Organisatie | Leek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling melding vermoeden misstand gemeente Leek 2012 |
Citeertitel | Melding vermoeden misstand 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Terugwerkende kracht t/m 01-01-2012
CAR/LLUWO, art. 15:2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 10-07-2012 Midweek, 12-12-12 | 2012009507 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;
gelezen het advies met registratienummer 2012009507;
gelet op artikel 15:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leek/Lokale Leekster Uitwerkingsovereenkomst (CAR/LLUWO);
gelet op het instemmende besluit van de ondernemingsraad d.d. 15 juni 2012;
In deze regeling wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1:2, onderdeel c, d, e, g en h van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leek/Lokale Leekster Uitwerkingsovereenkomst (CAR/LLUWO), alsmede de persoon die anders dan op basis van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam is;
Paragraaf 1 Interne meldingsprocedure
Artikel 3 Melding door een gewezen ambtenaar
De gewezen ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden, doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor de gemeente. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden. Voor de in dit artikel bedoelde gewezen ambtenaar zijn artikelen 4 tot en met 13 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Informeren van college
De leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie een melding is gedaan, draagt er zorg voor dat het college onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 6 Onderzoek door college
Het college zendt een ontvangstbevestiging aan de ambtenaar en aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon die een vermoeden van een misstand heeft gemeld. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon heeft gemeld.
Indien niet binnen twaalf weken uitvoering gegeven kan worden aan het eerste lid wordt de ambtenaar en de leidinggevende of de vertrouwenspersoon bij wie de ambtenaar melding heeft gedaan voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen de ambtenaar en de leidinggevende of de vertrouwenspersoon een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid ontvangt.
De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks verslag uit van de aard en de omvang van het aantal interne meldingen. Deze gegevens worden verwerkt door het college, samen met de eventuele meldingen van de leidinggevenden in het Sociaal jaarverslag. Het Sociaal jaarverslag wordt aan de ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.
Paragraaf 2 Procedure bij het meldpunt
Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en het college daarover te adviseren.
Artikel 10a Rechtstreekse melding bij het meldpunt
Indien zwaarwegende belangen de toepassing van de interne procedure in de weg staan, kan de ambtenaar het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij het meldpunt.
Artikel 11 Ontvangstbevestiging en onderzoek
Wanneer de inhoud van bepaalde door het college verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld. Het meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
Artikel 12 Niet-ontvankelijkheid
Het meldpunt verklaart de melding niet-ontvankelijk indien:
Artikel 13 Advies van het meldpunt
Indien niet binnen twaalf weken een advies gegeven kan worden, wordt de melder en/of de vertrouwenspersoon alsmede het college voordat deze termijn is verlopen daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Daarbij wordt de termijn aangegeven waarbinnen het advies als bedoeld in het eerste lid gereed is.
Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.
Paragraaf 3 Bescherming tegen gevolgen van de melding
Artikel 16 Bescherming van de ambtenaar
De ambtenaar zal als gevolg van de melding van een vermoeden van een misstand geen nadelige gevolgen ondervinden voor zijn rechtspositie. Onder nadelige gevolgen worden in ieder geval verstaan besluiten tot:
voor zover deze besluiten worden genomen vanwege de door de ambtenaar gedane melding van een vermoeden van een misstand.