Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005 |
Citeertitel | Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 1998.
Nadere Regels voor de Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2005 | nieuwe regeling | 01-02-2005 Weekblad de Grenskoerier, 23-03-2005 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen graven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00u van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving/opgraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De burgemeester en wethouders kunnen bij besluit hiervan afwijken.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Een bijzetting kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn van e eerste begraving met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgifte gelijk is aan een grafrusttermijn van 20 jaar. De periode van verlenging wordt naar boevn toe afgerond op hele jaren. De verlenging dient te worden aangevraag door de recht hebbende of, in dien deze is overleden door een van de andere personen genoemd in artikel 14;
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van graven
Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 15 afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 17 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspaak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelkt, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 18 verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordjes door burgemeester en wethouders bekend gemaakt tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee waneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij duidelijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot verwijdering bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 6 weken voor het verstrijken van de uitgiftetermijn ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 16 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 19 onderhoud door de gemeente
Indien de rechthebbende het onder het eerste lid bedoelde nalaat kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de hele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderen blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze verplicht is tot enige vorm van vergoeding te betalen aan de recht hebbende.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door publicatie in plaatselijk huis-aan-huis blad en door mededeling op het mededelingbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht;
burgemeester en wethouders kunnen de rechtehbbend eper aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van brgemeetser en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden;
Hoofdstuk Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 21 ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneeer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend
De rechthebbende op een eigen graf kan gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegravin of verstrooiing elders.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 26 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.