiding naar een individueel arbeidsmatig dagbestedingstraject. Het doel van de activiteit is dagbesteding in groepsverband. Als gevolg van zorgproblematiek zijn deze personen nog niet in staat om voor langere tijd een individueel traject te volgend dat bestaat uit arbeidsmatige activiteiten. De activiteiten zijn gericht op meedoen in de samenleving en op het aanleren van vaardigheden gericht op toeleiding naar individuele dagbesteding die bestaat uit arbeidsactiviteiten.
Er zijn geen gestandaardiseerde prestatie-indicatoren vastgesteld voor het product “activeringstrajecten”. Voor deze producten kunnen in de beschikking prestatie-indicatoren worden vastgelegd die aansluiten bij de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Opvangen vergrijzing in de wijk
Activiteiten zijn gericht op het creëren van randvoorwaarden waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en participeren in de samenleving. Hieronder valt bijvoorbeeld ook de inzet van accommodaties voor ouderen waar activiteiten worden aangeboden die ten doel hebben het stimuleren van ontmoetingen, zelfstandig wonen en/of participatie en psychogeriatrische zorg: advisering en educatie en ondersteuning op het gebied van dementie. Het doel van de activiteiten betreft voornamelijk het adviseren, informeren van ouderen gericht op zelfstandigheid, zelfredzaamheid en langer thuis blijven wonen, door organisaties specifiek en uitsluitend voor ouderen die activiteiten organiseren gericht op ontmoeting ontspanning en educatie.
Er zijn geen gestandaardiseerde prestatie-indicatoren vastgesteld voor het product “opvangen van vergrijzing in de wijk”. Voor deze producten kunnen in de beschikking prestatie-indicatoren worden vastgelegd die aansluiten bij de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Het gemeentelijk financiële beleid in het algemeen en de door de raad jaarlijks vast te stellen begroting in het bijzonder is in berekening en toekenning van subsidiebedragen bepalend. De raad stelt jaarlijks de gemeentebegroting vast en bepaald het subsidiebedrag dat gedurende een begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het college verleent en/of verstrekt de subsidie en waarborgt overschrijding van het subsidiebedrag dat is begroot. De door de gemeenteraad vastgestelde gemeentebegroting is bepalend.
Artikel 6 Aanvullende subsidiecriteria
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 7 De subsidie aanvraag
Dit artikel regelt dat de subsidie aanvraag aan enkele voorwaarden moet voldoen ter beoordeling van de te verstrekken subsidie.
Artikel 7a Begroting van een project
Directe kosten: Personeelskosten.
Directe personeelskosten zijn alleen subsidiabel voor personen die een bepalende rol spelen in het project, zoals projectbeheerders en andere personeelsleden die operationeel bij het project betrokken zijn en specifieke taken vervult die verband houden met de uitvoering van het project bijvoorbeeld bij het plannen van activiteiten, het leveren van diensten aan de eindbegunstigde van het project.
Subsidiabele personeelskosten zijn: salarissen, sociale zekerheidsbijdragen en andere verplichte bijdragen zijn subsidiabel op voorwaarde dat deze niet hoger uitvallen dan de gemiddelde bijdragen die onder het gebruikelijke bezoldigingsbeleid van de eindbegunstigde worden betaald. Voor zover van toepassing, mogen in dit bedrag alle gebruikelijke werkgeversbijdrage zijn inbegrepen, maar geen eventuele prestatiebonussen, prestatiebeloningen of winstdelingen.
Kosten voor de aankoop van materieel (gebaseerd op nationale afschrijvingsregels van aangekochte goederen, leasing of huur) zijn alleen subsidiabel wanneer zij essentieel zijn voor de uitvoering van het project. De keuze voor koop, lease of huur moet gebaseerd zijn op de goedkoopste optie.
Directe kosten: Huur van gebouwen
De huur van onroerend goed komt voor medefinanciering in aanmerking wanneer er een duidelijk verband bestaat tussen de huur en de doelstelling van het betrokken project, en wel onder de hieronder uiteengezette voorwaarden:
Het onroerend goed mag alleen worden gebruikt voor de uitvoering van het project. Zo niet, is alleen het deel van de kosten dat overeenstemt met het gebruik voor het project subsidiabel.
Indirecte kosten: Personeelskosten
Kosten voor personeel dat alleen een ondersteunende rol heeft (zoals de algemeen beheerder, boekhouder, ondersteuning, human resources, informatietechnologie, administratieve medewerkers, receptioniste enz.). zijn niet subsidiabel.
Indirecte kosten: reis en verblijfkosten
Reis en verblijfkosten komen niet voor subsidie in aanmerking.
Kosten voor de aanschaf van administratief materieel (zoals printer, laptop, fax, kopieerapparaat, telefoon, kabelwerk enz.) zijn niet subsidiabel.
Indirecte kosten: Huur van gebouwen
Kosten voor de aankoop, bouw, renovatie of huur van kantoorruimte voor de routineactiviteiten van de eindbegunstigde zijn niet subsidiabel.
Het onroerend goed mag niet gekocht zijn met subsidie van de gemeente
Uitgesloten zijn uitgaven voor
Artikel 8 Aanvullende verplichtingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt gewerkt met een puntensysteem welke geldt voor elke organisatie/instelling die een aanvraag tot subsidie indient. Om de beoordeling zo zorgvuldig en transparant mogelijk te laten verlopen, wordt deze methode gevolgd waarmee het college stap voor stap tot een oordeel over de subsidieaanvragen kan komen .
Er wordt nooit meer subsidie vastgesteld dan het bedrag dat bij de subsidieaanvraag is toegekend. Bij vaststelling van de subsidie worden alleen daadwerkelijk gerealiseerde kosten toegekend. Dit betekent dat bij minder kosten een deel van het subsidiebedrag wordt teruggevorderd en meerkosten zijn voor rekening van de aanvrager.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.